Recensie: Joseph Knox - Sirenen

Thrillerschrijvers hebben er een handje van hun boeken in steeds dezelfde steden te laten spelen. Niet in de laatste plaats omdat er veel thrillerseries zijn natuurlijk. Rechercheurs wisselen minder vaak van standplaats dan voetbaltrainers, zullen we maar zeggen. Zo hebben diverse steden hun eigen thrillerauteurs. Edinburgh heeft Ian Rankin, Atlanta heeft Karen Slaughter (de Atlanta-reeks zelfs), Washington heeft George Pelecanos en Manchester heeft nu Joseph Knox.
Als zijn debuut Sirenen het eerste is van een reeks, en dat heeft er alle schijn van, dan heeft de thrillerlezer met Knox veel om naar uit te zien. Sirenen is een vette thriller die een lekkere draai geeft aan de aloude urban noir. Bepaalde elementen, zoals de femme fatale en het almaar donkerder wordende lot van het centrale personage, zitten er in. In de pure noir zal een rechercheur niet de hoofdrol spelen. In Sirenen is Adain Waits weliswaar een jonge agent, maar hij is al in ongenade gevallen voordat het boek goed en wel is begonnen. Een beetje dom, in beslag genomen drugs in je zak steken, doe dat nou niet, man. Beginnersfout vanjewelste. En blijf nou van de amfetamine af.
Het maakt hem kwetsbaar bovendien. Nu kunnen zijn meerderen hem inzetten voor de werkelijk vuile klussen. Die klussen die te ontkennen zijn, waar ze van kunnen zeggen dat hij op eigen houtje heeft gehandeld. Zoals, in dit geval, het opsporen van een verdwenen dochter  – 17 nog maar – van een politicus die natuurlijk van geen kant deugt. Ze blijkt zich op te houden in het duistere nachtleven van Manchester, en ze is de enige jonge vrouw niet.
Waits frequenteert voor zijn onderzoek bars die het decor zijn van een helse strijd tussen bendes over wie de drugs mag leveren. Sirenen zijn de jonge meiden die daarbij als geldkoeriers worden ingezet. Niemand vermoedt dat zij met de poen lopen. En o wee als een betaling ergens in de pijplijn verdwijnt.
Waits moet drugbaron Zain Carver hebben, wiens naam ook verbonden is aan een tien jaar oude zaak rond een verdwenen jonge vrouw – ook toen gebeurde dat al.

Drugsbaronnen, barkeepers met losse handjes, mismaakte gangsterhulpjes, politici die niet deugen, corrupte agenten, geweld van de naarste categorie, een cold case. Hoe noir wil je het hebben? Soms is in Sirenen alleen de aanblik van een jonge vrouw genoeg om even lucht te scheppen. Het is dan alsof ze licht geven. Sirenen zijn het, aanraakbaar en ongenaakbaar tegelijk. Vuilnisrozen, bloeiend op het afval van de stad. Al kunnen daar ook doornen aan zitten, zoals Watts ervaart.

Deze thriller klopt aan alle kanten. Hoog tempo, maar toch lekker lang en met veel details. Met vooral geweldige dialogen, die pagina na pagina doorgaan zonder ook maar een moment te verslappen. Een plot die niet is na te vertellen, maar ook weer niet bedacht ingenieus of onwerkelijk is.
Manchester mag trots zijn op Joseph Knox, de hardloper Knox, de inkoper Knox. Hij koopt – dit is vooralsnog zijn werk – thrillers in voor Waterstone’s. Zijn eigen boek moest hij aan een collega overlaten. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat Manchester als pulserend decor fungeert, het bekende verhaal van de stad als personage. De clubs, de mentaliteit, de duisternis, de goot, de drugs, het geweld. En de architectuur. Politicus David Rossiger – hij van de verdwenen dochter – heeft een appartement in de maffe, alleenstaande flat Beetham Tower (zie foto).

Wat hij dan weer niet heeft gedaan, zo slim was hij wel, is de muziek in de clubs een te grote rol geven. Een enkel citaat, een beat. Muziek kan een boek, een plot, een thriller in de tijd plaatsen. Kennelijk heeft Knox dat niet echt gewild, zijn boek in de tijd plaatsen. Wat de actualiteitswaarde juist zou beperken, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt. Dan had hij veel meer muziek duidelijk omschreven. Al die Engelse dance.
In plaats daarvan – want Manchester is natuurlijk een stad vol van muziek – heeft hij de zes delen van Sirenen titels van songs van Joy Division meegegeven. Ook het motto komt van deze illustere  newwaveband rond zanger Ian Curtis, de betreurde Curtis, die zelfmoord pleegde kort na de opnamen van de tweede elpee van Joy Division en kort voor een Amerikaanse tournee. Anton Corbijn, de fotograaf die legendarische foto’s van de band maakte (omkijkend voordat ze een metrotunnel in lopen), heeft het leven van Ian Curtis en daarmee de band verfilmd in zijn debuutfilm Closer.
Deze rol van Joy Division, de band van donker, duister en zwart, moet niet de indruk wekken dat Sirenen speelt in die tijd, rond 1980. Dit speelt echt later, dit is de tijd van mobiele telefoons (Knox gebruikt dit gegeven sporadisch, maar niet zonder belang). Maar Manchester, Joy Division, noir – het was een combinatie die Joseph Knox gewoonweg niet kon laten liggen. Knox knocks you out.

Joseph Knox: Sirenen
Vertaling: Jan Mellema
431 blz. 19,99 euro
The House of Books

Op de website van de uitgeverij staat een mede door Joseph Knox samengestelde playlist bij het boek, met naast Joy Division ook The Smiths (uiteraard), The Streets, Arab Strap en synth-dance van Spector en Purity Ring.

lawrence-manchester-back-street
Een achterafstraat in Manchester. Foto: Lawrence.

topfoto: foto Matt Brown