Lampje lijkt er altijd al te zijn geweest en is tegelijk fonkelend nieuw. Annet Schaap krijgt voor haar instant klassieker op 22 januari de Nienke van Hichtumprijs. Niet eerder werd de tweejaarlijkse kinderboekenprijs toegekend aan een debuut.

Door Marjon Kok

Eens in de zoveel jaar worden helden geboren die het eeuwige leven krijgen. Madelief van Guus Kuijer, De kleine kapitein van Paul Biegel, Pippi Langkous van Astrid Lindgren. Lampje, de schepping van Annet Schaap heeft van allemaal iets en is tegelijk volkomen zichzelf. Een meisje dat uit het goede hout is gesneden. Uit heldenhout. Rood haar heeft ze. Stoer als Pippi, onverschrokken als de kleine kapitein, eigenzinnig en geestig als Madelief. Hartveroverend als alle drie.

Eigenlijk heet Lampje Emilia, maar dat was ook haar moeders naam. Omdat haar vader het vroeger altijd lastig vond dat er twee mensen opkeken als hij riep, noemde hij zijn dochter Lampje. Later, toen zijn vrouw dood was gegaan, wilde hij de naam nooit meer horen, dus bleef het Lampje. ‘Maar een licht ben je niet’, zegt hij steevast, als Lampje weer eens iets vergeet.

Lampje is de dochter van Augustus, een vuurtorenwachter met een drankprobleem, één been en heel veel verdriet. Daarom moet Lampje iedere avond met lucifers eenenzestig traptreden op om het licht in de vuurtoren te ontsteken. Het boek begint als Lampje naar boven klimt met de laatste lucifer. Als ze naar beneden loopt, maakt ze van het woord een wijsje: ‘Lucifers lucifers’. Niet vergeten. Maar ze vergeet het natuurlijk toch en als ze zich de volgende avond herinnert dat ze naar het dorp op het vasteland moet, stormt het zo dat het Zwaluwdoosje op de terugweg uit haar handen waait. De vuurtoren blijft donker en uitgerekend die nacht loopt er een schip op de klippen. Augustus is zo woedend dat hij trilt vanbinnen, en bang is hij ook. Want iemand moet hier de schuld van krijgen. ‘En hoe gaat dat met schuld? Schuld is een rot ei dat heen en weer wordt gegooid. Niemand wil het vangen, niemand wil de smurrie over zich heen krijgen’.
De toon is gezet. Lampje en Augustus zitten ónder en om de schuld af te betalen moeten ze boeten. Augustus wordt in de vuurtoren opgesloten en Lampje moet naar het Zwarte Huis van de Admiraal, waarvan wordt beweerd dat er zich een monster schuil houdt. Zeven jaar moeten ze werken om de schade te vergoeden.

Annet Schaap heeft een lange weg genomen om te komen waar ze nu is aangeland. Het lijkt alsof ze zich jaren heeft verscholen achter andere kinderboekenschrijvers, door hun boeken te illustreren. ‘Plaatjes’ maakte ze bij de boeken van Jacques Vriens, Janneke Schotveld, Manon Sikkel, maar vooral tekende ze zich bekend met de Hoe overleef ik-serie van Francine Oomen. Dat ze zelf ook iets te vertellen heeft, herinnerde Annet Schaap zich een paar jaar geleden. Toen ze – ook rijkelijk laat – met de Canadese liefde van haar leven, hun zoontje en een camper een paar jaar door Amerika reisde. Het was op zo’n dag dat ze een eenzame vuurtoren zag met een grijs huisje ernaast, zei ze in een interview. En ze wist: daar moet haar boek zich afspelen.

personages-dubbele-olga-724x1024Een boek dat leest als een sprookje. De tijd is ongewis, net als de plaats. Het zou honderd jaar geleden kunnen zijn, het zou Amerika kunnen zijn, maar eigenlijk doet dat er niet toe. Lampje heeft een omgeving die past. Een schiereiland, een eiland dat als een losse tand aan een draadje vastzit aan het vasteland, met een zee waar piraten varen en geheimzinnige wezens wonen.

