Het lijkt schools om een boekbespreking te beginnen met een opmerking over de titel, maar bij Jij zegt het, de nieuwe roman van Connie Palmen, ligt dat voor de hand. Het simpele zinnetje, dat we in het dagelijks leven wel eens als stoplap gebruiken als een gezamenlijke conclusie is bereikt,  verwijst in alle terloopsheid direct naar de kern van het boek: verraad.
Connie Palmen citeert hier uit Bach’s Matthaus Passion het moment dat Jezus tegen zijn discipelen zegt dat een van hen hem zal verraden.

‘Da fragte Judas, der ihn verriet: Bin ich es etwa, Rabbi? Jesus sagte zu ihm: Du sagst es.’

Verraad, het kwaad – in Jij zegt het is Connie Palmen terug bij de overheersende thema’s in haar werk en niet alleen in dat van haar. Verraad zit in alle vormen in de roman.

In Jij zegt het schrijft ze:

‘Alle grote literatuur – Homerus, Dante, Shakespeare, Blake,  de Bijbel – gaat over de strijd tegen het kwaad, tegen wat – in en buiten ons – uit is op onze verwoesting, op de dood van het lichaam of van de ziel.’

Op verhalend niveau gaat Jij zegt het over de levens van de Engelse dichter Ted Hughes (1930-1998) en de Amerikaanse dichteres Sylvia Plath (1932-1963). Zeven jaren waren ze bij elkaar. Het was een alles verzengende, stormachtige, diep intense relatie. Een huwelijk tegen de klippen op dat eindigde in de zelfmoord van Sylvia Plath in 1963. Zij kon niet zonder hem, hij had een minnares. Maar zo eenduidig was zijn verraad niet. Wat meespeelde in de relatie: haar onmogelijke relatie met haar moeder, hun onlosmakelijke verbondenheid, zijn vriendschap met zijn broer, haar eerdere zelfmoordpogingen, het gebrek aan succes, het niet kunnen vinden van de gezochte poëtische stijl, haar depressies. Ze stuwden elkaar op, inspireerden en beïnvloedden elkaar – terwijl hun poëzie niet op elkaar op leek.

Na de dood van Sylvia Plath – ze had tot dan amper iets gepubliceerd – gaf Ted Hughes haar werk uit. Het werd een sensatie. Kort voor haar zelfmoord had ze, onder pseudoniem, de semi-autobiografische roman The bell jar (De glazen stolp) gepubliceerd. Daarin gaf ze een verwoestend portret van haar moeder en schreef ze over haar depressies. Later, toen het boek in Engeland onder haar echte naam verscheen, heeft haar moeder geprobeerd de publicatie ervan in de VS tegen te houden.

Hughes Plath

Verraad in allerlei vormen. Ted Hughes heeft beweerd dat hij het laatste deel van Plath’ dagboek heeft vernietigd, om hun kinderen te ontzien. Of had hij iets te verbergen?
En is Connie Palmen geheel vrij van verraad? Hoe zuiver is het om deze levens te pakken en er een roman van te maken? Niet voor niets citeert ze (of is het ‘Hughes’?) Oscar Wilde dat alle grote geesten hun discipelen krijgen, maar het altijd Judas is die de biografie schrijft.

Voor de feministen werd Sylvia Plath een heldin. In hun ogen was Hughes de verrader, de schuldige, de dader. Het ene na het andere artikel verscheen waarin vrienden een boekje open deden over het paar. Hughes weerhield zich steeds van commentaar. Hij scheen te beseffen dat ontkenning en weerwoord alleen maar olie op het vuur zou betekenen. Pas toen hij te horen kreeg dat hij ongeneeslijk ziek was, liet hij zich uit over zijn huwelijk en leven met Plath, in de vorm die een dichter betaamt. Hij publiceerde de bundel Birthday letters met 66 gedichten over verschillende aspecten van de historie.

graf Plath close

Het zijn deze Birthday letters die Connie Palmen als voornaamste leidraad heeft  gebruikt voor haar roman. In Jij zegt het laat ze Ted Hughes spreken. Het is een monoloog met hoge inzet. ‘Hughes’ grijpt de kans zijn verhaal te doen over hem en ‘mijn bruid’, zoals hij haar blijft noemen, wat zowel afstandelijk als Bijbels is. Hij doet dit zonder zichzelf te sparen, zonder zich beter voor te doen dan hij was.
De inzet is niet alleen hoog, maar ook hard. De verteller knalt er met verve in. Evenals de schrijfster. In tien maanden tijd heeft Connie Palmen dit boek geschreven, ongekend snel voor haar doen. ‘Normaal’ zit ze op één pagina per dag. De tomeloze energie is terug te kennen in de haast verbeten vaart waarmee ‘Hughes’ zijn verhaal doet. Het davert erop.
Palmen heeft niet gepoogd met de stem van Hughes te schrijven, een stem die hoorbaar is in zijn brieven (uitgegeven in de serie Privé-domein onder de titel Ik wil nooit vergeven worden) en in de inleiding die hij schreef bij de uitgaven van Plath’ werk.

Met Jij zegt het onderzoekt Connie Palmen andermaal het kwaad, zoals ze dat ook deed in Lucifer (uit 2007). Dat was ook al een roman waarin de verhalende toplaag ging over bekende cultuurdragers. Nu Ted Hughes en Sylvia Plath, in Lucifer waren het Peter Schat en zijn partner Marina Schapers, die onder verdachte omstandigheden overleed. Roem en openbaarheid zetten deze thematiek extra onder druk.
Er zit een rechtstreekse verwijzing naar Lucifer in de roman, zoals de schrijfster ook haar kans schoon heeft gezien ergens haar initialen tussen te plaatsen.

Is het van belang vooraf te weten wie Sylvia Plath en Ted Hughes waren en hoe heftig hun levens waren? Het antwoord moet nee zijn. Dit is – zie Bach – een passieverhaal van universele proporties. Desondanks zou het interessant zijn te horen wat een lezer die Plath en Hughes niet kent van het boek vindt. Zoals het, aan de andere kant, te hopen is dat deze roman in het Engels wordt vertaald. Wat zullen de Hughes- en Plathkenners hier van vinden?

Jij zegt het is een gedurfd boek. De auteur is er niet voor terug gedeinsd hoog in te zetten. Zo hoort dat. Ambitie moet, niet van dat benauwde. Om de roman te citeren:

De oorspronkelijkheid van een schrijver herken je aan de moed waarmee hij de sprong in de afgrond heeft gewaagd. En aan de diepte ervan’.

Connie Palmen
Jij zegt het
268 pagina’s, 19,95 euro (gebonden)
Prometheus


Connie-palmen-2014

foto Sylvia Plath en Ted Hughes © Brainpickings/Flickr
foto Connie Palmen @ Vera de Kok/Flickr
foto van het graf © Jennifer Boyer