Het verhaal moet Garth Greenwell enorm ter harte zijn gegaan. In 2010 won hij de Miami University Press Novella Prize met de novelle Mitko. Die novelle, maar dan in gewijzigde vorm, is het eerste deel van zijn debuutroman, zes jaar later: What Belongs To You. En die roman is ‘maar’ 191 bladzijden dik.
Dat wijst enerzijds op een diepe verbondenheid met het Mitko-verhaal (mogelijk met autobiografische trekjes) en anderzijds op een akelig precies schrijverschap. Voor wie het boek leest kan het geen gekke gedachte zijn dat Greenwell in die zes jaar telkens de tekst opnieuw is doorgegaan en heeft zitten schaven, strepen en andermaal schaven.
Des te opmerkelijker dat hij één onverklaarbare fout lijkt te maken, maar daarover straks.

What Belongs To You vertelt het verhaal van een jonge Amerikaan die doceert aan een prestigieus instituut in Sofia, Bulgarije. Op een avond, op zoek naar een seksueel avontuur, ontmoet hij in een toilet van het National Palace of Culture (hij is niet van de straat) een jonge man die hem bij de eerste aanblik meteen fascineert: Mitko. Een verlopen, maar stoer type. Drank en drugs, dat werk. Ongeleid, autonoom. Gay en kom maar op. Hij wil Mitko niet te dichtbij laten komen, maar zonder hem gaat het ook niet. Telkens wanneer hij zich meldt, kan hij hem niet weerstaan. Is hij wel te vertrouwen? Waarom vraagt hij steeds om geld?

Sofia Cultuurpaleis
(Sofia: Cultuurpaleis, foto: Phil Balchin)

In koele, lange, registrerende zinnen schetst Greenwell de relatie tussen de twee. De eenzaamheid van de Amerikaan drijft hem telkens terug naar Mitko, maar altijd is er de dreiging van geweld en misbruik. De eenzaamheid gaat terug op zijn jeugd in Kentucky (waar de auteur ook vandaan komt), waar homoseksualiteit onbespreekbaar was en leidde tot uitsluiting.
Kan hij in Sofia – waar het vaak nat is, waar het vak sneeuwt, waar de busramen altijd beslagen zijn – wel zijn wie hij in Kentucky niet mocht zijn? Maar wat als daar zo veel offers voor moeten gebracht. Wie kan hij überhaupt vertrouwen?

De kracht van de roman zit in de precieze stijl, het trage verteltempo (dat het immer dreigende onheil prachtig ondersteunt) en de geraffineerde, herhaalde beelden die Greenwell oproept. Zo is de man op een meer ontspannen moment getuige van een alledaags tafereel in een park waarbij een vader speelt met zijn dochter. Hij omhelst en knuffelt haar in de euforie van hun spel. Over een aantal jaren zou zo’n knuffel van vader en dochter vragen oproepen, maar nu kan het nog.
Verderop in het boek komen twee dezelfde knuffels voor, dezelfde lichaamshoudingen, die wel een seksuele lading hebben. Drie dezelfde beelden voor drie verschillende vormen  van intimiteit.

In de beschrijving van lichaamstaal is Greenwell sowieso heel goed. Een prachtige scene speelt zich af in een trein, wanneer zowaar zijn moeder op bezoek is. In de coupe ook een jongetje, dat eerst slaapt en dan lekker dreinerig speelt. Zo ongedurig als kleine kinderen kunnen zijn. De man weet niet waar zijn fascinatie voor de jongen vandaan komt, tot hij merkt dat het jongetje dezelfde gebaren maakt als Mitko en hij naar een jonge uitgave van hem zit te kijken.

Sterk is ook de manier waarop de schrijver beelden heeft gevonden voor uitdrukking van het aloude gegeven dat mensen elkaar slecht of niet begrijpen, voor miscommunicatie en de onbereikbaarheid van de ander. Twee voorbeelden zijn er waarin internet een rol speelt.
Hij beschrijft hoe zijn zuster ooit ontdekte dat hun vader relaties met andere vrouwen aanknoopte via internet. Ze vond zijn chatlogs, maar – hoe tekenend – ze vond alleen de zinnen die hij had getikt, niet de antwoorden.
Al net zo eenzijdig is de communicatie tussen Mitko en diens kennissen via Skype en chat, waar de jonge docent van een afstandje naar kijkt. Wat de treurnis van eenzaamheid versterkt.


(spoiler alert)

En dan die raadselachtige misser, als het al een misser is. Het boek is zo zorgvuldig geschreven dat het er eigenlijk geen kan zijn. Dan is het sowieso een moment out of character. Zonder uit te leggen doet Greenwell niet in stiekeme raadsels.
Op een dag meldt Mitko zich weer. Hij ziet er slecht uit. Hij is ziek. Syfilis. Het is inmiddels twee jaar geleden dat ze voor het laatst contact hebben gehad. Hij kan het niet hebben, denkt de Amerikaan, maar Mitko zegt dat de incubatietijd lang kan zijn. Dat blijkt. Hij heeft het ook. Een treurige gang langs klinieken volgt. Hij heeft medicijnen nodig. Een penicilline-injectie is het beste, want tabletten zouden wel eens niet sterk genoeg kunnen zijn.
Het leidt tot een verdere verwijdering tussen de verteller en Mitko. Mito heeft hem om geld gevraagd voor een injectie, maar dan hoort hij dat er in Bulgarije helemaal geen injectievloeistof voorhanden is. Mito heeft gelogen. Zie je nou wel. Niet te vertrouwen.
Maar de verteller heeft inmiddels een nieuwe vriend, een Portugees. Die laat zich ook testen. Ook besmet. Dan schrijft Greenwell, en passant, terwijl het verhaal focust op de verteller en Mitko, dat de Portugees inmiddels zijn shot heeft gehad. Stelde niet veel voor:

“It seemed to be something he had put behind him as he dressed to go out for dinner with friends”.

In het buitenland (want dat is een advies)? Shot in de betekenis van een shot aan pillen? Klinkt niet aannemelijk. Met alle stennis die ontstaat rond Mitko’s verraad had dit shot meer uitleg verdiend.

(einde alert)

Een smetje op een verbijsterend goed debuut. De serene stijl van What Belongs To You, een van de (ondanks de handzame omvang) grote Amerikaanse romans van deze tijd (en met Yanagihara’s Een klein leven een van de grote gay novels) is door en door Europees. Er zijn in buitenlandse besprekingen al grote namen gevallen – Sebald, Proust – maar denk ook Marias. De beheersing die Garth Greenwell laat zien is bewonderenswaardig. Meer dan zes jaar werk en dan een boek als dit, het duidt op geen moment van verspilling.


 

Garth Greenwell: What Belongs To You.
191 blz. Farrah, Straus and Giroux.
Vertaling, van Adriaan Krabbendam, verschijnt in oktober bij Meridiaan / Atlas Contact

foto Sofia in de sneeuw: Georgi Varzonovtsev

Miss Anna Lynn Martino
Foto: Miss Anna Lynn Martino