Anna Woltz kreeg de Nienke van Hichtumprijs voor Honderd uur nacht. Hier de feestelijke redenering die ter gelegenheid daarvan voor het jaarboek van de Jan Campert Stichting is geschreven.

Ouders zijn net mensen. Als je ze lang genoeg kent, vallen ze vanzelf van hun voetstuk (en een standbeeld voor Anna Woltz die Honderd uur nacht schreef)

Midden in de nacht werd ik wakker. Door een geluid dat niet in mijn dromen paste. Ik wreef in mijn ogen en ging de trap af. Zeventien treden. Overloop. Zeventien treden. Begane grond. Op mijn tenen. Zouden er dieven zijn in het huis waarin ik met mijn vader, moeder en broertje woonde? Het huis waar altijd vol vertrouwen een touwtje uit de brievenbus bungelde, zodat iedereen naar binnen kon, ook als er niemand thuis was?
Zachtjes opende ik de deur van de huiskamer. Daar stond mijn vader. Hij had prachtige kleren aan. Exotisch, met veel bruin en blauw erin. Mijn ouders waren net – voor het eerst zonder kinderen – twee weken naar Marokko geweest.
Hij zoende de buurvrouw.
Mijn vader suste. Hier was niets aan de hand, hier was niets gebeurd. Maar ik was gekke Henkie niet. Ik was elf – jonger dan Emilia, de hoofdpersoon in Honderd uur nacht van Anna Woltz – in een tijd dat er geen enkele aanwijzing was dat er ooit zoiets als internet, Facebook of Twitter uitgevonden zou worden. Ik was elf, ging weer slapen en hield de volgende dag en de rest van mijn leven mijn mond.

Het verraad dat de vader van Emilia de Wit (14) pleegt heeft duizend keer meer impact. Wanneer zij, dankzij de ‘zegeningen’ van de digitale snelweg tegelijk met de rest van de wereld ontdekt dat haar vader – directeur van de middelbare school waar ook Emilia naartoe gaat – vunzige sms’jes naar een beeldschone leerling heeft gestuurd, stormt het in haar hoofd. Een storm die haar leven omver blaast. Niets blijft overeind. Haar vertrouwen in haar ouders, haar geloof in een veilige omgeving, alles wordt in één keer verwoest.
Om haar vader te straffen én om de gruwelijke verwensingen en dreigementen in de virtuele realiteit te ontlopen, vlucht ze naar New York. Eenmaal voet aan wal komt ze er achter dat het appartement dat ze via internet met de creditcard van haar vader heeft geboekt, niet bestaat. Ze is opgelicht, staat op straat. Het is koud. En er komt een échte orkaan op de stad af, Sandy, die de Big Apple al snel afsnijdt van de rest van de wereld.
Daar, in het oog van de orkaan waar het windstil is, heeft Anna Woltz haar hoofdpersoon waar ze haar hebben wil. Aan de voet van het Vrijheidsbeeld moet Emilia haar eigen onafhankelijkheidsoorlog voeren.

