Colson Whitehead schreef een van de grote romans van 2016. De ondergrondse spoorweg is zijn magnum opus. Hij won er The National Book Award voor.
In de roman volgt de lezer Cora, een slavin die op het dieptepunt van de slavernij wegvlucht van een katoenplantage en met ‘de ondergrondse spoorweg’ naar het vrije Noorden hoopt te komen. ‘The underground railroad’ bestond, in die zin dat het een illegaal, bovengronds netwerk was, van antislavernijactivisten die slaven opvingen, lieten onderduiken en hielpen verder reizen.
Maar wat nu als ‘de ondergrondse spoorweg’ een echt tunnelstelsel was geweest? De treinen, die op ongeregelde tijden aankomen en vertrekken, voeren Cora mee langs alle denkbare, gruwelijke vormen van slavernij, racisme en terreur.
VersTwee sprak Colson Whitehead (47) op een zondagmiddag in Amsterdam. Op een voor hem, als politiek geëngageerd auteur, moeilijk moment in de Amerikaanse geschiedenis.


Colson Whitehead editrrix
(foto edittrix)

Zijn naam hoeft niet eens te vallen. Het toeval wilde dat Colson Whitehead in Nederland was, ter promotie van zijn roman De ondergrondse spoorweg, ten tijde van de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president. Hoe was dat?
‘De dag nadat hij was gekozen was ik op weg naar het vliegveld voor een reis naar Engeland voor dit boek. De blikken van de passagiers op het vliegveld. Was dit echt gebeurd? Iedereen was shellshocked. Sindsdien is er geen dag geweest zonder woede en dat zal nog wel een tijd aanhouden, vrees ik. Het contrast met zijn voorganger is zo groot. Dit is echt terug naar de jaren vijftig en nog vroeger, naar de dagen van de civil rights movement.’

Hoe heeft jouw omgeving gereageerd?
‘Ik vroeg mijn moeder of dit de slechtste president ooit is. Ja, zei ze, erger nog dan Nixon. Nixon haatte zwarte mensen, maar hij wist wel hoe politiek in elkaar zat. Reagan had tenminste respect voor het ambt. Deze heeft geen politieke ervaring. Hij weet niets van het sluiten van een deal. We zullen zien wat gebeurt.’

Ben je nog ergens optimistisch over of hoopvol?
‘Nee.’ Hij lacht hard. ‘Hij is zo corrupt. De mensen om hem heen ook. Ik hoop op impeachment. Dat moet vanuit zijn partij komen, de Republikeinen moeten het doen. Over twee jaar zijn de midterms, dat geeft enige hoop. En hoopgevend zijn ook de onderzoeken die lopen naar zijn banden met Rusland.’

Is de les uit jouw roman, zo er een les te trekken valt, dat het altijd zo is geweest en dat er hooguit pieken en dalen zijn? De conclusie van een van de personages luidt: ‘Amerika is een waanidee, het grootste van allemaal. De blanken geloven – geloven met hart en ziel – dat het land hun rechtens toekomt. Dat zij het recht hebben indianen te vermoorden. Oorlogen te beginnen. Hun broeders tot slaaf te maken. Als er in deze wereld ook maar van enige gerechtigheid sprake zou zijn, zou dit land niet mogen bestaan, want het is gegrondvest op moord, diefstal en wreedheden.’
‘Dat moet de conclusie zijn. Cora komt uit op een betere plek dan waar ze aan het begin was, maar dat was ook de slechtst denkbare plek op aarde. Ook al zou ze in Massachusetts de loterij winnen en miljonair worden, ze zou nog altijd een zwarte vrouw zijn in 1850’s in de VS, een racistisch land. Er zijn gradaties van vrijheid. Ze zou niet langer slavin en een beetje vrij zijn, maar niet meer dan dat.’

