Recensie: Johan Harstad - Max, Mischa & het Tet-offensief

Het lijdt geen twijfel dat Max, Mischa & het Tet-offensief van Johan Harstad de meest spectaculaire roman van deze tijd is. Een kathedraal van een roman, als er al geen tien romans in verborgen zitten. Fenomenaal goed, maar er is natuurlijk altijd ruimte voor een paar kanttekeningen.


De Max uit de titel is Max Hansen, een Noor uit Stavanger. Dit is zijn verhaal, dit is zijn leven. Zijn ouders verhuizen naar de VS als zijn vader, een piloot, daar een nieuwe baan kan vinden na een ontslag bij een Noorse vliegmaatschappij. Amerika nota bene. Voor Max’ vader vroeger de vijand. Zijn vrouw en hij waren sinds de jaren zestig overtuigde communisten en voerden ooit actie tegen alles wat uit de VS kwam.
Max had altijd een genuanceerdere kijk op Amerika. Mede door zijn fascinatie voor de Vietnam-oorlog. Met zijn vriendjes in Stavanger speelde hij altijd het Tet-offensief na. De Vietnam-oorlog loopt als een van de vele rode draden door dit machtige breiwerk, een vergelijking die niet mankt gaat, maar wordt ondersteund door het gegeven dat Max’ moeder ook later in de VS een breiwinkel heeft. (Ik moest steeds denken aan de truien in The Killing, maar dit terzijde.)
In de VS kan Max moeilijk zijn draai vinden. Hij ontmoet op de middelbare school Mordecai, die hele dialogen uit de film Apocalypse Now uit zijn hoofd blijkt te kennen, de Vietnam-film van Francis Ford Coppola, uiteraard de lievelingsfilm van Max. Ze sluiten vriendschap, gaan van zwemmen over op toneel. Max wordt later een beroemde theaterregisseur, Mordecai  een dito (film)acteur.
Mordecai stelt hem voor aan Mischa, een vrouw van midden twintig, die valt voor Max, terwijl hij nog maar 16 is.
Het verhaal van Max, Mischa & het Tet-offensief omspant decennia, heeft tal van actuele piketpaaltjes om langs te razen en speelt op alle continenten, op Afrika na. Uitgebreid komen Max’ theateropvattingen en -ervaringen aan de orde, tot aan de gedetailleerde inhoud van enkele toneelstukken aan toe. Via de lijn van Mischa zit de roman vol met kunstwerken en de beschrijvingen ervan, de gedachten er achter, de opbouw van oeuvres. Interessante theoretische stukken ook, daarover straks meer.

Muziek? Natuurlijk, al net zo veel muziek. Door onder andere slinkse cameo’s van Kim Gordon van Sonic Youth (met een citaat van Daydream Nation eindigt de roman) en door de verhaallijn van Max’ oom Owen. Broer van zijn vader, maar ze  zijn niet meer on speaking terms. Owen is, jawel, Vietnam-veteraan (als ex-Noor kan hij anders geen Amerikaan worden) en hij kan een aardig moppie piano spelen. Een net te klein moppie, maar hij redt zich – met hulp, dat wel. Via Owen de jazz, veel jazz. En muziek is natuurlijk altijd een geëigende methode om een verhaal in de tijd te plaatsen.
Tel hier nog een anderhalf dozijn aan bijrollen bij op.

