Trouwen, kinderen krijgen en altijd samen blijven. Tommy Wallach gelooft niet in het Amerikaanse ideaal. ,,Maar dat zal ik nooit hardop zeggen.”
En toch is Tommy Wallach (33) ook zelf getrouwd, lang geleden. Hij heeft net gezegd hoe boos het hem maakt dat ‘Amerika’ blijft vasthouden aan de droom die ze voor zichzelf heeft bedacht. ,,Verliefd worden, trouwen en kinderen krijgen, elkaar trouw blijven tot je sterft en ondertussen een vroom leven leiden.” Hij zegt het met oprechte woede in zijn ogen. Een illusie, vindt hij. ,,Het is zó oneerlijk. Je kunt ook gelukkig zijn zonder het huwelijk. Mijn moeder bijvoorbeeld is nooit getrouwd. Zij was een alleenstaande, werkende moeder. Dus ik ben niet zo’n fan van het huwelijk. Ik ben niet van plan om opnieuw te trouwen of ooit kinderen te krijgen. Kinderen zijn niet voor iedereen zaligmakend. Je blijft niet eeuwig bij degene op wie je radeloos verliefd werd toen je zestien was. Tenzij je niet goed bij je hoofd bent.”
Hier in Williamsburg, een buitenwijk van New York, kan hij het wel zeggen, denkt hij, tegen een journalist uit Nederland. Maar in Amerika zou hij zich razend impopulair maken als hij hardop beweert dat hij het concept van permanentheid een trieste illusie vindt. Dus vertelt hij het in zijn boeken. Zijn eerste roman voor Young Adults is net in Nederland verschenen. In We keken allemaal op volgt Tommy Wallach vier jonge mensen in Seattle in de twee maanden voordat een meteoriet de aarde kan verwoesten. In de wetenschap dat het einde van de wereld nabij is, is alles een zaak van leven en dood geworden. ,,Zoals veel wat jonge mensen doen ont-zet-tend belangrijk voor ze is. Ze doen alles voor het eerst namelijk.”
Brooklyn-Williamsburg. Het is zo’n dag waarop iedereen coffee-to-go nodig heeft om
warm te blijven. Tommy Wallach excuseert zich voor de ijzige kou in zijn stad wanneer hij de hippe koffieshop annex branderij binnenloopt. Hij schudt een paar handen, maakt een praatje met de jongen achter de bar en komt terug met een macchiato. Hier is hij een vertrouwd gezicht. Hier schrijft hij. Thuis in zijn appartement – hij woont om de hoek – is teveel afleiding. ,,Mijn piano, gitaar of mijn bank.” Bovendien: hij is een koffie-snob. ,,Deze koffie is amazing.” Hij roert in zijn macchiato en roemt het apparaat waarmee het is gezet. Italiaans. Glanzend roestvrij staal. Kwaliteit. Belangrijker: ,,Ze branden hun eigen koffie. Altijd een goed teken.”
Hij schudt zijn hoofd. Nee, We all looked up is hier niet geschreven. ,,Deze buurt verandert snel. Wat er gisteren nog was, kan morgen verdwenen zijn.” Daar houdt hij van. Het zou zomaar een metafoor kunnen zijn voor zijn overtuiging dat alles verandert en niets voor de eeuwigheid is. ,,Daarom woon ik hier. Ik kom alleen op Manhattan als het echt, echt, echt niet anders kan.”
Met We all looked up heeft Tommy Wallach zijn publiek gevonden. ,,Een prachtige doelgroep, Young Adults.” Hij trekt graag met ze op. ,,Kinderen zijn meer filosofisch dan volwassenen. Jonge mensen stellen de Grote Vragen van het bestaan. Waarom ben ik op aarde? Bestaat er een God? Waarvoor leef ik? Volwassenen zijn daar al lang klaar mee, voor hen is het bijna een cliché geworden. Daarom moet je in literatuur voor volwassenen veel subtieler zijn. Het is heerlijk om recht voor z’n raap te kunnen schrijven.”
