Het is de droom van iedere schrijver. Op het moment dat er twee boeken van Meg Rosoff verschijnen, krijgt ze de Nobelprijs van de jeugdliteratuur, de Astrid Lindgren Memorial Award. ,,Ik denk nog steeds dat ik als fraudeur zal worden ontmaskerd.”


Het klinkt vreemd uit haar mond, maar Meg Rosoff méént het. ,,Eigenlijk schrijf ik altijd hetzelfde boek.” Acht romans heeft ze geschreven en als er al een lijn in haar werk zit, is het dat er geen enkele lijn is te vinden. Zelf ziet ze slechts de overeenkomsten. ,,Of het nu Jonathan gaat los is, een boek dat zich afspeelt in de reclamewereld in New York City, of Niemandsbruid, een historische roman op het platteland van Engeland; het gaat altijd over identiteit en over in hoeverre je je eigen leven kunt kiezen.” Dan gooit ze er wat honden in, een beetje romantiek of tragedie en het líjkt anders. Allemaal buitenkant, zegt ze. ,,Kijk je dieper, dan zijn de thema’s hetzelfde.”

Even daarvoor heeft Meg Rosoff (Boston, 1956) de felicitaties met schroom in ontvangst genomen. Straks zal ze zich voornemen om voortaan te zeggen dat ze ‘m heeft verdiend, de Astrid Lindgren Memorial Award. ,,Mijn moeder – ze is 86 en woont in Californië – zei: ‘Schat. Ik kan de naam van jouw prijs niet onthouden dus ik vertel iedereen dat je de Nobelprijs hebt gekregen, is dat oké?’” Schaterlach. Dan weer zorgelijk. ,,Laatst was ik op een verjaardagsfeest waar ook een Nobelprijswinaar was. Een oude man, een biochemicus. Mijn neefje – hij studeert geneeskunde – knoopte een praatje met hem aan. Ik vroeg hem hoe het was om met een Nobelprijswinnaar te praten. ‘Het heeft zijn leven geruïneerd’, zei hij. Hij had daarna nooit meer iets bereikt.” Daar is ze bang voor. Dat ze met een boek zal komen dat niet goed genoeg is en niemand het haar durft te vertellen. In Engeland, waar ze woont, zijn mensen toch al zo goed in beleefd zijn.

Ze weet nu een maand dat ze eind mei de belangrijkste prijs voor Jeugdliteratuur ter wereld mag ophalen, maar Meg Rosoff wordt iedere dag wakker met hoofdpijn. ,,Van alle prijzen die ik dacht te winnen, is deze geen seconde in mij opgekomen. Mensen denken dat slecht nieuws een schok kan zijn. Maar goed nieuws ook. Ik denk nog steeds dat ik als een fraudeur zal worden ontmaskerd.”
Genoeg hierover. Dit wordt saai, besluit ze. ,,Ik heb heus geen gebrek aan ego hoor. Als ik ergens op een shortlist sta en een ander boek wint, ben ik geschokt en kwaad.” Vanaf dit moment zal ze felicitaties gracieus in ontvangst nemen. Zeggen: ,,Dank u beleefd. Ik heb het zeer verdiend.”
Het nieuws heeft al wel veel voor haar boeken gedaan, zegt ze. ,,Landen waar tot nu toe nog maar één of twee van mijn romans zijn uitgekomen, willen nu ineens alles uitgeven. De contracten stromen binnen. Iedereen wil een interview. Ik word uitgenodigd voor festivals en lezingen.” Gelukkig stond haar bezoek aan Nederland al vast. ,,Maar anders was ik ook gekomen hoor.” Ze prijst haar Nederlandse uitgever, Thille Dop, die uitgerekend nu haar twee laatste romans uitbrengt. ,,Thille heeft een fantastische timing. Dit is dé droom voor een uitgever.”

Mij niet gezien, haar zevende roman voor Young Adults, verschijnt tegelijk met haar debuut voor volwassenen, Jonathan gaat los. Waarom wil Meg Rosoff ineens voor oudere lezers schrijven? ,,Het punt is, ik heb nooit de bedoeling gehad om voor jong volwassenen te schrijven. Het is min of meer per ongeluk gebeurd. Dat betekent niet dat mijn onderwerp toevallig is. Ik ben altijd al heel erg geïnteresseerd geweest in de puberteit. Daar zit zoveel drama in. Het is de grootste transitie in een leven. Een kind, zonder verantwoordelijkheden of zelfbewustzijn, moet uitvinden hoe je volwassen kunt worden.” Die periode van verandering kan eeuwig doorgaan, zegt ze. ,,Kijk om je heen, kijk naar mij! Ik ben bijna zestig. Toen mijn moeder zo oud was als ik droeg ze keurige jurken, ze was erg beleefd, volwassen. Mijn vader droeg een stropdas, mijn man heeft er niet eens een! Er zijn zoveel volwassenen die weigeren op te groeien. Ik merk het vooral als ik in Amerika ben. Mijn zusters en hun mannen bijvoorbeeld. Gaan ze een weekend leren muffins bakken. Muffins bakken! Alsof ze naar een schoolkamp gaan! Dat doe je met een kind, als je zelf moet werken. ‘Hier, ga jij maar lekker op een muffincursus’.”

