Recensie: Sebastian Barry - Dagen zonder eind

Een nadeel van series is dat lezers mogelijk het gevoel krijgen alle boeken te moeten lezen – om er vervolgens maar niet aan te beginnen. De uitgever kan wel beloven dat de delen los van elkaar te lezen zijn, maar in de praktijk kan dat tegen vallen. Dat is niet het geval bij de romans van Sebastian Barry, de Ierse schrijver die al sinds de jaren tachtig werkt aan een reeks romans over de geschiedenis van Ierland aan de hand van één familie, de McNulty’s.

De boeken staan zelfs zo los van elkaar dat velen de samenhang pas ging opvallen toen in de verschillende romans de naam McNulty opdook. In 1988 verscheen The Whereabouts of Eneas McNulty. De kroniek is nu aangevuld met Dagen zonder eind. Weer rond een McNulty. Deze Thomas komt weliswaar uit Ierland, maar hij is de beruchte ‘famine’ (de grote honger) van midden 19de eeuw ontvlucht. Rond 1850 stierven Ierse families bij bosjes nadat voor de zoveelste keer de oogst was mislukt. Wie het fysiek nog kon, probeerde naar een haven te komen om naar de VS te reizen. Onderweg stierven velen.

Nu is ‘the great hunger’ in de Ierse literatuur tot in den treure beschreven. Het heeft zo’n wissel getrokken op het land dat schrijvers er gewoonweg niet omheen kunnen. Het is alleen zo moeilijk geworden om origineel te zijn, zeker niet als je ook nog respectvol over de ramp wilt schrijven.
Thomas McNulty treedt in Dagen zonder eind als verteller op en hij weet dat hij, als het maar in het kort, over ‘the famine’  moet schrijven. Hij houdt het beknopt en schrijft dan: ‘Ik vertel het alleen maar omdat volgens mij zonder dit verhaal niets fatsoenlijks te begrijpen valt.’ Daarmee is de toon van zijn relaas aardig gezet. Hij wisselt zijn gloedvol vertelde betoog af met ontnuchterende zinnen.

Hij is nog jong en onbesuisd. Vol bravoure sluit hij zich bij het leger aan, omdat er verder geen kansen zijn. Gelukkig heeft hij zijn grote liefde bij zich, John Cole. Nooit John, nooit Cole, altijd John Cole. Deze John Cole loopt door de roman met een onaantastbaarheid die doet denken aan die van Luke Cage in de gelijknamige serie van Marvel op Netflix. Hoe zwaar Thomas en John Cole het ook te verduren krijgen, John Cole is als een monoliet waar kogels en drek op afketsen. Thomas zou ook nooit zo’n opgewekte toon hebben aangeslagen als hij John Cole niet aan zijn zijde had gehad.
Ze zitten niet alleen in het leger, ze laten zich ook inhuren als entertainers in saloons. Desnoods in jurk. In de mannenwereld op de prairie is de blik op een als vrouw verklede man al genoeg om de soldaten en cowboys gek te maken. Het regent dans- en huwelijksaanzoeken. Het geeft Thomas en John Cole de kans ook eens fijn op een podium of dansvloer met elkaar te zoenen.
Het is sowieso verfrissend nuchter hoe Sebastian Barry met seks omgaat in deze roman. ‘En toen hebben we stilletjes geneukt en zijn toen gaan slapen’ laat hij Thomas noteren. Het is nog een van de meest nuchtere zinnen in deze roman. De stijl is overvloedig, barok, grillig en op momenten gezwollen.

Fort Laramie National Historic Site, July 3, 2011

(Fort Laramie. Militair knooppunt in Wyoming. Foto: Kent Kanouse)

De romans van Sebastian Barry gaan over de Ierse geschiedenis, maar ze hangen vooral samen door de stijl. Geen Barry zonder scenes, beschreven in een vloed van bijzinnen en tollende beelden, waarin hij een storm op zee beschrijft (in zijn vorige roman, De tijdelijke gentleman, die deels in Afrika speelt) of een veldslag, zoals een aantal malen in Dagen zonder eind. Thomas en John Cole vechten tegen indianen en later in de Burgeroorlog. Het geweld davert in hyperbolen van de bladzijden, in tomeloos tuimelende taal.
Barry laat de lezer tussendoor soms even zachtjes in de leesstoel terug landen met een zin als: ‘Het volgende gedeelte van mijn verhaal speelt zich ongeveer twee jaar later af’. Mooie, basale momenten zijn het. Maar even verderop alweer zit de lezer in het oog van de storm, een veldslag tussen confederates en noorderlingen.

Thomas McNulty en John Cole beleven gouden tijden, althans zo ervaren zij het. Honger (ook hier), uitputting, vernedering, geweld – het is vooral spannend. Ook al kan schuldgevoel over hun betrokkenheid bij zo veel dood en verderf niet uitblijven. Wat er toe leidt dat ze hopen een thuis te bieden aan Wynona, een indianenmeisje, een wees. Wanneer McNulty zowaar terug is in Sligo, de Ierse havenstad van waar ze zijn vertrokken, wil hij niets liever dan terug naar John Cole en Wynona. De gloed van ‘de aangename staten Missouri en Tennessee’ blijft lokken.
De roman is virtuoos van taal. Sebastian Barry bespeelt met ogenschijnlijk het grootste gemak zijn registers. Wat een beheersing. Hij heeft voor deze roman inmiddels de Costa Award gewonnen. Het wordt tijd dat de Nederlandse lezer dit oeuvre ontdekt.

Sebastian Barry: Dagen zonder eind.
Vertaling: Jan Willem Reitsma.
256 blz., 18,99 euro.
Querido.

William Murphy beeld Rowan Gillespie Barry
(The famine, uitgebeeld in een beeld van Rowan Gillespie. Staat in Dublin. Foto: William Murphy)

Foto detail Confederates Monument: Tim Evanson