Max, Mischa & het Tet-offensief is een roman van 1230 pagina’s. Het vraagt veel van de lezer en Johan Harstad heeft er alles aan gedaan om die bij de les te houden. Dat ‘alles’  is  vooral een ding: vloeiende volzinnen. Op deze plek alvast een groot compliment voor de vertalers, Edith Koenders en Paula Stevens. Het boek leest als een TGV op volle snelheid.
Wanneer een boek van deze omvang op tafel komt, volgt vroeg of laat de vraag of dit nodig was. Harstad heeft in interviews gezegd dat het boek eerst nog dikker was, hij zou zo’n 30.000 woorden hebben geschrapt. Prima. Maar daarmee is de vraag nog niet van tafel. Het klinkt negatiever dan bedoeld, maar Harstad heeft ervoor gekozen om veel uit te leggen, om veel woorden te hernemen. Alles wat ooit uitgelegd zal worden, zo voel je als lezer al snel, zal ook worden uitgelegd, al dan niet 400 pagina’s verderop.
Maar steeds in die ene stijl, die van de vloeiende zinnen. En te weinig in een ander register, wat mij betreft. Zo weigert oom Owen lange tijd om over zijn ervaringen in Vietnam te praten. Maar omdat alles ooit zal worden uitgelegd, is op pagina 787 het moment daar.
Nu moet Max, Mischa & het Tet-offensief worden gelezen als een soort terugblik van Max op zijn leven. Hij is bezig aan wat hij denkt en hoopt dat zijn laatste theatertournee wordt. Hij is regisseur en hij heeft tegen de gewoonte in besloten bij elke voorstelling aanwezig te zijn, om de spelers  alert te houden. Hij kent ‘de geur van verrotting die om je heen hangt bij de laatste voorstelling’. Maar hij reist alleen, per auto. Zo doorkruist hij de VS, terwijl de acteursploeg vliegt. In een hotelkamer in Minneapolis/St. Paul begint hij zijn verhaal te vertellen. Om deze reden ‘hoort’  de lezer steeds de vertelstem van Max. Dus dat hij het is, die als het ware in zijn eigen woorden, het verhaal van Owen in Vietnam vertelt, is te verklaren en wellicht zelfs logisch. Tegelijkertijd is het jammer. Hoe graag had ik Owen, de bedachtzame, moeilijke prater in diens register dit traumatische verhaal horen vertellen.
Vanaf pagina 1036 idem dito. Hier komt een taxi-chauffeur aan het woord. Had de man een eigen taaltje gegund.
Allemaal niet onoverkomelijk, maar het zou de roman, die al zo gedurfd is, net naar de buitencategorie hebben getild. Het is wellicht flauw de auteur met zijn eigen woorden te confronteren, maar ik doe het toch, om een idee te geven.
Op een bepaald moment besluit Owen pianoles te nemen. Hij moet en zal beter worden om de huur te kunnen blijven betalen van het prachtige appartement dat hem in de schoot is geworpen. Hij gaat naar Harlem, naar Solomon, een beruchte pianoleraar, een veeleisende vooral. Solomon tegen Owen: ‘Jullie blanken, nou ja zeg. Eerst jatten jullie de blues van ons en toen we jazz begonnen te spelen, moesten jullie die verdomme ook nog hebben.’  En dan komt het: ‘Jullie zijn zo bang om fouten te maken en de controle te verliezen dat jullie stijver zijn dan een dode ezel’. Die ezel-vergelijking geldt dan voor Harstad uiteraard niet, maar de vrees fouten te maken en de controle te verliezen, zit wel degelijk in zijn stijl ingebakken.
Verderop, op pagina 766, merkt Max op, tijdens een gesprek met Mischa over haar schilderijen: ‘Toen wij die nacht zaten te praten (…) was stukje bij beetje die verbazend simpele, maar tot dan toe ondenkbare gedachte ontstaan dat je alles ook kon loslaten, dat je de perfectie kon opgeven en dan wel merkte waar het schip strandde’.
Precies wat in Max, Mischa & het Tet-offensief dus niet gebeurt, de perfectie loslaten. Nogmaals, het hoeft niet, maar het zou de roman hebben verrijkt.

Om op de kunsttheoretische stukken terug te komen. Het is precies daar waar de roman dat extra’s brengt. Momenten van vervoering zelfs.
Vanaf pagina 675 voegt Hansen/Harstad – hij geeft dat ook nadrukkelijk zo aan – een tekst in over de kunst van Mischa uit een tentoonstellingscatalogus. De auteur doorbreekt hier, op grofweg de helft van de roman, de klassiek-moderne romanvorm. Door gebruik van een ingelaste tekst, waarin tal van vooruitwijzingen zitten ook, verschuift het paradigma van de roman. Het gaat te ver om hier van een postmoderne ingreep te spreken, daarvoor is het te eenmalig, maar hier gebeurt iets afwijkends in de montage en wat kan de roman dat goed gebruiken.
Denk aan het gebruik van andere teksten, bestaande teksten bij modernisten uit het interbellum als John Dos Passos. Met name hem vanwege Manhattan Transfer. Ook een New York-roman, net als deze van Harstad.

De roman bevat tal van aardige detaillijnen. Is de kwestie van het gebruik van vantablack, het zwartste zwart ooit gemaakt, actueel nu alleen Anish Kapoor er mee mag werken, in de roman wordt het al aangestipt.
Aardig is ook de passage over de film Blade Runner. Mischa is lovend over de film en ze zegt smoorverliefd te zijn geworden op Rutger Hauer.

De finale tenslotte, waarin Harstad er prachtig in slaagt de film Apocalypse Now te verbinden met de orkaan Sandy, verbloemt op slimme wijze dat het liefdesverhaal dat Max, Mischa & het Tet-offensief voortstuwt en bijeenbindt in feite een draak is. Niet te veel verraden. Wel zet het positieve aan het slot aan het denken. Wat zitten er veel gelukkige en geslaagde personages in deze roman. Ze gaan allemaal door momenten van diepe wroeging, ellende, pijn en (liefdes)verdriet, maar er is eigenlijk maar één iemand met wie het slecht afloopt. En wie dat is, wordt hier uiteraard niet vermeld. Omdat iedereen deze mijlpaal gewoon gaat lezen en er dan vanzelf wel achterkomt.

Johan Harstad: Max, Mischa & het Tet-offensief
Vertaling: Edith Koenders en Paula Stevens
1232 blz. 29,99 euro. Uitgeverij Podium

Foto Stavanger is van Angel Torres