Twee broertjes. Jadran is 16, een reus met een verstandelijke beperking. Josh is 11 en zijn beschermengel. Jef Aerts schrijft met De blauwe vleugels een verhaal over schuld, vriendschap, loyaliteit en een gezin waarin iedereen worstelt met een gebroken verleden.


door Marjon Kok

De vergelijkingen dringen zich op. Terwijl Jaap Robben werkte aan Zomervacht, een verhaal over Brian (13) die in de zomervakantie plotseling voor de zorg van zijn lichamelijk en verstandelijk gehandicapte broer komt te staan, moet Jef Aerts even verderop in Vlaanderen ook aan zijn schrijftafel hebben gezeten.  Om in zijn jeugdroman precies hetzelfde te beschrijven, maar dan omgekeerd. Waar Jaap Robben twee broers bij elkaar brengt, dreigen de broertjes in de versie van Jef Aerts uit elkaar te worden gehaald.

Zomervacht verscheen in september, De blauwe vleugels nauwelijks twee maanden later.  Hier is sprake van toeval, als toeval zou bestaan. Twee grote geesten die min of meer tegelijk op hetzelfde idee komen, dan moet dat idee wel goed zijn. En dat is het ook. De band tussen broertjes waarvan de een niet goed kan meekomen in een gebroken gezin, leent zich prachtig voor thema’s als loyaliteit, vriendschap, verdriet, maar vooral schuld.

De blauwe vleugels begint als Josh, Jadran, hun moeder en haar nieuwe liefde Murad en zijn dochter Yasmin, naar de kraanvogels gaan kijken. Ook hier is het vakantie, dus niemand hoeft naar school en ook Jadran heeft vrij van de zorgboerderij waar hij dagdagelijks verblijft.  Bij het meer niet heel ver van de flat waar het gezin sinds een week in een nieuwe samenstelling woont, strijkt in de herfst een kolonie neer, een tussenstop naar het zuiden. Jadran is zijn luidruchtige enthousiaste zelf en met zijn lawaai en wilde gebaren jaagt hij de kraanvogels weg. ‘Het is allemaal mijn schuld hè’, zegt hij hier voor het eerst.
Eentje blijft achter, een jonkie nog, verstrikt in visdraad. De jongens maken het vogeltje vrij en ontfermen zich over hem. ‘Spriet’ mag mee naar huis. Het balkon wordt zijn hok, de broers voeren Spriet liefdevol en het dier raakt aan hen gewend.

Het gaat mis, natuurlijk gaat het mis. Spriet moet leren vliegen zodat hij terug kan naar zijn familie in het zuiden. Hoog op de brandladder doen Josh en Jadran het voor. Josh valt, belandt in het ziekenhuis met een driedubbel gebroken been. Alsof het nog niet erg genoeg is allemaal wordt iedereen er door het ongeluk van doordrongen dat Jadran niet langer thuis kan blijven wonen. Hij zal in de zorgboerderij moeten gaan wonen. Het voelt als straf voor Jadran, ook het ongeluk is immers ‘allemaal mijn schuld’.
De broertjes die altijd onafscheidelijk zijn geweest, dreigen uit elkaar te worden gehaald. Dit keer neemt Jadran het initiatief. Hij haalt Josh over om samen met hem de kleine kraanvogel Spriet naar zijn familie in het zuiden te brengen. Alleen Yasmin, het nieuwe ‘zusje’ van de twee, is op de hoogte van hun vlucht.

Iedereen in het boek zoekt een nieuw evenwicht, iedereen wil thuiskomen of thuis blijven. Yasmin is de indringer, een nieuweling die wordt gewantrouwd. Dat ook dit meisje zich onveilig voelt, is iets dat de broertjes natuurlijk niet zien. Het jonge vogeltje Spriet moet ook naar zijn familie. En tegelijk dreigt Jadran van zijn familie te worden verstoten. Het is een mooie laag die Jef Aerts in De blauwe vleugels aanbrengt.

Maar toch. Hier en daar hapert er iets. Zo had Jef Aerts er beter aan gedaan als het einde niet zo verschrikkelijk harmonieus was geweest. Het avontuur dat de broertjes beleven, maakt hun moeder duidelijk dat Jadran tot veel meer in staat is dan zij had aangenomen. Deze reus kan voor zijn broertje met het gebroken been zorgen. En deze jongen kan zijn gevoel onder woorden brengen. Zo wordt duidelijk dat Jadran zich altijd schuldig heeft gevoeld over het feit dat hij bestaat. Als hij niet was geboren, vertelt hij zijn moeder als het avontuur achter de rug is, zou zijn vader bij zijn moeder zijn gebleven. Hij is schuldig aan het leven.
Dat maakt dat Jadran niet op de zorgboerderij hoef te wonen. Het samengestelde gezin gaat het nog een tijdje met elkaar proberen. De blauwe vleugels mag bedoeld zijn als jeugdroman, dit is geen goede boodschap.

De boodschap was een stuk geloofwaardiger als Jef Aerts duidelijk had kunnen maken dat ook jongens als Jadran op een gegeven moment de leeftijd hebben bereikt dat ze kunnen uitvliegen. Ooit moeten kinderen het nest verlaten en op eigen benen staan. Net als het kraanvogeljong Spriet door de jongens wordt losgelaten, moet Jadran een stap naar volwassenheid mogen nemen.

Als jeugdliteratuur al hoopvol moet eindigen, was dit net zo hoopvol geweest. Het had ervan getuigd dat kinderen en ook verstandelijk beperkte kinderen serieus worden genomen. Niet altijd komt alles goed. En als het niet goed komt, komt het op een andere manier uiteindelijk toch wel weer goed.

omslag-de-blauwe-vleugelsJef Aerts: De blauwe vleugels
Illustraties: Martijn van der Linden
184 blz. 16,99 euro
Querido

(recensie Zomervacht van Jaap Robben hier)