Hoe Nebraska van Bruce Springsteen, en schrijvers als Flannery O’Connor en Raymond Carver, Paolo Cognetti inspireerden tot de roman Beneden het dal.

De soundtrack is er al, de film nog niet, maar daar wordt aan gewerkt. Een boek is er wel bij: de nieuwe roman van Paolo Cognetti is een geweldig voorbeeld van intertekstualiteit van muziek en literatuur.

Die soundtrack werd opgenomen in één dag, 3 januari 1982. Om het breed neer te zetten: Ronald Reagan was nog geen jaar president, maar de lucht was al uit de samenleving. Wie weinig had, wie niets bezat in Amerika en wie daar ook geen hoop of uitzicht op had, had de temperatuur al gevoeld van de jaren die in het verschiet liggen.
Blue collar workers, sloebers, boerenknechten, the have-nots gingen barre tijden tegemoet.

Bruce Springsteen (1949) had net twee jaar daarvoor, in 1980, zijn definitieve piketpaal in de Amerikaanse cultuurgeschiedenis geheid. The River, dat onverbiddelijke dubbelalbum waar het nodige engagement uit sprak. Het titelnummer is een krachtige ballade over de beproevingen waar de gewone Amerikanen uit de Badlands mee moeten zien te dealen. Sowieso al de sociale laag waar hij zijn inspiratie uit haalde en die hij bereiken wilde, die hij een stem wilde geven, wiens gevoelens de humus vormde voor zijn liedjes.

In de song The River gaat het over een jeugdig stel – in een dal! – dat elkaar vindt, een snelle zwangerschap volgt, een baan die weinig voorstelt en uiteindelijk gaan ze steeds minder vaak zwemmen in de rivier – symbool voor vooruitgang.

Het succes van de plaat had Springsteen overdonderd en in de maanden die volgden was er een terugslag, de euforie sloeg om in een onbestemd gevoel dar te vergelijken is met de droefheid die kan volgen op een paring.

Paolo Cognetti (1978) schrijft het mooi op in het nawoord bij zijn roman Beneden in het dal. Hij citeert Herman Melville bij zijn beschrijving van Springsteen’s stemming op dat moment: ‘een vochtige, druilerige november’. Zoals hij zijn nawoord deels baseert op de biografie die zijn Italiaanse landgenoot Leonardo Colombati van Springsteen had geschreven: Like a Killer in the Sun, een regel uit Springsteen’s Thunder Road (te vinden op Born To Run).

‘Deels’, want Cognetti hoorde thuis in zijn jeugd – vormende jaren in dit geval – met grote regelmaat het album voorbij komen dat de soundtrack bij zijn roman is geworden: Nebraska, het album dat Springsteen maakte als opvolger van The River.

Een zo totaal ander album dan The River dat menig fan verbaasd opkeek. Hier was geen sprake van een artiest die nog even zou cashen met een bleke herhaling.
Niet helemaal te vergelijken met de artistieke zelfmoord die Lou Reed pleegde met Metal Machine Music, het album dat hij liet volgen op Sally Can’t Dance. Het was even genoeg. Zo destructief was Springsteen niet, maar Nebraska was absoluut een risico.

Nebraska bevat songs in demo-staat, The Boss solo in feite, gitaar met hier en daar een tierlantijnen. Ze lieten zich niet omzetten naar het bandgeluid van Springsteen’s E-Street Band. Daarvoor was de inhoud te sober, te somber – of het depressieve af hier en daar. Dus bleef Nebraska Nebraska, uiteindelijk en in hindsight al net zo’ n piketpaal als The River.

Wie de plaat kent en nietsvermoedend – spoiler – aan de roman begint zal bij sommige passages denken: hé, dat lijkt op een scene uit een liedje van Springsteen. Zeker als een eenvoudige politieman de achtervolging inzet op zijn eigen broer, die in een cafe iemand tot bloedens toe heeft mishandeld (met een bijl) en op de vlucht is geslagen. Het is het beeld van Springsteen’s Highway Patrolman, met dat geprevelde refrein: ’Nothing feels better than blood on blood’. Zodra de Canadese grens in beeld komt, houdt de agent in. Hij gunt zijn broer de vrijheid van een bestaan in Canada, waar hij veilig is voor de Amerikaanse justitie.

