Kit, zo noemt ze zichzelf. Officieel is haar naam veel chiquer: Katherine Carlyle. Naamgeefster en hoofdpersoon van de nieuwe roman van de Engelse auteur Rupert Thomson (59). Dat ze zich Kit noemt, is niet omdat ze populair wil doen of Katherine te deftig vindt – dat ook, maar het is niet onoverkomelijk. Ze wil zich kleiner voordoen dan ze is. Omdat ze zich gekleineerd voelt. Haar vader ziet haar niet staan en o, wat zou ze graag zijn aandacht willen.

Hun wezenlijke probleem begon trouwens al jaren eerder, wel negen jaar voor haar geboorte. Negen jaar heeft ze als potentiële ivf-baby in vriestoestand moeten doorbrengen. Dat ze na al die tijd toch nog bij haar moeder is ingebracht is bijna net zo’n groot wonder als de geboorte zelf. Maar Katherine vindt het maar niks. Natuurlijk heeft ze er geen herinneringen aan, maar zij houdt vol van wel. Waarom zo lang gewacht, waarom?

Negentien is ze wanneer het boek begint en wanneer Kit besluit haar vader te testen. Een liefdevol gezin was ze gewend, maar nadat haar moeder is overleden, voelt ze zich alleen.
Ze gaat weg, in de vaste veronderstelling dat wanneer ze haar vader uitdaagt hij haar zal volgen. Vanuit Rome,  waar ze wonen, reist ze naar Berlijn.

Ze denkt slim te zijn door hier en daar sporen na te laten, precies groot en vindbaar genoeg voor haar vader, een gerenommeerd journalist, om ze te vinden. Ze sluit verrassende vriendschappen met mannen die haar onderdak bieden. Niet geheel van paranoia vrij meent ze niet te veel aanwijzingen achter te moeten laten, want vader moet er wel wat voor doen. Eerst die negen ingevroren jaren en nu weer deze kou. Verdomme pa, doe eens iets.

Berlijn vindt ze te gemakkelijk, en via Warschau en Moskou reist ze naar Archangelsk in Rusland, voor ivf-baby Kit een reis terug naar de vrieskou en eenzaamheid.
Maar dan moet je wel heel zeker dat vader je ook echt volgt, wil volgen en echt op wil sporen. Want ergens kun je wegen inslaan die maar één kant opgaan.

Vatersuche van een veronachtzaamde jonge meid met roekeloze trekjes, niet vrij van paranoia en met een wereldvreemd optimisme. Geen lichte kost, maar Thomson schrijft het glanzend op. Wat meteen weer verneukeratief is. De stijl dekt de wrangheid toe, zo lijkt het. Waardoor de lezer al net zo op afstand van Kit dreigt te blijven als haar vader, maar zo werkt het toch niet. Het werk van de lezer zit erin dat die zich niet comfortabel gaat voelen. Veel gaat goed en er is humor, Kit komt ook opvallend veel goede mensen tegen. Maar dat er gevaar dreigt, daarvan is de lezer zich steeds bewust.

Einstein
(foto hslo)

Fraai is ook hoe Thomson soepel in en uit de gedachtewereld van Katherine glijdt. Ze sluit vriendschap met een serveerster van het mooie café Einstein aan Unter den Linden in Berlijn. Ze geeft haar geld en een envelop voor haar vader. ‘s Nachts stelt ze zich de scene voor dat haar vader in het café arriveert – ze heeft zelfs de datum uitgerekend! – en hoe de serveerster onder de indruk raakt van haar vader. Kit fantaseert de hele bedscène bij elkaar. En alle volgende stappen van vader, want hij zal zijn verantwoordelijkheid wel nemen, toch? Toch?

Zo is de roman Katherine Carlyle in feite van een hartverwarmende wrangheid, een combinatie die vrij zeldzaam is.

Rupert Thomson:
Katherine Carlyle
Vertaling Robert Neugarten
318 blz., 19,95
Xander Uitgevers