Twee Nederlandse romans met boerderijen in een leeg dijklandschap. Onder de mensen van Mathijs Deen en Dingen die niet mogen van Sabine van den Berg. De beelden schuiven over elkaar heen.

Zelfs als je meent een zo breed mogelijk spectrum aan boeken te lezen, komt het voor dat je in korte tijd twee boeken leest die veel gemeen blijken te hebben. Het kan om heel basale beginsituaties gaan.
Zo zou ik lezers niet aanraden om de thrillers Leven of dood van Michael Robotham en De Zoon van Jo Nesbø achter elkaar te lezen. Alleen al om de setting: een gevangenis. Waar dan de parallelle positie van de eenzame gevangenen rond wie de romans draaien nog eens bij komt. Handig voor wie de boeken wil vergelijken, maar de kans is groot dat onwillekeurig de verhalen in je hoofd door elkaar gaan lopen.

Recent overkwam het me opnieuw toen ik in korte tijd na elkaar Onder de mensen van Mathijs Deen en Dingen die niet mogen van Sabine van den Berg las. Twee romans die spelen in een boerderij onder hoogspanning, tegen de dijk aan. Spanning vooral tussen man en vrouw, tussen boer en boerin – bij Deen zijn er nauwelijks andere personages.

Het boek van Mathijs Deen is al negentien jaar oud. Het verscheen onder een andere titel bij een andere uitgeverij en is nu door Deens huidige uitgever, Thomas Rap, opgepikt om in het kader van het 50-jarig bestaan opnieuw uit te geven. In het kielzog van het succes van zijn boek De Wadden en ter overbrugging tot het verschijnen van zijn volgende boek waarvoor hij nog een aantal malen op reis moet.

Negentien jaar oud. Vóór Boer zoekt vrouw, vóór plattelandsromans als Boven is het stilDe verzonken jongen en Het land. Het blijkt een pareltje van vertelkunst. Over Jan, de boer die nooit aan de vrouw is geraakt en zijn ouders heeft verloren bij een auto-ongeval. Hij plaatst een advertentie waar hij vier reacties op krijgt, alleen weet hij niet dat het er vier van dezelfde vrouw zijn. Omdat hij reageert op de brief van Wil, neemt zij die rol aan. Ze dringt zich aan hem op in een ultieme poging iets van haar leven te maken; hij is vast van plan er het beste van te maken.

Gemakkelijk is het niet. Maar de wil is er. (Ze draagt die naam niet voor niets.) En anders is er het weidse landschap dat lucht brengt, en momenten van bezinning. Een landschap met de dijk als horizon. Daar achter de zee met de illusie van ontsnapping. Maar een dijk heeft twee kanten. Een dijk is ook tot hier en niet verder. Een grens, een symbool. Er is een einde aan hoe ver je kunt gaan.

In een interview heeft Deen gezegd dat hij per se wilde dat Jan en Wil, die eigenlijk Irene heet (naar de aardappel), zouden slagen in hun poging bij elkaar te blijven. Dat is voelbaar in de hele roman, maar neemt nergens de spanning weg.

Negentien jaar vóór Dingen die niet mogen ook, de nieuwe roman van Sabine van den Berg. Overigens zonder haar of iemand anders ergens van te beschuldigen. De eerste versie van Deens roman, Moeder doen, bleef vrijwel onopgemerkt. Er verscheen alleen een recensie van in het Agrarisch Dagblad.
(Moeder doen als titel is ondertussen opnieuw gebruikt, door F. Starik, die volgens Deen zijn boek niet kende. Deen: ,,Maar als je toch een boektitel jat, doe dan Oorlog en vrede.”)

De setting is ook bij Van den Berg een boerderij aan de dijk, het zou bij wijze van spreken dezelfde kunnen zijn. Wat dus maakt dat de beelden van de boeken over elkaar heen schuiven.
Hier geen stadse vrouw die zich meldt, dit is een roman over een huwelijk dat door zwijgen, slapte, frustratie, nurksheid, achterdocht en misdaad uiteen dreigt te vallen.

De achterdocht ontstaat wanneer tien jaar na dato nog altijd niet de gewelddadige dood van een jong meisje is opgelost en de dochter des boederijs een relatie aanknoopt met de broer van het vermoorde meisje. De vrouw probeert steeds de gedachte te bedwingen dat haar man meer weet of wellicht zelfs de dader is. Ze maakt het op uit de manier waarop hij met hun dochter omgaat, die hij voortrekt boven hun geniale, maar zachtaardige zoon. Zij laat hem viool spelen, wat hem in de ogen van zijn vader tot een slappeling maakt – en ongeschikt voor het boerenvak. Signalen. Maar ook aanwijzingen?
Ik raakte niet los van het idee dat Sabine van den Berg voor deze roman de moord op Marianne Vaatstra als uitgangspunt heeft genomen. De moord op een Fries meisje die lang onopgelost bleef en waar nu een boer uit de omgeving voor veroordeeld is.

Waar de stijl van Deen eerder afgemeten is, terug gesneden tot de essentie, met vaak een verrassende observatie, benevelt Van den Berg de lezer met haar precisie. Zoals de boerin zichzelf beschermt door zich op haar taken te storten, zo schrijft Van den Berg haar zinnen: met een soms gekmakende nauwgezetheid. Bezwerend. Als de boerin nu maar dat doet wat ze altijd doet, zal de werkelijkheid van alledag niet veranderen.
Het is ongemeen boeiend om Van den Berg in deze haast hyperrealistische alinea’s te volgen. Aan deze precisie mag geen einde komen, want dan stort de houvast van de boerin in. Daar staan helaas ook mindere passages tegenover. Zo is er een hoofdstuk waarin het perspectief per alinea heen en weer springt. Dat werkt dan weer niet. Al blijft de spanning ook hier overeind.

Twee boeken aan deze kant van de dijk. Zo verschillend, maar in de verbeelding van het lege landschap en het nurkse zwijgen zijn er toch de nodige overeenkomsten die zich opdringen. Lezen, allebei. Maar lees er een paar andere boeken tussendoor. Stadsromans bij voorkeur.


Mathijs Deen: Onder de mensen.
Thomas Rap.

Sabine van den Berg: Dingen die niet mogen.
Atlas Contact.

Foto:  Johan Wieland