door Marjon Kok
Zou er symboliek te vinden zijn in iedere stad? John Green verplaatste Hazel en Guz in Een weeffout in onze sterren heel bewust naar Amsterdam. Amsterdam, de stad die al lang verdronken zou zijn als de zee niet werd gecontroleerd door dijken en kanalen, is een prachtig metafoor voor de ten dode opgeschreven hoofdpersonen. Hazel heeft het type kanker dat ervoor zorgt dat haar longen vollopen met vocht. Dat haar verdrinkingsdood wordt uitgesteld, is te danken aan een medicijn.
Schildpadden tot in het oneindige, de roman waar John Green-liefhebbers vijf jaar op hebben moeten wachten, speelt zich af in Indianapolis. De stad is ooit bedacht aan de White River en pas toen het te laat was om nog een andere locatie te kiezen, kwamen ze er achter dat de White River slechts vijftien centimeter diep is. ‘Ik denk dat ik misschien net zo ben als de White River’, zegt Aza om wie het allemaal draait, ergens in de roman. ‘Onbevaarbaar’. Waarop haar vriendin Daisy beschrijft hoe zíj het ziet: ‘Ze hadden die kloterivier en zijn erin geslaagd daar best een toffe stad omheen te bouwen. Jij bent de rivier niet. Jij bent de stad.’
Je doet het met wat je hebt. Dat is waar het in Schildpadden tot in het oneindige uiteindelijk om draait. Aza is 16 en heeft een angstsyndroom dat haar leven beheerst. Ze heeft een naam met prachtige mogelijkheden – van A naar Z en weer terug. Maar haar gedachten zijn niet van haarzelf. Steeds als het even mooi dreigt te worden komt er iets in haar hoofd waarvan ze het verliest. Zoals ze aan haar therapeut vertelt: ‘Als ik in de kantine zit, moet ik er ineens aan denken dat er allemaal dingen in mij leven die mijn eten voor me opeten en dat ik hen eigenlijk bén. Geen mens, maar een walgelijke, wriemelende klodder bacteriën.’ De smerigheid die dwars door haar heen gaat, probeert Aza tegen te houden met ontsmetter, dat ze repeterend op het wondje van haar vinger smeert en uiteindelijk zelfs drinkt. Het beschermt haar tegen haar gedachten, die heel even tevreden zijn gesteld.
Ze drinkt het als ze een zoenpartij heeft afgebroken met Davis Pickett, de miljardairszoon die haar vriendje zou kunnen worden. Zoenen vindt ze fijn, maar de bacteriën die daarmee in haar lijf komen zijn walgelijk en potentieel dodelijk. Steeds keren de dwanggedachten terug.
En zo laat Aza niemand echt dichtbij en maakt de stoornis dat ze vooral met zichzelf bezig is. Het komt niet in haar op om interesse te tonen in de mensen om haar heen. Hoe haar beste vriendin Daisy het thuis heeft? Hoe haar zusje heet, wat haar vader doet? Ze heeft geen idee.
Schildpadden tot in het oneindige is de beschrijving van een leven met ernstige dwanggedachten. Een leven dat John Green van binnenuit kent. Ook hij heeft een obsessief-compulsieve stoornis die ongeneeslijk is en dat maakt deze roman tot zijn meest persoonlijke. Het verhaal is verzonnen en dat maakt het tegelijk ook waar. Gelukkig heeft Aza Daisy en haar vriendschap is onvoorwaardelijk.
Schildpadden tot in het oneindige is een roman op de vierkante meter. Aza beweegt zich tussen thuis, school en Applebee’s, waar je hamburgers met korting kunt eten, in de auto die ze Harold noemt en ze van haar vader heeft geërfd. Een roman op de vierkante meter ook wat actie betreft. Veel gebeurt er niet. Er is een miljardair, Russel Picket, die op de vlucht is omdat hij heeft gefraudeerd en er is een beloning voor de gouden tip over zijn verblijfplaats; geld dat Daisy en Aza goed kunnen gebruiken om naar de universiteit te kunnen. De verdwijning van de idiote miljardair lijkt John Green alleen nodig te hebben om Aza in contact te brengen met Davis, die met de verdwijning van zijn vader samen met zijn broertje Noah alleen in de moderne villa aan de rivier is achtergebleven.
Het gebrek aan intrige schept ruimte voor andere zaken. Green strooit met wijsheden, die hij zijn personages in de mond legt. Zo voelt Aza zich ‘iemands iets’, en voegt Daisy er aan toe dat je ook ‘jouw jij’ bent. En zo denkt Aza dat ze een verhaal is dat wordt verteld en denkt Daisy dat Aza tegelijk ook zelf het verhaal vertelt. Een verhaal met een plot vol gaten, maar wel een verhaal.
Wie ben je en wat bepaalt wie je bent wordt in Schildpadden tot in het oneindige met oneindig veel metaforen beschreven. Het wondje aan haar vinger dat Aza steeds weer openkrabt om het daarna te kunnen ontsmetten, zegt veel over de spiraal waar Aza niet uit kan komen. Het lichaam wil genezen, de geest is daar niet toe in staat.
Ziekte is een verhaal dat in de verleden tijd hoort te worden verteld. Het was een horde die je nam of een veldslag die je hebt gewonnen. Maar zo is het leven niet. In Schildpadden tot in het oneindige vindt niemand oplossingen of antwoorden. Slechts de vragen worden beter. En dat is waarmee je het uiteindelijk moet doen.
John Green: Schildpadden tot in het oneindige
Vertaald door Aleid van Eekelen-Benders
15,99 euro
Gottmer