Zo kenden we Valeria Luiselli niet. Niet eerder deed ze zo frivool en gek. Sommige delen van haar roman De geschiedenis van mijn tanden zijn hilarisch, de tekst neemt bizarre wendingen die we in Nederland kennen van haar oudere, mannelijke collega’s Willem Brakman of Atte Jongstra. En dat een vrouw een konijn koopt en het dier Cockerspaniël noemt, het zou zo in een roman van Herman Brusselmans kunnen voorkomen.

Op gekte hadden we Valeria Luiselli (32) nog niet kunnen betrappen. De Mexicaanse is de meest enerverende schrijfster in lange tijd. De essays in Valse papieren en de roman De gewichtlozen horen bij de zeldzame boeken die altijd binnen handbereik zijn en telkens tot herlezing uitnodigen cq. dwingen. Verbeelding, eruditie, een verrassend vermogen tot observeren en fabuleren. Van alles, maar een overdaad aan humor zat er niet in. Niet dat het ontbrak, maar nu het er is, in haar nieuwe roman, voegt het wel toe aan het spectrum van haar mogelijkheden.
Nee, Valse papieren en De gewichtlozen waren onomwonden literair. Ze strooide kwistig met namen, van de oudheid tot nu. Ingevoerd in alle letteren, tot in de haarvaten van de cult aan toe. Filosofie, sociologie, geschiedenis. In Valse papieren met name kwamen die met elkaar in gesprek.
Luiselli was, kortom, niet van de straat, al had ze daar wel degelijk oog voor. Van alles wat Valse papieren is, is het vooral ook een reisboek. Ze muntte de term ‘relingo’, een functieloze snipper grond op een straathoek. Het effect was dat de lezer meer op relingo’s ging letten dan op de gebouwen. Relingo’s duiken ook in De geschiedenis van mijn tanden weer op.
Ook vallen er weer veel schrijversnamen, in vrijwel alle gevallen voorzien van andere voornamen dan we gewend zijn. Fredo Sánchez Dostojevski, dat werk. De voorbeelden zijn legio. Je schrikt bijna als er volledige, complete, juiste namen in voorkomen, zoals Juan Gabriel Vásquez en Alan Pauls.

Valeria Luiselli, Geschiedenis tanden voorplat      13.-Valeria-Luiselli_author_photo

De geschiedenis van mijn tanden vertelt het knotsgekke levensverhaal van Gustavo Sánchez Sánchez, bijgenaamd Snelweg. De praatjesmaker die zegt zo’n discrete man te zijn is geboren met vier tanden en daar gaat hij wat aan doen. Hij heeft gelezen dat een schrijver met de opbrengst van zijn boek zijn hele gebit heeft laten reviseren. Zoiets wil hij ook. Snelweg probeert van alles, maar het is als veilingmeester dat hij fortuin maakt. Hij wil niet zo maar een gebit. Op een veiling weet hij, ondanks felle concurrentie, de hand te leggen op de tanden van Marilyn Monroe. Voorbij is zijn tandeloze tijd. Echter, hij heeft een slecht huwelijk gesloten. Zijn zoon komt hem achterna en hij koopt zijn vader op een veiling waar deze zelf de veilingmeester is. Kortom, kolder.

Maar ook het excentrieke De geschiedenis van mijn tanden is nadrukkelijk literatuur. Op een dag tegen het eind van zijn leven vraagt Snelweg aan een jongeman genaamd P. Menard om zijn levensverhaal op te tekenen. Zoals in De gewichtlozen subtiel en langzaam het perspectief draaide, zo krijgen we in de volgende reeks aan korte hoofdstukken het verhaal van De geschiedenis van mijn tanden gewoon nog een keer. Nadere uitleg over Snelwegs handel, wandel en zijn tanden. Je raadt het al, het wordt er alleen maar onduidelijker op. Maar grote hilariteit is ons deel.
Eentje dan nog.
Een vrouw ergert zich aan haar zoon – hij heet Primo Levi, ook dat nog – die steeds in slaap valt. Narcolepsie, maar dat weet ze niet. Ze plakt hem postzegels op het voorhoofd om hem naar Suriname te sturen. Maar ze heeft vier zegels te weinig.

Valeria Luiselli heeft het boek eerder de losse teugel gegeven dan als concept geschreven. In het nawoord schrijft ze dat deze Nederlandse vertaling eigenlijk, na het Spaanse origineel en de Engelse vertaling, de derde versie is. Er is door Luiselli aan doorgewerkt en dat zal ze in volgende vertalingen blijven doen.
Dit zal mede zo zijn door de wonderlijke, en wonderlijk mooie ontstaansgeschiedenis van de roman. In een interview dat ik met haar had in Berlijn toen De gewichtlozen zou verschijnen, vertelde ze daar al over.
Ze was in contact gekomen met een vruchtensapfabriek in Mexico, die een grote tentoonstelling sponsorde. Luiselli kwam op het idee contact te zoeken met de arbeiders in de sapfabriek en hoopte aan te sluiten bij een oude Cubaanse traditie: die van de tabaksvoorlezer. In de tijd dat er nog geen radio was, laat staan arbeidsvitaminen, werden sigarenrollers in de Cubaanse tabaksfabrieken voorgelezen. Ter educatie en ter ontspanning. Ter lering en vermaak. En tegen de eentonigheid en verveling.

Valeria Luiselli schreef een feuilleton dat in de sapfabriek kon worden voorgelezen. De nabesprekingen door de arbeiders werden opgenomen en zij kreeg de beschikking over de opnames. Waardoor een wisselwerking ontstond. Ze had de ‘chapbooks’, zoals ze ze noemt, geschreven onder het pseudoniem Gustavo Sánchez Sánchez en de verbazing was groot toen ze aan het eind een bandje terugstuurde waar haar stem op te horen viel.
Veel van de verhalen in De geschiedenis van mijn tanden kwamen van de arbeiders.Een bijzonder procedé dat een bijzonder boek heeft opgeleverd. Met een speelse gekte waarmee Valeria Luiselli aansluit bij de frivole, ongeremde, fantastische traditie in de Latijns-Amerikaanse literatuur. De schrijvers daar zijn nergens bang voor, niets is hun te gek, ze deinzen nergens voor terug. Ze hebben niks te verliezen.En hoe fantastisch is het om Valeria Luiselli te volgen op de onvervaarde tocht die ze onderneemt, ver van de gebaande paden. Het levert de meest avontuurlijke literatuur op die in lange tijd is geschreven.

 

Valeria Luiselli: De geschiedenis van mijn tanden
Vertaling: P. Menard
205 pagina’s, 19,50
Uitgeverij Karaat

© foto Valeria Luiselli: Alfredo Pelcastre/PR