In het Zwarte Huis waar Lampje terecht komt heerst chaos. Huishoudster Martha en haar debiele zoon Lennie weten zich geen raad nu de man die het monster in het torentje altijd koest hield, is verslonden. Lampje is niet welkom, maar komt als geroepen. Ze helpt in de huishouding, sluit vriendschap met Lennie en waagt zich in de toren omdat ze alleen van daaraf een glimp van de vuurtoren kan vangen, en zo kan zien hoe het met haar vader gaat.
In de toren woont het monster. Maar als Lampje goed kijkt, ziet ze eigenlijk een soort jongetje. ‘Een jongen met een iets te groot hoofd. Zijn gezicht is grauw en schilferig en zijn warrige haar lijkt bijna groen. Hij draagt een vuil wit overhemd. En daaronder zijn z’n benen samengegroeid tot een donkere staart.

Edward, heet de jongen. Zoon van de Admiraal en een verdwenen zeemeermin. Edward heeft een vissenstaart. De Admiraal wil een normale zoon en dus probeert de jongen wanhopig te leren lopen. Lampje noemt hem Vis. Ze weet het zelf nog niet, maar daarmee is zij de enige die werkelijk ziet wie hij is. Een zeemeermanjongen die niet weggestopt hoort in een torenkamertje waarin hij leest over de wereld.

Lampje is spannend, sprookjesachtig, een beetje zielig, een beetje vreemd maar volkomen geloofwaardig. Een jaloersmakend debuut van Annet Schaap, die deed alsof ze illustratrice was maar eigenlijk schrijfster is.

Lampje buigt niet voor kinderen, en dat is misschien wel de grootste kracht van het boek. Annet Schaap heeft ongetwijfeld veel profijt gehad van haar beeldend vermogen, die ze nu in onnadrukkelijk prachtige taal aan ons voorschotelt. Nu eens wijs: ‘Weet je wat het is met vroeger, fluistert de hele wereld in haar oor, het is voorbij.’ Dan eens treffend, als Vis Lampje gaat leren lezen: ‘Boeken – ze hoort ze zachtjes schuifelen. Ze stoten elkaar aan natuurlijk, en fluisteren: Zij, dat kind met die dweil, gaat die leren lezen? Ze ritselen met hun bladzijden en lachen haar uit. ‘Wat denkt ze wel, dat kan ze nooit’.’ En zoals Lampje vloekt – heerlijk: ‘Pis en kots en gal’, maar het helpt niet.personages-julie-met-de-baard

Lampje is een volstrekt authentiek boek over twee kinderen en een bonte stoet buitenstaanders die niet passen in de mal die ooit voor hen is bedacht. Twee eenzame kinderen, moederloos, pijnlijk loyaal aan hun afwezige vaders, die elkaar vinden in vriendschap.

Edward – Vis – mag voor monster worden versleten; de echte monsters in het verhaal zijn de volwassenen die hun kinderen willen kneden om het leven te leiden dat ze eigenlijk voor zichzelf hadden bedacht. En daarmee zegt Annet Schaap iets belangrijks over onze tijd, een wereld waarin volwassenen kinderen voorhouden dat ze the sky kunnen bereiken, als ze maar willen.
Niet alles is maakbaar. Als je een vissenstaart hebt, leer je nooit lopen. Zo simpel kan het soms zijn. Kinderen zijn ook maar gewoon mensen.

lampjeomslagLampje – Annet Schaap
328 blz. 16,99 euro
Querido

(De tekeningen heeft Annet Schaap gemaakt van personages die in Lampje voorkomen: Julie met de baard, en de dubbele Olga. Op annetschaap.com zijn meer personages te zien.)