Bruce Springsteen
foto: whittlz

Ook in Beneden in het dal gaat het om twee broers. De foute verblijft al in Canada, maar komt terug naar Italië – met frisse tegenzin. Hun vader is overleden, maar de goede broer – de politieman – heeft hem niet meteen gebeld. Hij ging de begrafenis toch niet halen, als hij dat al had willen proberen.

Maar er is de kwestie van het huis. De politie-broer, Luigi Balma, wil de helft van het erfdeel van zijn broer Fredo overnemen, maar dan moet die wel tekenen. In de korte tijd die daarvoor nodig is, moet hij wel zien dat hij de lastige broer in het gareel houdt.

Het ouderlijk huis staat in een arme streek, maar mogelijk biedt de aanleg van een kabelbaan mogelijkheden om de lokale economie een boost te geven. Krijgt de foute Fredo dan wel genoeg of denkt de politieman Luigi stiekem een slagje te slaan door het huis goedkoop over te nemen om het dan te verbouwen tot een lucratieve horecauitspanning bij de kabelbaan en skipiste?
Wat heeft zijn Canadese broer eigenlijk altijd gedaan voor hun ouders?

Cognetti heeft het in prachtige stijl opgeschreven, een stijl die een laag tempo kent; de vaart die hij dan weer maakt, maakt hij in een bijzin. Spiegelend ook, door scenes te herhalen uit verschillende perspectieven, vanuit de ene broer en dan weer vanuit de andere.

Te weinig doet hij dat vanuit het perspectief van de vrouw van de agent – die doet denken aan de Maria uit Springsteen’s Highway Petrolman: ‘ Taking turns dancing with Maria’.

‘Taking turns dancing with Maria’ op ‘The night of the Johnstown Flood’.

De lezer maakt voor het eerst kennis met deze vrouw, Elisabetta, wanneer een hondenteefje haar de rivier (!!) in ziet lopen. ‘Ze had een bijzonder witte huid en rood haar’, valt de hond op. (Spreken doen de honden dan weer niet, het is geen roman van Leon de Winter.)

Dat is in het korte eerste hoofdstuk waarin Cognetti beschrijft hoe deze teef wordt overmeesterd en gedomineerd door een hond die veel wegheeft van een wolf en een spoor van dode honden achterlaat.  Het zijn er zo veel dat de ambtenaren van Bosbeheer besluiten het dier af te schieten.

De scene in de rivier komt later terug vanuit het perspectief van Elisabetta, en zo komen vele scenes terug. Het is een roman over broers, maar de vrouw heeft een belangrijke rol, die meer verhaal vanuit haar oogpunt had gerechtvaardigd.

Door die wisselende perspectieven is het welhaast onvermijdelijk dat het gegeven dat de broers behoorlijk van elkaar verschillen ook op symbolisch niveau wordt herhaald. Bij hun geboortes heeft hun vader voor de een een lariks geplant en voor de ander een spar. Dat is een keer prima, maar om dit nou drie keer te lezen, enfin. Tegen die tijd weten we het wel.

Het is niet alleen de invloed van Springsteen’s Nebraska die de roman kleur en klank geeft – een mooie intertekstualiteit – maar er is ook een indirecte literaire doorwerking aanwijsbaar. Springsteen en Cognetti, allebei, halen hun inspiratie uit het werk van Amerikaanse auteurs als Flannery O’Connor en de koning der verhalenvertellers, Raymond Carver. Waar dan de muziek bij hoort waarin de werkende klasse figureert in de teksten: de ontzaglijk hoogwaardige lijn van de singer-songwriters en folk-heroes Woody Guthrie, Hank Williams, Bob Dylan, Townes Van Zandt.

Het laatste nieuws is dat Nebraska centraal zal staan in een bio-pic over Springsteen. Daarna of tegelijkertijd moet Beneden in het dal worden verfilmd, zoals ook met Cognetti’s De acht bergen is gebeurd. De soundtrack is er al.

Foto Valsesia: Erik de Haan

Foto Bruce Springsteen: whittlz