Dit lijkt mij typisch een roman die je altijd hebt willen schrijven. Ooit zou het er van komen. Geen boek van: nu pak ik dit even bij de kop.
‘Het eerste idee  stamt van 16 jaar geleden. Stel nu eens dat de ondergrondse spoorweg echt een tunnelstelsel was. Ik stelde me er een Gulliver’s Travels-type structuur bij voor. Alleen zag ik toen zo op tegen de research naar slavernij. En ik vroeg me af of ik het technisch wel zou kunnen? Ik moest groeien. 16 jaar geleden was ik zo’n Generation X-figuur. Een luilak, niet geëngageerd. Als ik meer zou schrijven, dan zou ik het ambacht onder de knie krijgen. Pas dan zou ik het kunnen. Als ik meer wist over de wereld en meer wijsheid had, dan kon ik een boek als dit schrijven. Eerder niet. Persoonlijke groei was nodig, zodat ik de personages recht kon doen. Ik schreef boeken over poker, met veel humor. Ik heb altijd twee, drie ideeën, maar het moest niet zo worden dat ik voor dit boek bleef weglopen. Ik begon aan een boek over een schrijver in New York. Ik herkende de stem. Die ik al eens had gebruikt. En dat moest niet. Een teken dat het echt moest gebeuren.’

De stijl is sober, de verteller zit op wisselende afstand van de personages. Wat is daartussen het verband?
‘Stem heeft met stijl te maken. De beweging van de plot wist ik. De stem kwam gelukkig snel en bleek een goed instrument voor dit materiaal. Je bent als lezer dichtbij Cora, maar hebt de goede afstand tot het geweld. Er zit zo veel bruutheid in dit boek. Dan is het goed om enige distantie te hebben. Ik wilde ook bondiger schrijven dan in mijn eerdere boeken. De afgelopen jaren was ik schrijfdocent. Vijf jaar had ik daardoor geen fictie geschreven. Het docentschap hield me weg van de schrijftafel, maar ik ben er wel een goede redacteur door geworden. Waarom doe je dit? Kan dit niet weg? Ik moest natuurlijk wel naar mijn eigen adviezen luisteren en bondig zijn.’

Geef eens een voorbeeld.
‘De museumscène waarin Cora een slavin moet spelen in een tableau over de tijd van de slavernij in de Amerikaanse geschiedenis. Die scène is twee pagina’s. Mijn oude ik had dat in 20 pagina’s gedaan. Ik zou over de curator hebben geschreven, zijn doopceel hebben gelicht en alle diorama’s hebben beschreven. Het is een verwijzing naar de kermissen en andere gelegenheden waar zwarte mensen als wilden werden uitgebeeld. In dit korte stuk zit toch alles. Keken en bekeken worden. Leugens en verhulling. Cora die geen geschiedenisboek heeft gelezen, maar wel weet dat de uitbeelding in het museum niet kan kloppen. Ze zou niet op het dek van het slavenschip hebben gezeten, zoals in het museum wordt uitgebeeld, maar ergens onder in het ruim hebben gelegen met tientallen anderen.’

Je wilde geen emotionele taal.
‘Ik heb veel slavengeschiedenissen gelezen. Verslagen, vastgelegde orale geschiedenissen. Ze beschreven de gruwelen zakelijk en met distantie. Als het jouw dagelijkse realiteit is, wordt het normaal. Als je moet toezien hoe je moeder geslagen wordt, vernederd, verkracht, dan ga je je afsluiten. Emotionele afstand ontstaat dan vanzelf. Het moet wel, anders word je gek. En in mijn taal moest dat tot uitdrukking komen.’