Onverwoestbaar
Honderd uur nacht is het achttiende boek dat Anna Woltz in twaalf jaar tijd schreef. Inmiddels zijn we alweer dik anderhalf jaar verder, is ze 35 en is er nog een bijgekomen.  Veel, dus fijn, want ze heeft een grote schare fans. Publiek dat ze heeft opgebouwd als toegankelijk schrijver die met grote regelmaat op schoolbezoek gaat. Ze weet haar lezers aan zich te binden.
Verheugend is dat Anna Woltz er steeds langer over doet om een roman te schrijven. Dat gaat hand in hand met de ontwikkeling die zij heeft doorgemaakt. Per boek zit het bouwwerk beter in elkaar. Per boek wordt het steviger. Anna Woltz is uitgegroeid tot een onverwoestbare schrijfster, een oorspronkelijk auteur met een groot talent voor dialogen.
Haar eerstelingen die elkaar in rap tempo opvolgden, hebben plaatsgemaakt voor boeken die in trager tempo verschijnen. Haar lezers heeft ze stiekem onder haar arm meegenomen. Want hoewel ze meer literair is gaan schrijven, is de toegankelijkheid gebleven. Anna Woltz verstaat de kunst om jonge mensen ongemerkt een goed boek te laten lezen.
Daarmee past ze in een frisse jeugdliteraire traditie. Met Gideon Samson, Simon van der Geest en Emiel de Wild vormt ze de generatie die ogenschijnlijke eenvoud combineert met een authentiek geluid. Het avontuur doet ertoe, maar de taal krijgt net zo veel aandacht. Er zit een vrolijke gekte in, er valt wat  mee te maken en te huilen. In het geval van Anna Woltz te zwijmelen ook.
De schrijvers die samenkomen in deze traditie hebben nóg iets gemeen: ze zijn solidair met kinderen, maar laten ook zien wie ze zelf zijn. Hun boeken hebben een grote zeggingskracht.
Anna Woltz heeft iets te vertellen en dat doet ze op háár manier: een verhaal waarin het altijd over familie gaat en over de breekbare band tussen kinderen en hun ouders. Over volwassen worden. En daarbinnen moeten de volwassenen soms even op afstand worden gezet.

In Honderd uur nacht groeit de afstand tussen Emilia en haar ouders niet alleen in kilometers. Op straat, zonder een cent op zak, heeft ze even iets anders aan haar hoofd. Ze loopt de razend knappe highschool dropout Jim (17) tegen het lijf. Hij is een vinger kwijtgeraakt tijdens zijn werk, zij ontfermt zich over hem. Samen vinden ze onderdak bij Seth (15) en zijn zusje Abby (9). Hun vader is dood, hun moeder op zakenreis. Samen moeten ze Sandy zien te overleven in een miljoenenstad zonder stroom en zonder verbinding met de buitenwereld. Alle vier zijn ze eenzaam en missen ze iedere vorm van echt contact met degenen die hen het meest nabij zijn. Jim is weggelopen voor de armoede thuis sinds zijn vader een werkloze sukkel werd die aan de drank raakte. Abby vermoedt dat haar vader zijn levenseinde zelf heeft geregisseerd maar haar broer Seth wil daar niets van weten, laat staan erover praten. Emilia worstelt met het beeld van haar zorgzame vader, die er zijn eigen leven op na blijkt te houden. Dan heeft ze ook nog smetvrees in de meest overdreven vorm die er bestaat.
Het lot heeft hen samengebracht. Vanuit hun individuele eenzaamheid ontstaat in de extreme omstandigheden die de orkaan Sandy met zich meebrengt een verbondenheid die al snel warm voelt. Samen, in wat ze hun ‘orkaanasiel’ noemen, moeten ze zien te overleven. Ze voelen zich alsof ze een boyband zijn, of de vier vrouwen uit Sex and the City.

Familie. Daarover gaat het vaak in de boeken van Anna Woltz. In een interview zei ze er dit over: ,,Ik vind het fascinerend hoe de band tussen ouders en kinderen langzaam verandert. Bijna elk jong kind is ervan overtuigd dat zijn of haar ouders de allerliefste zijn. De wereld thuis is de héle wereld. Zoals er bij jou thuis wordt gegeten, gepraat, geleefd, zó hoort het. En dan komt er een moment waarop je als kind ontdekt dat er meer bestaat – en dat je ouders ook maar mensen zijn. Mensen met hun eigen gevoelens, mensen die fouten maken en die misschien eigenlijk, als je het goed bekijkt, niet de leukste ouders van de wereld zijn.”