Eigenlijk wilde Tommy Wallach helemaal geen Young Adult-boek schrijven. Hij was een paar maanden in Spanje en schreef aan zijn zesde roman die net als zijn vorige boeken gedoemd was om ongepubliceerd te blijven, toen hij Melancholia zag, de film van Lars von Trier waarin een planeet op de aarde dreigt te botsen. ,,Ik was er enorm door geraakt. Het astroïde-concept is natuurlijk al een miljoen jaar oud en er zijn veel boeken over geschreven en films van gemaakt, maar altijd met een hoop gooi- en smijtwerk erin. Wat mij in Melancholia zo trof is dat de verwoesting van de aarde een metafoor is. Een metafoor voor het leven.” Hij voelde onmiddellijk dat hij goud in handen had, zegt hij. ,,Ik wist niet veel van Young Adultboeken maar ik wist wel heel zeker dat dit idee nog niet eerder was gebruikt.”
De dreiging dat het leven binnenkort voorbij zal zijn maakt alles wat je doet groot en belangrijk. ,,Ik herinner me het eerste meisje dat mijn hart brak nog heel levendig. Ik zat in Seattle op High School en dacht echt dat zij de enige vrouw was van wie ik ooit kon houden. De liefde was niet wederzijds. Een drama.”
Hij heeft een regel, zegt hij, dat als hij bezig is aan een boek, hij niet aan iets nieuws begint. ,,Dan komt er nooit iets af.” Maar dit idee werd een obsessie. ,,Ik realiseerde mij dat het zo veel beter was dan het boek waaraan ik schreef. Ik kon aan niets anders meer denken. Ik wist onmiddellijk dat ik vanuit vier verschillende perspectieven wilde schrijven. Ik ben gaan zitten en heb de vier hoofdpersonen in twintig minuten bedacht. Ze zijn nooit meer veranderd.”
Terug in New York was de eerste versie in drie maanden klaar. ,,Mijn andere boeken kostten veel meer tijd. Maar ja”, hij lacht, ,,die waren ook niet zo goed dat iemand ze wilde uitgeven.”
Het duurde nog een tijdje voor hij een literair agent had gevonden. ,,En toen nog een paar weken voordat we een uitgever hadden. Ik was in Frankrijk toen ik het telefoontje kreeg dat We all looked up was verkocht.” Af was het allerminst. ,,Ik worstelde met de plot. Dat is altijd mijn minst sterke kant geweest. Ik heb iets te vertellen, kan mooie zinnen maken, maar de plot is een probleem.” Zijn uitgever dwong hem een brief te schrijven waarin hij vertelde hoe hij het zou oplossen. ,,En ze wezen mij op verhaallijnen waarin zoveel gekke dingen zaten dat ik mij er nu nog voor schaam. In de uiteindelijke versie zit minder geweld.”
Er zit veel muziek in We keken allemaal op. Tommy Wallach – ook singer-songwriter – heeft er een plaat bij gemaakt met de muziek die de personages in zijn boek maken. Muziek, zegt hij, is belangrijk voor jonge mensen. ,,Het is onderdeel van hun identiteit. Als kind luisterde ik obsessief naar muziek. Nu is het voor mij heel moeilijk om nog verliefd te worden op een album. Dat gebeurt hooguit eens per jaar; vroeger sloeg de vonk iedere keer als ik iets hoorde over.”
Ooit streefde hij een carrière als professioneel muzikant na. Het lag voor het grijpen. Hij hoefde alleen zijn hand uit te steken. Tommy Wallach had een deal om een plaat op te nemen bij Universal. ,,Maar ik heb nooit alles op alles gezet.” Een vriend van hem, zegt hij, heeft een crazy tour gemaakt met Pat Metheny, jazzgitarist. ,,Een jaar lang ging hij de wereld over. Van land naar land, stad naar stad. Hij miste thuis, zag zijn vriendin niet en was de kleinste figuur van de totempaal. Zo’n leven zag ik voor mijzelf niet zitten.” Eerlijk: ,,En was veel getalenteerder dan ik.”