Haar kostte het tientallen jaren voor ze zichzelf als volwassen kon zien. En eigenlijk, denkt ze nu, is Meg Rosoff pas echt volwassen geworden toen ze begon met schrijven, twaalf jaar geleden. ,,Plotseling hoefde ik niet meer iedere dag naar mijn stomme werk in die stomme reclamewereld. Opstaan, aankleden, dingen verkopen die niemand wil hebben, thuiskomen, de oppas betalen, eten maken. Ineens bracht ik mijn dagen door met denken. Als je een groot deel van je leven nadenkt, verander je. Wijsheid is te pretentieus, maar volwassen word je er wel van.” Haast verontschuldigend: ,,Het zou ook wel een beetje gênant zijn. 59 jaar en nog steeds kind.”

Schrijven, beaamt ze, is de wereld proberen te begrijpen. ,,Schrijven is uitvinden. Als je begint met een boek en je weet hoe het afloopt, is het verhaal al dood. Mij niet gezien bijvoorbeeld, was makkelijk om te schrijven, totdat ik bij het einde kwam.” De 12-jarige Mila reist in het boek met haar vader naar Amerika om zijn beste vriend Matthew te bezoeken. Een dag voor ze aankomen, verdwijnt hij spoorloos. ,,De vraag die door het boek loopt is: waarom is de vriend van Mila’s vader verdwenen? Ik kwam er maar niet achter.” Ze schreef tientallen nieuwe versies. Het werd, beschrijft ze, een schilderij met steeds weer een nieuw laagje verf. ,,Elke keer als ik bij het einde kwam hoopte ik dat ik het antwoord zou vinden. Had Matthew iemand vermoord? Was hij een kinderverkrachter? De drama’s die ik bedacht waren allemaal te kunstmatig. Maar al schrijvende begon ik te begrijpen waarom Matthew was verdwenen. Het hoeft niet altijd iets groots te zijn, snap je? Mensen gaan soms van huis om een pakje sigaretten te halen en duiken pas jaren later weer op.”

Een lange aanloop, bedenkt ze, om dit te zeggen: ,,Ik kies mijn publiek niet. Ik kies niet eens mijn onderwerpen. Ze kiezen mij.” Ze schrijft óver coming of age, niet vóór die leeftijdscategorie.

Voor Jonathan gaat los was daar ineens die eerste zin. ‘Toen Jonathan op een dag uit zijn werk thuiskwam, hoorde hij de honden over hem praten.’ Ze belde haar uitgever. ,,Ik héb het!! Waar het over gaat weet ik nog niet, maar dit wordt de eerste zin.” Het was lang stil aan de andere kant. ,,Toen zei hij: ‘Oké. Als Jonathan werk heeft, is dit geen Young Adultroman’.” Ze kon hem wel vermoorden. ,,Ik schreef het natuurlijk toch. Hij las het en zei nee. Mijn agent heeft het aan verschillende uitgevers in Londen gestuurd en ineens – je kon het zelfs horen – was er een explosie. Iedereen belde: we hebben gehoord van Jonathan, mogen we het lezen?” Haar agent wilde het manuscript naar filmproducenten sturen. ,,Bleek dat ze het al hadden.” Meg Rosoff schrijft momenteel het script voor de film. En ja. Ze hoopt dat de uitgever die Jonathan weigerde zich nu nóg de haren uit zijn hoofd trekt.

 Jonathan gaat los voor volwassenen; het is haar om het even. ,,Het enige verschil tussen Jonathan en de protagonisten uit mijn andere boeken is dat hij drie of vier jaar ouder is.” 24 en een totale weirdo. ,,Ik heb ontdekt dat al mijn vrouwelijke helden sterk, slim en verstandig zijn. Mijn mannen zijn verdwaald, in de war, wiebelig en hebben hulp nodig.”
Jonathan is een versie van haarzelf. ,,Hij struikelt de reclamewereld binnen, zoals ik zelf deed. Hij heeft het idee dat een echt mens een huis moet hebben, een auto en een vrouw. Hij weet alleen niet hoe hij dat moet bereiken en zelfs niet waarom dat het doel zou moeten zijn. Ik denk dat dat voor veel mensen geldt. Ze trouwen, krijgen kinderen, werken, nemen een hond en denken: ik leef zoals het hoort, maar waarom voel ik mij dan niet vaker gelukkig?”
Zelf moest ze daar 46 voor worden en een zus verliezen. ,,Ik was 46 toen ik begon met schrijven. Tot die tijd dacht ik dat ik wist wat een schrijver was, namelijk alles wat ik niet was. Mijn zus kreeg kanker, overleed toen ik op het punt was beland dat ik dacht dat ik nooit de capaciteiten zou hebben om de schrijver te worden die ik wilde zijn. Ineens kwam het besef dat ik misschien helemaal niet de beste schrijver van de wereld hoefde te zijn. Ik hoefde geen Hilary Mantel te worden. Pas toen ik stopte met denken dat ik iets groots en belangrijks moest schrijven, kon ik het.”

