In de week dat het nieuws in de boekenwereld wordt bepaald door het bericht dat er steeds meer Engels wordt gelezen en dat dit ten koste gaat van de Nederlandse fictie, is de tweede vertaling van een roman van Charles-Ferdinand Ramuz (1878-1947) verschenen: Schoonheid op aarde.

Theo Hakkert

Is hier een verband tussen dan? Zijdelings. Nederlandse uitgevers zien er steeds minder brood in om Engelse romans te laten vertalen, omdat veel lezers – jong en oud, zo wordt gezegd – liever het Engelstalige origineel lezen dan een vertaling, niet alleen omdat die goedkoper zijn.

Waar nog wel toekomst in zit, zou je dan denken, is meer aandacht voor vertalingen uit andere talen. Die lopen niet zo hard in het origineel. Wat het beste kan worden aangetoond met de vertaling van de nieuwe Houellebecq. Die staat voor dit voorjaar aangekondigd, rijkelijk laat. Anders gezegd: vertaler Martin de Haan neemt de tijd en dat kan ook, want de kennis van het Frans is niet meer zo algemeen als lang geleden.

Het zou dus zo maar kunnen dat er meer Europese literatuur wordt vertaald en dat is alleen maar toe te juichen. Een beetje minder fixatie op het Engelstalige gebied is prima.

Spreektalige romans

Nu zijn er ook snobs (met alle respect) die zelfs liever Scandinavische boeken in het Engels lezen dan in het Nederlands, maar in het geval van Charles-Ferdinand Ramuz zal dat niet gebeuren. Van hem is niets in het Engels beschikbaar, en aan het origineel beginnen heeft helemaal geen zin, want daar hebben zelfs Fransen moeite mee. Ramuz stopte de nodige streektaal in zijn boeken.
Vertaler Rokus spreekt dan ook van ‘spreektalige’ romans.

Ramuz is een Zwitser. Geboren in Lausanne (en daar overleden), maar zijn ouders stammen uit Vaud, een kanton uit het westen. Zijn roman die eerder werd vertaald, De grote angst in de bergen, speelt in een bergachtig gebied waarvoor Ramuz de inspiratie putte uit die streek.

Streekroman

Ook de nu vertaalde roman, Schoonheid op aarde, speelt in een afgelegen streek met zowel bergen als water. Een streekroman in de goede betekenis van het woord. Er kunnen overigens toch al vragen worden gesteld bij de negatieve betekenis. Een groot deel van de Nederlandse literatuur van dit moment speelt zich af op het platteland, in de natuur en buiten. Een grote Nederlandse stadsroman van de laatste jaren? Daar zijn er niet veel van.

Het stempel ‘streekroman’ moet vooral niet de indruk wekken dat het hier om een gezapig verhaal gaat waar in literair opzicht niets aan te beleven valt. Integendeel. De romans van Ramuz horen bij de meest avontuurlijke literatuur die momenteel verschijnt. Door de stijl, door het fenomenale spel met vertelperspectieven en tijden.

Vaud. Foto: Gabriel Garcia Marengo

Het is wennen, en dat is natuurlijk geweldig. Wie braaf is opgevoed met het idee dat het in een en dezelfde zin geen pas geeft van de verleden tijd over te schakelen in de tegenwoordige tijd, of andersom of zelfs zo weer terug, zal Ramuz in elke alinea betrappen op overtredingen van deze ongeschreven regel.

Meer tijd en ruimte

Het effect is bijzonder. Het vergroot de ruimte en de tijd. Ramuz beschrijft bijvoorbeeld een eenvoudige handeling als leunen tegen een rots. In de tegenwoordige tijd. Met daarbij een stuk in de verleden tijd, waarmee hij in dit voorbeeld de rots de lange leeftijd geeft die een rots nu eenmaal heeft. Het tijdelijke van het leunen ‘leunt’ zelf dan weer tegen het eeuwige van die stenen wand.
De rots is weliswaar ogenschijnlijk een decor, maar heeft veel meer functie dan het eerst leek. Wat precies past bij hoe Ramuz met de natuur omgaat in Schoonheid op aarde. Het decor en de natuur – de regen, de wolken, het water, de stormwind – worden actief, het zijn haast personages. Hoe dan ook hebben ze veel meer invloed op de menselijke personages (om het zo uit te drukken) dan in veel andere romans, waar een capuchon wel volstaat als bescherming tegen de regen.

Daarnaast goochelt Ramuz naar hartelust met vertellers en vertelperspectieven. Ik, jij, wij, ons, hij, zij – ze komen allemaal langs en worden ingezet op plaatsen waar je ze niet verwacht. Ik wordt jij, wordt wij, wordt ik. En dan gaat het over één personage. Het ene moment neemt Ramuz de lezer mee in het hoofd van zijn personage, in het volgende wordt het beschreven van afstand, door welke verteller is lang niet altijd duidelijk. En toch, of door deze ontregelende stijl, leest dit vlot weg.

Tel daar Ramuz’ schitterende zinnen bij op en duidelijk is dat het hier gaat om een auteur van grote klasse. Celine voorspelde ooit dat, naast dat van hem, Ramuz’ werk altijd gelezen zou worden.

Jonge vrouw uit Cuba

Zit er ook nog een verhaal in? Oh, sorry, jazeker. In Schoonheid op aarde krijgt een kroegbaas de voogdij over een jonge vrouw afkomstig van Cuba. Het duurt een tijdje voordat ze arriveert en als ze er eenmaal is, laat ze zich lange tijd niet zien. Waardoor haar mythe groeit en groeit. De mannen in het kleine bergdorp weten op voorhand al genoeg en ze hebben ieder zo hun eigen tactiek, hopen en verwachten ze, om deze jonge vrouw het hof te maken.

Maar er zit ook een element in van vreemdelingenhaat. Wat moet zo’n vrouw hier? Ze doet amper iets, maar ze kan ook weinig goed doen wanneer ze niet voldoet aan de verwachtingen als ze bijvoorbeeld niet toeschietelijk is. Interessant en mooi, tot ze ongenaakbaar blijkt, dan is ze een vreemd element dat de rust in het dorp verstoort.
Ja, actueel, zeggen we dan. Een roman uit 1927. En wat voor een?!

Charles-Ferdinand Ramuz: Schoonheid op aarde.
Vertaling: Rokus Hofstede. 238 p’s, 22,50 Uitgeverij Van Oorschot