La Filial is een in alle opzichten bijzonder ongewoon en ongewoon bijzonder boek van de Chileense schrijver Matias Celedón (1981).
Het is het zoveelste voorbeeld van de ongebroken creatieve kracht van de Zuid-Amerikaanse letteren. Het is inhoudelijk een heftige aanklacht. Het heeft amper tekst. Dat wil zeggen: in een gemiddelde dichtbundel staan meer woorden, terwijl dit  – in de Engelstalige versie – een roman is van een kleine 200 bladzijden.
En het is een kunstwerk op zich.

51wpR3FtfuL._SX355_BO1,204,203,200_

Celedón heeft een kafkaësk verhaal bedacht (eerder dat dan geschreven) over het filiaal van een bedrijf of een overheidsinstantie. Een rechtbank? Een stadhuis? Terwijl de werknemers binnen achter hun terminals zitten, krijgen ze de opdracht aan het werk te blijven. Maar zo meteen zal de stroom worden uitgeschakeld. Dat gebeurt meteen. Het licht valt uit. Niets is nog te zien. Gelukkig heeft de verteller (maar wie dat is, daar komen we niet achter) een zaklantaarn, al werpt dit letterlijk noch figuurlijk veel licht op de zaak.

Wat de verteller (ik noem hem toch maar zo) doet is in korte statements bijhouden wat er gebeurt en welke orders de werknemers via een intercom te horen krijgen. Hij gebruikt daarvoor geen pen en papier, maar stempels. Want het is zijn werk om documenten te stempelen. Welke? Het staat niet vermeld.
Op elke pagina van het boek staat één stempeltekst afgedrukt. Van hooguit 90 tekens. Zelfs een tweet heeft nog bijna twee keer zo veel tekst.
Hij houdt in het kort bij wat er gebeurt. De lezer moet maar zien in staat te zijn het verhaal uit de aanwijzingen samen te stellen. Dat het een nogal ongewoon of zelfs afwijkend filiaal is, blijkt uit het feit dat er een doof meisje aanwezig is, een stom meisje en een lamme man. Ze worden op een dag – de gebeurtenissen nemen een week in beslag – in een ruimte bijeen gedreven en dan worden er honden binnen gelaten. Niet iedereen komt er levend uit.
Het is een angstaanjagend verhaal over onderdrukking, marteling en dood. Knap hoe Celedón in zo weinig woorden zo veel angst en paranoia weet op te roepen.
Nadrukkelijk speelt het boek in juni 2008. Het begin van een grote dioxine-crisis in Chili, maar of dit de achtergrond is bij deze novelle (?) blijft onduidelijk.

Een sinister boek geschreven met stempels. Prachtig uitgevoerd. In het Spaanse origineel door Celedón zelf gestempeld. In de Engelstalige uitvoering, vertaald door de Australiër Samuel Rutter, is dat perfect nagedaan. Het boek, gebonden en al, werd in China gedrukt.
Celedón is niet de enige Chileense auteur die in staat is met behulp van typografie een aangrijpend, geëngageerd boek te schrijven. Alejandro Zambra deed het ook, in Begrijpend lezen. Dat is een roman met multiple choice vragen.

Matias Celedón: The Subsidiary
uit het Spaans vertaald door Samuel Rutter
198 blz. (gebonden)
Melville House Publishing

Matias Celedon Casa di America
(Matias Celedón. Foto: Casa de America)