De Redder, de derde in de reeks Waddenthrillers van Mathijs Deen, werd op de plaats delict ten doop gehouden. Op de Waddenzee. VersTwee mocht mee.

‘Mijn eerste keer zeilen was op het Twentekanaal en we zonken ook meteen.’
Mathijs Deen (Hengelo, 1962) leunt vrij behaaglijk achterover tegen de reling van zeilschip De Najade. De zon weerkaatst vriendelijk op de Waddenzee. We zijn net van Harlingen vertrokken voor een reis die nergens naar toe leidt. Uiteindelijk nadert Vlieland, maar het blijft een fata morgana.

De Optimist

‘Ik was met een vriendje. Zijn vader had een bedrijf bij de haven van Hengelo. We hadden een bootje. De Optimist.’
De naam deed zichzelf geen eer aan.
‘We waagden ons op het water, maar we sloegen bijna meteen om en probeerden naar de kant te zwemmen.’
In de verte doemde de boot op van de Waarbeek, het pretpark van Hengelo. Ze werden gered door twee mannen die snel in een roeiboot sprongen en de natte waaghalzen naar de wal brachten.

Van Twente naar de Wadden

Van het Twentekanaal naar de Waddenzee is nog een lange weg geweest voor Mathijs Deen. In Vooraf van zijn boek De Wadden (uit 2013) schrijft hij dat met name zijn vader niet veel zin had in een reis naar de eilanden. Maar het was hem aangeraden omdat Mathijs’ oudste broer een longaandoening had. Een verblijf in zuivere lucht en bij zee zou goed kunnen zijn.
Het kostte moeder Deen nog de nodige overredingskracht, maar eenmaal op Vlieland ontspande ook vader. En Mathijs zag zijn stugge vader een huppeltje maken. Bij hem was de liefde voor altijd.

Vermoedelijk kan Mathijs Deen het aantal keren dat hij op de Waddenzee heeft gevaren niet meer tellen, hoeveel handen hij ook zou hebben. Bovendien woont hij een aantal dagen per week op Texel. Dus dit is met recht zijn biotoop. Vlieland ziet hij nu als ‘een oord van geluk’. ‘Ik kan er ook in gedachten verblijven, iets wat ik sindsdien graag en vaak deed.’
Later signeert hij zijn nieuwe boek en schrijft: ‘Najade, Vliestroom’.

Het is ‘gewoon’ literatuur

De reden van deze reis, waarvoor boekhandelaren, medewerkers van de uitgeverij en VersTwee waren uitgenodigd, is zijn nieuwe boek rond agent Liewe Cupido. Deens derde Waddenthriller, getiteld De Redder. Alleen is het geen thriller, hooguit een spannend boek, spannend in die zin dat er een moord wordt opgelost – van lang geleden, terwijl tegelijkertijd de dood van Liewe Cupido’s vader, ook op zee, als een rode draad door de serie loopt.
Het is ‘gewoon’ literatuur, die ook ‘gewoon’ een literaire prijs zou verdienen, al wordt het nieuws dat de vorige thriller in de reeks, De Duiker, is genomineerd voor de Gouden Strop met instemming begroet.

‘ Ik heb een idee voor een moord’

Een bloederige moord zal in een Deen niet snel een plaats krijgen. Hij vindt het lastig om zo’n misdaad te bedenken. ‘Toen ik aan De Duiker werkte, had ik geen idee. Tot ik het ’s nachts bedacht. Ik heb mijn vrouw wakker gemaakt: ‘Ik heb een idee voor een moord’.’

Goed, De Redder. Deel 3 in een serie die zijn oorsprong vond in Duitsland. Bij uitgeverij Mare Verlag, die sinds 2000 boeken uitgeeft rond het thema zee, verscheen ooit een vertaling in het Duits van Deens novelle Het lichtschip – die ook ‘gewoon’ een literaire prijs had verdiend.
Uitgever Nikolaus Gelpke sprak zijn bewondering uit met de historische woorden: ‘Kann der Junge kein Krimi schreiben?’
In het laatste hoofdstuk van Het lichtschip, dat uiteraard op zee speelt, komt de politie op het schip en dus was die gedachte niet zo gek.

‘Het land van Derrick’

Tegen de helft van het rondje varen daalt het gezelschap af in het schip en vertelt Mathijs Deen over hoe het verder ging.
Allereerst over zijn twijfel na Gelpke’s vraag. Hij had een aardige naam opgebouwd in de literatuur en dan is thriller toch een andere stiel, en andere wereld ook. ,,Maar tegen het land van Derrick zeg je geen nee.”
De eerste werd een succes – ‘het Rudi Carrell-effect, als je je best doet en een beetje Nederlands blijft, heb je een streepje voor.’
Het boek verscheen overigens pas behoorlijk veel later in het Nederlands. En nu, buitengaats, zegt de auteur: ‘Soms kent je uitgever je beter dan dat je jezelf kent.’ 

Protagonist is een zwijgzame man

Zijn hoofdpersonage kennen en doorgronden, de in Duitsland geboren Nederlandse agent Liewe Cupido – ‘de naam Cupido komt veel rond Harlingen en op Vlieland en Terschelling voor’ – is een vergelijkbaar probleem. ‘Als je iemand in leven roept, ken je hem nog niet.’
En al helemaal niet als hij een zwijgzame man is.
‘Vandaar dat ik hem een hond heb gegeven. Dan praat ie wellicht.’ En later een vriendin. Deze Miriam krijgt in deel 3 al een wat prominentere rol, maar of het de nieuwsgierigheid van de lezers naar de status van de relatie tussen Liewe en haar ook bevredigt, is de vraag.

Wellicht in deel 4, want deel 4 komt er, het contract is al een tijd terug getekend. Moest ook wel, want Mathijs Deen weet nog altijd niet wie Liewe Cupido is, en zoals uit De Redder blijkt, is de rechercheur in zijn zwijgende hoofd druk bezig met de dood van zijn vader. Een dood waar Deen steeds meer informatie over geeft.
‘Maar ik weet het zelf ook nog niet. Ik probeer er zelf ook achter te komen wat dat is met Liewe en de dood van zijn vader’.
Literair fraai is hoe dit raadsel wordt gespiegeld in het hoofdverhaal van de roman – ik noem het een roman.
Mathijs Deen: ‘Je ziet dat wat Liewe professioneel goed kan, niet werkt op Texel omdat het te dichtbij komt. Hij zit er als zoon te dicht bovenop.’

Duits-Nederlandse cultuurverschillen

Wat is er in De Redder gebeurd?  Reddingsbrigades van Ameland en het Duitse eiland Norderney hebben dik twintig jaar geleden op één na alle bemanningsleden van sleepboot Pollux weten te redden. De resten van die ene, nota bene de kapitein, worden aangetroffen op de kust van Engeland.
Een en een is bepaald geen twee, waarin ook de animositeit tussen de Nederlandse en Duitse redders een rolletje speelt. ‘Hun samenwerking is op zich goed, maar er zijn cultuurverschillen en dat is voor een schrijver natuurlijk ideaal.’
Aan dek wachten de zon en de horizon. Roggebrood met haring ook. Maar het is niet alleen lang leve de lol met uitjes. ‘De fok, Mathijs!’ klinkt het. ‘ Ay, schipper’.

Mathijs Deen: De Redder.
381 p’s., Uitgeverij Alfabet.

Foto: Jeanet Moorman