Ze houdt een pleidooi om het woord normaal uit het woordenboek te schrappen. ,,Als ik in Amerika ben zie ik al die normale mensen. Ze hebben een mooi huis, een mooi kind en een mooie trampoline in de voortuin. Alles ziet er geweldig uit. Maar achter al die voordeuren drinken ze zichzelf lam of hebben ze een affaire met de nannie.” Normale mensen leven normale levens, zei haar moeder altijd. ,,Het heeft me lang gekost voordat ik wist dat er niet iets als normaal bestaat. Het is allemaal buitenkant.”

Die beginzin van Jonathan gaat los, daar wil ze trouwens nog even dít over zeggen. Ze was op een dinnerparty, zat naast een professor Engelse literatuur van Oxford toen de zin kwam bovendrijven. ,,Ik was zo opgewonden dat ik het hem vertelde. Hij dacht even na en zei toen dat het een heel goede zin was. ‘Het vertelt je dat óf Jonathan licht neurotisch is, óf de honden écht over hem praten, in welk geval het boek neurotisch is’.” Ze is het met zijn analyse eens. ,,De zin maakt dat de lezer vanaf het begin op een mooie manier uit balans wordt gehaald. Aan het boek de taak om je weer in balans te brengen.”
In de roman blijft het de vraag of zijn honden Jonathan werkelijk door het leven gidsen of dat hij denkt dat ze dat doen. ,,Ik houd daar van. Iedereen die een hond heeft weet dat je je eigen gedachten op het dier projecteert. Mijn moeder bijvoorbeeld. Altijd als ik haar bezoek ligt haar hond op haar witte bank. Ze kijkt er naar en zegt dan hoofdschuddend: ‘Hij weet best dat dat eigenlijk niet mag hoor’.” Ze lacht. Haar moeder heeft relaties met mannen zien sneuvelen, maar met haar hond lukt het wel.
Jonathan gaat los is grappig, beaamt ze. ,,Ik wilde een klassieke Shakespeariaanse komedie schrijven. De held valt en krabbelt weer overeind.” Dat gebeurt niet veel meer, tegenwoordig, zegt ze. ,,Ik heb het gevoel dat we het nodig hebben om in deze depressieve tijd eens flink te lachen.”

En nu? Hoe verder? Eerst maar eens naar Stockholm om de Astrid Lindgren Memorial Award op te halen. Ze ziet op tegen de ceremonie, houdt er niet zo van om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Bovendien: ,,Wat moet ik áán?” Haar kleren, zegt ze, zijn opgeslagen. Ze woont even aan zee, in afwachting van een nieuw huis. ,,Het oude huis moesten we uit.” De relatie met de buren was onder spanning komen te staan nadat haar eigen honden voor de zoveelste keer hun kat te grazen hadden genomen.
Van het prijzengeld zal Meg Rosoff in ieder geval geen lui leven bekostigen. ,,Ik blijf schrijven. Als er tenminste een nieuw idee opkomt.” Misschien zal het gaan over wat ze nu om haar heen ziet. Overal. ,,Mijn vrienden en ik, we zijn op een leeftijd gekomen dat onze kinderen uitvliegen. Dat maakt dat ze naar hun eigen leven kijken. Veel stellen gaan dan uit elkaar. Ze zijn al zo lang samen.” En dan begint alles opnieuw, zegt ze. ,,Wie ben ik? Wat zal ik doen met de rest van mijn leven? Zal er ooit nog iemand van mij houden? Het zijn dezelfde vragen die je je stelt als je zestien bent.”
Er schiet haar een anekdote te binnen. Een vriendin van haar ontdekte recent dat haar man er al vele jaren een tweede vrouw op nahield. ,,Ze woonde om de hoek, hij deelde een belangrijk deel van zijn leven met haar.” ‘Het ergste is dat mijn kinderen nooit meer iemand volledig zullen vertrouwen’, zei de vriendin. ‘Misschien is dat juist positief’, hield Meg Rosoff haar vriendin voor. Want: ,,Wie kun je nou volledig vertrouwen? Je kunt zelfs jezelf niet helemaal vertrouwen.”
Er is in dit leven, zegt ze, nooit een punt waarop je als mens volledig gearriveerd bent. ,,Het gaat altijd op en neer. En met een beetje mazzel is er een licht stijgende lijn.”

Meg Rosoff: Mij niet gezien
Vertaald door Jenny de Jonge
224 blz. €17,99.
Luitingh Sijthoff

Meg Rosoff: Jonathan gaat los
Vertaald door Betty Klaasse
301 blz. €16,99
Luitingh Sijthoff

FotoMeg Rosoff: Joan Goldsmith