Delete volwassenen
In Honderd uur nacht doet Anna Woltz meer. Ze zet de familie van Emilia en tegelijk heel Nederland op afstand zodat Emilia haar eigen verhaal kan vinden. In dat verhaal zijn de volwassenen tijdelijk gedeletet. Want volwassenen, vindt Emilia, gedragen zich allemaal als acteurs in een toneelstuk. Ze zijn niet echt.
Tegelijk ziet Emilia er naar uit om volwassen te zijn. Als ze als sexy kat verkleed (want Halloween) met Seth, Abby en Jim uit eten gaat in het deel van de stad dat wél licht heeft, bedenkt ze bij een hapje van de zoetzure tofu in het ultramoderne restaurant: ‘Misschien is het tóch niet zo erg om ouder te worden. Misschien is dit wel hoe het voelt om volwassen te zijn. Zelf kunnen bedenken: ik ga vanavond fantastisch uit eten. Met mijn eigen vrienden. Ik blijf hier zo lang als ik wil en ik eet wat ik wil.’
Aan de andere kant lijkt dat hele volwassenengedoe haar niets. Als Jim tegen het einde van Honderd uur nacht besluit om terug te gaan naar het Detroit van zijn ouders om zijn school af te maken, maakt Emilia zich ernstige zorgen. Zal hij zich daarmee niet bij de tegenpartij aansluiten? ‘Ik kijk naar de jongen met de verbonden hand en het modellenhoofd waarmee hij geen model wil worden. Ik vind zijn plan dapper, maar ook gevaarlijk. Stel je voor dat je je leren jas uitdoet en je veters strikt en dan écht zo wordt als de rest. Stel je voor dat je ontdekt dat je veel geld kunt verdienen als je blijft werken met killerrobots en rare hypotheken. En dat je daar dan gewoon mee doorgaat, zonder de wereld te veranderen. Is dat eigenlijk niet wat er met ongeveer alle volwassenen is gebeurd? Ze hebben zich overgegeven en zijn gaan meedoen.’

Een goede schrijver spreekt zichzelf altijd tegen. Je moet het maar durven, maar Anna Woltz heeft dat lef. Ze roept vragen op, zaait twijfel. Misschien omdat ze zelf het beste antwoord ook niet heeft. ‘Ik ben Eemielia. Een bang meisje. Een sexy kat. Ik slaap naast Jim, naast Abby, ik ben de dochter van een ranzige directeur, ik ben een meisje dat keihard staat te schelden op straat en explodeert met de lichtkracht van een miljoen zonnen – ik weet het ook niet meer.’

Leven off/on/line
Juist door het nu eens heel zwart en dan weer helder wit te maken, brengt Anna Woltz de nuance. Het mooist doet ze dat als het over contact gaat. Wanneer is het echt en waar is het fake? Als Sandy is uitgeraasd, zijn de jongeren afgesneden van elektriciteit. Niets werkt meer. Het licht, de kraan, de verwarming, maar ook het mobiele netwerk ligt plat. Het leven is ‘offline’. Contact met de wereld buiten hun orkaanasiel is alleen nog mogelijk in het noorden van Manhattan, dat niet is geraakt door de stroomstoring.
Overdag zoeken Emilia, Seth, Abby en Jim als zovelen die nu verworden zijn tot the dark people het licht op. Op de hoek van Fifth Avenue en Central Park loopt Emilia tegen een reusachtige glazen kubus aan. ‘Midden in het glas zweeft een witte appel met een hap eruit, en als je door de kubus naar beneden kijkt, zie je een spierwitte winkel vol iPads. Voor de deur ligt zo’n lullig rijtje zandzakken en rondom de kubus staan toeristen stompzinnig te bibberen in vochtige jassen.’ Even vraagt Emilia zich af of het een ritueel is. Dan begrijpt ze het. ‘De winkel is dicht, maar stiekem doet de elektriciteit het wel. (…) Als je je mobieltje vlak bij de kubus houdt DAN ZIT JE ONLINE!’
Schrijnender kan het niet. Een groep mensen dicht bij elkaar, maar van wezenlijk contact is geen sprake. Emilia bedenkt dat deze mensen net als zij uit het donker hier naar toe zijn gekomen. ‘Maar ik zal dat nooit weten, want ik praat niet met ze. Fuck de verbroedering, WE HEBBEN HIER WIFI!’
Op Internet komt ze er achter hoe het gaat met New York. Wat de mensen hebben meegemaakt nadat alles donker was geworden. En wat ze nu denken.
Het is datzelfde internet dat haar leven nog niet zo heel lang ervoor verwoestte. En dat ze later ook weer zal verwensen als Abby in het restaurant een foto van het verklede viertal – ‘Smile!’- op Twitter zet, precies op het moment dat Emilia zich hardop afvraagt: ‘Moeten we internet niet gewoon weer afschaffen? (…) Wie zegt dat wij alles moeten gebruiken wat mensen die toevallig eerder leefden hebben uitgevonden?’
Een journalist uit Nederland – compleet met Twents accent – heeft haar via Twitter gevonden. De jacht op Emilia de Wit met haar ‘pedofiele vader’ is niet gestopt. ‘Die journalist heeft misschien geen geweer, maar dat is ook niet nodig. Een smartphone en een Twitteraccount is genoeg.’
Emilia haat #kleinekutkinderendietijdenshetetenstiekemzittentetweeten. En ze ontploft als ze op internet het interview leest dat de beeldschone leerling aan deze journalist heeft gegeven. Het gaat over haar vader. ‘We hadden iets bijzonders. Hij heeft een vrouw en een dochter, maar hij zei dat hij zich vaak voelt alsof hij helemaal alleen in een koude lege ruimte tussen de sterren zweeft.’