Voor Tommy Wallach is muziek maken nu vooral plezier. ,,Schrijven is bijna nooit leuk. Je moet veel schrijven om het te leren. Ook als je idee stinkt, je jezelf stom vindt en denkt dat het helemaal niets wordt, moet je door blijven gaan.” Strontvervelend, eigenlijk, zegt hij. ,,Muziek is werken en creëren tegelijk. Heerlijk, maar het is onmogelijk daar een bestaan mee op te bouwen, als je tenminste meer wilt zijn dan een romanticus die van de honger omkomt.”
Schrijven is een beter bestaan. ,,Kinderen lezen. Kinderen kopen boeken. En YA-literatuur wordt in Amerika ook veel door volwassenen gelezen.” Laatst, zegt hij, was hij op een heel leuke school op Manhattan. ,,Bijna helemaal niet-wit. Veel Afro- en Spaans-Amerikaanse jongeren.” Zijn eerste gedachte, hij fluistert het, was: ,,Dit is geen plek waar boeken aanslaan.” Hij slaat tegen zijn voorhoofd. ,,Zo’n vooroodeel, zo stom, zo fout. Honderden kinderen. Heel enthousiast. Ik was niet alleen. David Levithan was er ook om te praten over het boek dat hij met John Green heeft geschreven. Het was alsof er rocksterren in hun school waren.” Het heeft zijn blik veranderd op de Amerikaanse jeugd. ,,Ik voelde me ineens heel gerust. Dit komt goed.”
Het betekent inderdaad, knikt hij, dat hij méér moet zijn dan een schrijver alleen. ,,Absoluut. Een persoon. Interessant. Dat hoort erbij.” Uitgevers zijn zich erg bewust van de marketing rond een boek, voor ze het kopen. ,,Ze kopen niet alleen een boek, maar ook een persoonlijkheid.,,John Green bijvoorbeeld…” Hij aarzelt even. Moet hij dit wel zeggen? Dan: ,,Zijn succes zit ’m vooral in zijn blogs en vlogs op youtube. Wat hij daar doet, is veel eigenzinniger dan zijn literatuur. Hij schrijft goed, degelijk en mooi, maar niet vernieuwend. Hij is een fenomeen, a good guy, maar niet als literair schrijver.”
De marketing rond een boek moet sterk zijn, tegenwoordig. Zonder dat red je het niet. ,,Ook bij mijn boek was Simon & Schuster zich heel erg bewust: hier staat een jonge vent die zich op z’n gemak voelt voor publiek. ,,Ik was in mijn kinderjaren preofessioneel acteur. Ben muzikant. Zal niet flippen als ik voor honderden jonge mensen sta.” Hij weet heel goed: ,,Dat is een deel van de reden dat mijn boek verkoopt.”
Hij voelt zich thuis in de Young Adult-literatuur. Hij houdt van de heftigheid waarmee jonge mensen leven. Al heeft hem dat ook in de problemen gebracht. Vorig jaar, na de aanslagen in Parijs, zette hij op twitter dat de wereld er een stukje beter zou uitzien als meer mensen, net als hij, atheïst zouden zijn. Het leverde hem een stortvloed aan boze reacties op. ,,Mensen worden defensief als je ze op hun geloof aanspreekt. Maar ik heb gelijk. Dat weet ik zeker. Als je dogmatisch denken aanmoedigt, creëer je een wereld waarin slechte beslissingen worden genomen. Dat geldt zelfs voor de meest aardige christenen.”
Hij moet dit misschien niet meer hardop zeggen, denkt hij. ,,Young Adults zijn heerlijk, maar ook snel boos. Alles is belangrijk voor ze. Amerika is een religieus land. Veel YA-schrijvers zijn gelovig. Dus worden kinderen en jonge mensen op een subtiele manier geïndoctrineerd. Een tegengeluid op twitter is veel te direct, heeft hij gemerkt. ,,Maar in mijn boeken blijf ik het doen. Ik geloof in het cliché dat fictie er is om mensen te leren hoe ze een beter mens kunnen worden.”
Tommy Wallach: We keken allemaal op
384 blz. paperback. €17,99
Querido