Hoe moeilijk was het om het hoofdstuk over Ridgeway te schrijven, de blanke slavendrijver?
‘Hij kwam laat. Zijn faam reisde hem vooruit. Er werd al over hem gesproken voordat hij in de roman verschijnt. Lange tijd, vier maanden om precies te zijn, had ik een paar witte pagina’s in het manuscript. Daar moest dit hoofdstuk komen. De plek in de structuur wist ik. Op tweederde van het werk las ik over het aloude netwerk en New York. Het gevecht van de advocaten om voormalige slaven ook echt uit de handen van slavendrijvers te houden. Toen wist ik hoe ik over Ridgeway kon schrijven. Hij had in New York kunnen zijn. Dat was mijn ingang tot hem. Ik wilde een formidabele slechterik tegenover Cora zetten. Zijn gedachtegang en argumentatie, zijn valse beroep op de geschiedenis en het idee van white supremacy maakten het niet makkelijk.’

Hysterical Mark Underground Railroad borden
(foto Hysterical Mark)

Is jouw oorspronkelijke idee – wat als de ondergrondse spoorweg echt een tunnelstelsel was geweest waarmee slaven naar de vrijheid konden reizen? – tijdens het schrijven veranderd?
‘Ik heb het telkens per hoofdstuk ingevuld, om de verschillen tussen bijvoorbeeld twee Amerikaanse staten te benadrukken. Voor South Carolina koos ik een toekomstig, om niet te zeggen futuristisch décor. Voor Tennessee een woestenij van koorts en vuur, nucleair, post-apocalyptisch. Vroeger las ik veel science fiction. Ik zie verband tussen science fiction en Beckett. Bij het hoofdstuk in Tennessee had ik Wachten op Godot in gedachten. Tennessee, twee mensen die zitten te praten in een wasteland.
En over andere auteurs gesproken. Ik herlas Honderd jaar eenzaamheid van Márquez. De eerste highbrow auteur die ik fantasy zag gebruiken. Fantasy is een gereedschap. Een volumeknop die je harder en zachter kunt zetten. Dat heb ik gedaan in deze roman. Soms draaide ik de knop even terug. Ik houd van het stalen gezicht van Cora als ze voor het eerste een wolkenkrabber ziet. Het zakelijke in fantasy is geweldig. In een interview achter in mijn editie van Honderd jaar eenzaamheid vertelt Márquez over zijn grootmoeder. Hoe zij altijd verhalen en fabeltjes zat te vertellen. Met stalen gezicht. Hij had geen idee of ze de waarheid sprak of zat te fabuleren.’

Er wordt de laatste jaren meer over slavernij geschreven, er worden meer films gemaakt. Ik houd niet van het woord in dit verband, maar is het een trend?
‘Wel een die lang aanhoudt, hoop ik. Er zijn, denk ik, meer kunstenaars die zich met slavernij bezighouden en vinden dat de verhalen moeten worden verteld.  Films als 12 Years a slave en Selma. Er zijn meer artiesten, maar nog steeds te weinig. Screenwriters en regisseurs krijgen kansen nu er streaming-platforms zijn. Goed, want er zijn nog steeds veel zwarte mensen uit het verleden wier verhaal niet is verteld.’

Vier pagina’s voor het einde schrijf je: ‘Wie ben je nadat je zoiets groots hebt verricht? Want door dit alles aan te leggen, ben je er ook doorheen gereisd, naar de andere kant.’ Gaat dit over jezelf?
Grote glimlach. ‘Iedere keer aan het einde van een boek is daar het licht aan het einde van de tunnel. Zoete vrijheid. Het is een reis geweest. Ik herinner me het schrijven van de laatste twintig pagina’s nog goed, twee novembers geleden. Ik herinner me het licht, het moment van de dag. De losse draden die samenkomen. Ik herlees de laatste vijf pagina’s regelmatig, om even terug te gaan naar de twee dagen waarop ik ze heb geschreven. Ik had het toch maar mooi gedaan. Dit boek is een stap voorwaarts. Maar je achtste boek moet ook beter zijn dan je eerste. En beter dan je zevende. Ik durf te zeggen dat dat zo is. Op dit boek ben ik trots.’

Colson Whitehead: De ondergrondse spoorweg.
Vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema.
347 blz., 21,99 euro.
Uitgeverij Atlas Contact.