In De Groene van 12 mei wijdt Christiaan Weijts zijn column aan het gegeven dat veel schrijvers in hun werken aloude verhalen verwerken. Zoals VersTwee schreef over Connie Palmen’s Jij zegt het dat het verhaal van de Mattheus Passion als geraamte diende, zo heeft Jan van Mersbergen de Icarus-mythe verwerkt in De laatste ontsnapping en Weijts zelf schreef ooit een roman waarin hij een link had verwerkt naar de illustere architect Daedalus.
De link tussen dit alles? Het is door niemand opgemerkt. Althans, door bijna niemand dan.

Mythes en oude verhalen dienen als grondstof voor nieuwe literatuur. In de vorige eeuw zijn daar diepgravende studies aan gewijd. Intertekstualiteit was, populair gezegd, het schrijven van een nieuwe tekst over een andere heen. Wie uit die tijd de gedachte heeft bewaard dat het om contemporaine teksten ging, zou er goed aan doen 1606 – Shakespeare and the Year of Lear te lezen, het nieuwste boek van Shakespeare-kenner James Shapiro.

Een rijke studie naar hoe Shakespeare, die dit jaar 400 jaar geleden overleed, de turbulente gebeurtenissen in het jaar 1606 een plaats heeft gegeven in de drie grote, late stukken van zijn hand: King Lear, Macbeth en Antony and Cleopatra.
Engeland had een nieuwe koning, de Schot James, het land zuchtte onder de terugkeer van de pest en ook werd een aanslag verijdeld waar Engeland nog jaarlijks bij stilstaat: the Gunpowder Plot, waarvoor Guy Fawkes en trawanten werden gemarteld en geëxecuteerd. Guy Fawkes night is een jaarlijks terugkerend feest. Op 5 november. Mooi hoe Shapiro de achtergronden ontrafelt en laat zien hoe vreemd het eigenlijk is om een mislukte aanslag te herdenken.

Atomicity

Literair gezien is 1606 het meest interessant waar Shapiro schrijft over King Lear. Het is, na of met Hamlet, Shakespeare’s bekendste toneelstuk. Gewaagd omdat het in die tijd handelde over een vorst die zou sterven, terwijl bij de Gunpowder Plot, zo die ontploffing had plaatsgevonden, koning James zeker zou zijn gedood. Het was wat ongemakkelijk, een stuk over een koning die ging sterven. Bovendien wilde James dat Engeland en Schotland samen zouden gaan, en King Lear liet zien hoe funest het verdelen van een koninkrijk over drie kinderen kan uitpakken.

Maar King Lear is geen origineel stuk van Shakespeare. Hij heeft zich gebaseerd op een toneeltekst van een onbekend gebleven auteur, van ongeveer tien jaar eerder, die het dan weer heeft afgekeken van een nog ouder stuk. Maar zo snel, na tien jaar al, was wel heel opmerkelijk. Daar zouden tegenwoordig de nodige vraagtekens bij worden geplaatst. Intertekstualiteit of plagiaat? Destijds was het kennelijk zo gewoon dat er ook geen poging werd gedaan het ontlenen te ontkennen of te verdoezelen. Het was usance.
De verhaallijn was er, Shakespeare heeft alleen accenten gezet en op slinkse wijze de tekst aangepast en aangescherpt om een betere voorstelling te krijgen. En hij heeft het einde veranderd, maar zelfs dat lag niet vast. Van King Lear bestaan uit Shakespeare’s tijd al verschillende versies.

Om originaliteit werd niet gemalen, zo blijkt uit Shapiro’s eminente boek. Gebruik wat je gebruiken kunt. Vervorm, scherp aan en overwin. Kom daar nou eens om.

22717192565_4fd137e2b2_o
James Shapiro: 1606 – Shakespeare and the Year of Lear.
423 blz. Faber & Faber.
Nu ook in paperback.

Foto’s:

The Globe: Wally Gobetz
Remember the 5th atomicity