Aad Donker leidde het leven dat past in een roman. In En het wonder ben jij gaat Eva Posthuma de Boer op zoek naar de poëzie van de kunstenaar die in 1998 zelfmoord pleegde. Hij was pas 31.

door Marjon Kok


 

Feit: Ooit zag Eva Posthuma de Boer Aad Donker één keer. Begin jaren 90, bij een tentoonstelling in kunstenaarssociëteit Arti et Amicitiae, aan het Rokin in Amsterdam. Ze werkte er in de bediening en werd als door de bliksem geraakt door de jongen met lichtgevend haar. Aad Donker. Kunstenaar die samen met zijn broers Gijs en Justus deel uitmaakte van After Nature, een groep Nederlandse schilders die eind jaren 80 uit onvrede met het dominerende kunstklimaat besloot te gaan schilderen zoals 100 jaar daarvoor heel gewoon was. Achter de ezel, in de natuur, penseel in de hand en op zoek naar de waarheid. Schilderijen wilden ze maken, die zowel de museumdirecteur als de suppoost zouden aanspreken. Realistisch zoals Vincent van Gogh.

Nooit zou Eva Posthuma de Boer Aad Donker weerzien, lang bleef ze op zoek naar een glimp van de jongen die maar één moment nodig had om een bizar grote indruk te maken. Een paar jaar geleden schoot Aad Donker ineens weer in haar hoofd. Ze ging Googlen. Posthuma de Boer moet nog naar hem hebben uitgekeken toen hij al dood was. In En het wonder ben jij vertelt ze het verhaal van een mooie stotterende bijzondere jongen, die voor hij in 1998 – hij was pas 31 – zelfmoord zou plegen, een jaar lang talloze zelfportretten schilderde.

aad-donker-2

Fictie: ‘In die ruimte, onder de matglazen koepel in het plafond, stond jij. Het leek alsof je licht gaf. Je glunderende gezicht, je blonde warrige haar, je ogen, helblauw, omlijnd door witte wimpers en wenkbrauwen, je witte hemd, mouwloos, je blote armen met zichtbare verfspatten, spieren, sproeten en het vermoeden van gouden haartjes op je huid: in een paar seconden, bij elkaar een ogenblik, dat ene ogenblik, waarin ik verstarde en mijn holle maag samentrok, nam ik het allemaal in mij op en was dat wat ik als eerste dacht: dat het leek alsof je licht gaf.’ Aan het woord is de studente Nederlands Tosca Maes, ze heeft een bijbaantje in de bediening van een sjiek Amsterdams hotel waar op dat moment de opening van een expositie is. Morris Lauwers – bijnaam Lok – is het die haar knock out slaat als ze hem champagne aanreikt en te verlegen is om iets te zeggen. In de tijd die volgt fietst Tosca regelmatig langs zijn atelier in de hoop een glimp van hem op te vangen. Ze weet zeker: hij is degene die bij haar hoort.

 

Feit: Het moest een roman worden, zegt Eva Posthuma de Boer in een interview: ,,Als je echt heel dichtbij wilt komen, moet het fictie zijn.” Een keus die wonderschoon uitpakt. Hoewel ze via broer Gijs Donker toegang kreeg tot zijn nalatenschap en dagboekaantekeningen, heeft ze de feiten ook naast zich neergelegd. Want, hoe kruip je in het hoofd van iemand die niet meer wilde leven? Aad Donker was een blijmoedig iemand. Een groot talent dat zichzelf bleef in een kunstenaarsgroep die werd aangevoerd door de zuipende, snuivende, damesverslindende Peter Klashorst; in het boek heeft hij niet geheel subtiel maar ongelooflijk geestig de bijnaam Kaaskorst gekregen.

Waar liggen de grenzen van fantasie? Hoe dicht kun je als schrijver komen bij iemand die bestaan heeft? En waarom keek Aad Donker het laatste jaar van zijn leven alleen zichzelf in de ogen. Schilderend, spiegel aan het doek, keer op keer hetzelfde maar dan anders?

 

Eva Posthuma de Boer weet het in haar roman voor elkaar te krijgen dat je je zomaar kunt voorstellen dat ook jij betoverd zou worden door Aad Donker. Ze schetst een jongen die gered moet worden, als hij vlak voordat hij met zijn grote liefde Nora (feit: Amy Stone, dochter van de puisant rijke mecenas Norman Stone, die hem in een wereld van beangstigend rijken bracht waardoor hij zomaar tijdens een diner naast Richard Nixon of Jeff Koons kon zitten) zal trouwen, door haar familie wordt uitgestoten. De scheiding moet de kiem hebben gelegd voor zijn zelfmoord, maar daar komt Eva Posthuma de Boer niet aan. Ze schildert een leven, niet een dood. Ze schetst een kunstenaar die had moeten blijven bestaan. Met dezelfde middelen die Aad Donker gebruikte: Hij verbeeldde de werkelijkheid figuratief, Posthuma de Boer schildert in taal een gevoel.aad-donker

Ooit tekende Aad Donker een citaat op van de filosoof Wittgenstein: ‘De opvatting dat de natuur chaotisch is en dat de kunstenaar daarin orde schept, is een absurd gezichtspunt. Het beste wat we kunnen bereiken is dat we enige orde in onszelf scheppen.’ Eva Posthuma de Boer viel voor Aad Donker en zoekt een antwoord op de vraag wat dat is, liefde. Het antwoord is een boek dat geen antwoord geeft, maar de magie laat bestaan.

Eva Posthuma de BoerEn het wonder ben jij
293 blz. 20 euro
Ambo Anthos