Gedachten bij de Nobelprijs voor Bob Dylan

His Royal Bobness stond al een aantal jaren op de lijst met genomineerden voor de Nobelprijs voor Literatuur. Terwijl er officieel niet eens een lijst is. Het zijn de wedkantoren die niet zonder kunnen en bij gebrek aan een echte lijst, krijgt zo’n opsomming dan al snel status.

Ondanks het feit dat hier en daar, in Nederland bijvoorbeeld in 2014 in De Wereld Draait Door, serieus over de kandidatuur van Dylan werd gepraat, hielden toch weinigen rekening met een daadwerkelijke toekenning. Redenen te over. Zo heeft hij geen bundels doen uitgeven. Je kunt hooguit, enigszins spottend, opmerken dat hij luisterboeken heeft doen uitgeven die hij zelf had ingezongen.

Een andere reden die hem in de weg leek te zitten, is dat hij voor velen in de eerste en laatste plaats een zanger is. Bij concertverslagen van zijn Neverending Tour ging het de afgelopen jaren alleen nog over zijn stem, en dan vooral over de mate van sleet die daar avond aan avond op zat. Vandaag verschenen op internet tal van overzichten van zijn beste liedjes. Want liedjes blijven het, geeneens gezongen gedichten.
En dus kwam Mr. Tambourine Man voorbij, maar dat is een popliedje zoals dat in de jaren zeventig in Nashville per strekkende meter werd gemaakt. Dylan nam het in 1965 op. Het is niet het soort lied waar hij zijn prijs aan heeft te danken. Dat moet te danken zijn aan zijn geëngageerde songs en de poëtische, lyrische.
Bob Dylan was en is een onwezenlijk talent. Op zijn 22ste schreef hij al een meesterstuk als Masters of War. Waarom ontbrak dat vandaag in vrijwel alle overzichten?
Gevolgd door inderdaad tientallen prachtige  liederen. De liederen van een generatie zelfs, zoals Blowin’ in the wind, zoals Like a rolling stone, The times they are a-changing, Desolation row, Knockin’ on heaven’s doorA hard rain’s gonna fall, All along the watchtowerI shall be released.
Waarbij hij er zelfs in slaagde een volgende generatie aan zich te binden met Tangled up in blue, Simple twist of fate, Shelter from the storm, Romance in Durango en Every grain of sand, waarvan hij zei dat hij maar wat woorden neerpende die hem aanvloeiden.
Songs die niet los te weken zijn van de muziek. Ik ken niemand die Dylan wel als tekstdichter op prijs stelt, maar niet ook als uitvoerende van zijn liedjes. Niemand die zegt: ik lees hem graag, maar luisteren doe ik niet. Vaker is het andersom, maar dan in het negatieve: de neuzelaar Bob Dylan staat zijn eigen teksten in de weg.

Bob Dylan is niet als liedzanger bekroond, maar ‘voor het scheppen van nieuwe poëtische uitdrukkingsvormen bij the great American songbook’. Anders dan bij de P.C. Hoofdprijs kent de Nobelprijs niet de literaire categorieën roman, essay en poëzie. Toch moeten we Dylan scharen in de rij van de dichters die in voorbije decennia de prijs kregen toegekend, in omgekeerde volgorde qua chronologie: Tomas Tranströmer, Wislawa Szymborska, Seamus Heaney en Derek Walcott (toen er drie dichters werden bekroond in vijf jaar tijd).
Met alle respect voor Dylan, dit zijn stuk voor stuk dichters van een totaal andere orde. En dus moet hij zijn toekenning deels te danken hebben aan de muziek. En als dat zo is, dringt zich maar één vraag op: welke lieddichters hebben we al die jaren over het hoofd gezien? Had dan niet ook iemand, ooit, lang geleden, iets moeten zeggen over Townes Van Zandt, over Leonard Cohen (hij schreef boeken bovendien), Joni Mitchell, Woody Guthrie, Hank Williams? Moeten we Jackson Browne dan niet ook op die lijst zetten die toch niet officieel is? Of Alex Roeka? Of Konstantin Wecker?

De toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur aan Bob Dylan opent wel de deur ook voor tal van artiesten uit de hip hop, het genre waarover weliswaar wordt gezegd dat het er in de teksten te veel en te vaak hedonistisch aan toegaat, maar waarbij de aandacht voor de verhouding muziek – tekst wel, net als bij Dylan in zijn beste songs, naar tekst uitgaat. Wat dat betreft is deze tegendraadse bekroning van de chroniqueur van de babyboomgeneratie toe te juichen. Als een slotacte, een die de deur opent voor nieuw poëtisch talent dat tot nu toe nooit met de Nobelprijs voor Literatuur werd geassocieerd.

foto: Dena Lowes