Om het met de beroemde woorden van Frans Kellendonk zelf te zeggen: Arie Storm heeft lang ‘oprecht geveinsd’ dat hij de biografie van Kellendonk zou schrijven. Hij heeft eindelijk, en nog keurig binnen het Kellendonk-jaar, het boek gepubliceerd. Het is alleen niet het soort boek geworden dat doorgaans doorgaat voor een biografie.
Wie bij dat woord verwacht een ‘klassieke schrijversbiografie’ aan te treffen, nee. Te beginnen met de geboorte (of de voorouders), de jeugd, opvoeding en opleiding, het debuut, het oeuvre, de onderlinge verwijzingen, het al dan niet autobiografische van de romans, het tijdsgewricht, het overlijden en de nalatenschap? Dat allemaal niet.
‘Roman’ staat linksonder op de omslag, niet op de maatgevende titelpagina. ‘Roman’, als verkoopprikkel, want dat genre verkoopt in de letteren het best.
Het is gewoon een boek van Arie Storm over zijn fascinatie voor Frans Kellendonk, op wiens oeuvre hij is afgestudeerd. Maar het is geen gewoon boek. Het is namelijk ook wel degelijk een biografie, omdat Storm wel degelijk zijn best doet man en werk in bezield verband met elkaar te brengen. Hij poogt Kellendonk zo dicht mogelijk te benaderen. Dat doet iedere biograaf met zijn subject, maar Storm zet de ultieme stap: hij voert Frans Kellendonk als verteller op. Arie Storm kruipt in het hoofd van Kellendonk om het personage Kellendonk te laten vertellen over hoe hij Arie Storm probeert te beïnvloeden tijdens het schrijven van dit boek over Frans Kellendonk. Vandaar de titel: Het laatste testament van Frans Kellendonk. Arie Storm als notaris.
Waren er al biografieën die door de gebiografeerde verteld zijn?

‘En nu de grote vraag: ben ik hier, in dit nieuwe boek van mij, deze biografie die een roman is, nu al in het door mijzelf gecreëerde labyrint verdwaald? Ben ik in een kansarme vertakking van een doodlopend gedachtespoor terechtgekomen? Nee – ik ben juist beland bij de kern van de zaak. Schrijven, goed schrijven, is alles doen wat verboden is. Goed schrijven is een labyrint creëren. Goed schrijven is in een visioen stappen. Ergens van getuigen. Opstaan uit de dood. Met deze woorden stap ik weer in het leven. In deze biografie flakkert mijn bewustzijn weer op. In deze biografie word ik weer tot leven gebracht.’

Verteller Kellendonk blikt terug op de kwart eeuw dat hij dood is. Hij overleed in 1990 op 49-jarige leeftijd. Bij leven gold hij al als een eminent stilist en werd hij door collega’s als Oek de Jong en A.F.Th. van der Heijden beschouwd als de schrijver met wie zij dienden te sparren. Daar diende zich zowaar een nieuwe grote drie aan. Kellendonks roman Mythisch lichaam staat als een onwrikbare obelisk in het literaire landschap van de vorige eeuw. ‘Het boek waarmee ik diep in mijn eigen vlees sneed’.
De roman werd het middelpunt van een rel toen criticus Aad Nuis, bij nader inzien (na een eerste lovende recensie) vond dat er antisemitische tendensen in te bespeuren waren.
De verteller Kellendonk doet er in Arie Storms boek zijn zegje over. ‘Wat kan mij dat gezeur over dat vermeende antisemitisme nog schelen?
Of doet Arie Storm dat? Het gebeurt niet vaak dat de schrijver van een biografie zo samenvalt met zijn subject. Kostelijk zijn de passages waarin de verteller Kellendonk letterlijk probeert de gedachten van zijn biograaf te sturen. Wat geregeld weer heerlijke verdubbelingen oplevert. Maar nooit zonder dieperliggende reden. Het genre van de biografie staat hier telkens ter discussie, terwijl het boek een lichte toon houdt.
Het is ook een boek over Arie Storm, of trappen we dan in een val? De opmerkingen dat met Adriaan van Dis de verplatting van de literatuur is begonnen en dat Van Dis geen literatuur zou schrijven, zijn stokpaarden van Storm. Geldt ook voor de opmerkingen over het boekenpanel in De Wereld Draait Door. Maar hier komen ze op het conto van Kellendonk, die in het hiernamaals uiteraard alle ontwikkelingen heeft bijgehouden.

‘Nu is het De Grote Boekhandelarenshow. Ik zit op de schouder van mijn biograaf en ik weet niet wat ik zie. Af en toe houd ik een denkbeeldige hand voor mijn en zijn ogen. Geen van de besproken boeken in dat programma, De Wereld Draait Door, heeft in de verste verte ook maar iets met literatuur te maken. De boekhandel zelf ligt vol thrillers; die noemen zíj literaire thrillers. Literatuur is altijd al een zaak geweest van een kleine groep mensen, een elite, maar inmiddels is helemaal niet meer duidelijk wat literatuur ís. Ik denk dat ik als ik in deze tijd had geschreven, in het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw, mijn werk waarschijnlijk niet eens meer gepubliceerd zou krijgen.’

Inmiddels is Jaap Goedegebuure, die eerder dit jaar met Oek de Jong de brieven van Kellendonk deed uitgeven, met ‘een klassieke biografie’ begonnen.
Iets wat Kellendonk die in de hemelen zijt niets is ontgaan. Een tweede biograaf. Terwijl, zoals Arie Storm – zelf! – in het nawoord schrijft, hij niet van biografieën hield.
Het hoeft niet te verbazen dat hij ervan gruwt:
‘Nu wil ik voor altijd hier blijven. Aan de zijde van mijn biograaf – deze biograaf, mijn eerste, mijn enige échte biograaf. Maar wat is precies altijd? En wat is echt? En wat is een biograaf? Dit kan ik er in elk geval over kwijt: ik houd van mijn biograaf, zo gereformeerd als hij is, zo getormenteerd, zo ijdel, zo neurotisch, zo tobberig, zo enthousiast, zo gek. En ik heb een hekel aan mijn andere biograaf, mijn tweede. Als het aan mij ligt, en het ligt aan mij, want ik ben degene die deze regels schrijft, via een ingewikkelde procedure die ik later nog zal uitleggen, zal zijn naam hier niet worden genoemd. De duivel. Kijk uit. Vade retro!’


Arie Storm: Het laatste testament van Frans Kellendonk.
144 blaz, 17,50
Athenaeum – Polak & Van Gennep