Prachtig hoe Anna Woltz in zinderende dialogen en eigenzinnige beelden een onstuimige wereld oproept waarin alles draait om de (on)mogelijkheid tot wezenlijk contact. De vier jonge protagonisten kunnen pas verder met hun leven als ze in het oog van de orkaan opgesloten zijn in hun eigen orkaanasiel. Terwijl leven overleven wordt, groeit er een eerlijke vriendschap. Alles om hen heen raast en tiert, maar in deze oase kunnen ze hun maskers afzetten en hun demonen te lijf gaan. Daar is de rust en de ruimte om echt naar elkaar te luisteren en door de ogen van de ander te leren kijken naar zichzelf.
Als Emilia’s ouders hun dochter na een paar dagen hebben weten te vinden, is het niet alleen Emilia die de toekomst weer onder ogen durft te zien. Seth en Abby beseffen dat ze pas kunnen rouwen wanneer ze de waarheid over de dood van hun vader niet langer ontkennen en Jim ziet dat hij met een gehavende hand en tien dollar op zak niet verder kan in het leven dat hij voor zichzelf met potlood heeft geschetst.
En Emilia kan haar ouders eindelijk echt zien staan. Als twee mensen die naast een dochter ook nog een leven hebben. Met eigen gedachten, eigen fouten, eigen wijsheden.
Dan pas kan ze horen hoe haar moeder het ziet: ‘We zweven allemaal tussen de sterren. Dat moet je accepteren. En als je in je leven een paar mensen vindt die op gehoorsafstand naast je zweven, moet je blij zijn.’

The American way
Anna Woltz woonde in New York toen orkaan Sandy de stad trof. Dagenlang zwierf ze door de stad op zoek naar warmte, eten en telefoonverbinding. Toen het licht aanging, begon ze aan deze roman die in al zijn stormachtigheid onder je huid kruipt. Ze betovert je met taal en snijdt grote onderwerpen aan. Maar altijd zit ze dicht op de ziel van jonge mensen. Ze snapt wat het betekent om op te groeien in deze tijd. Ze begrijpt hoe spannend dat is, hoe intens en eng en soms levensgevaarlijk. Hoe avontuurlijk en verheugend ook. Daarmee voegt ze zich naadloos in de Amerikaanse traditie van YoungAdult-romans. Honderd uur nacht is filmisch en bevat alle ingrediënten waar de lezers van Anna Woltz zo van houden: een bozige hoofdpersoon die het diep van binnen ook niet weet, een hartveroverend klein meisje dat grossiert in puntige oneliners, een knappe jongen die de vonken doet overslaan en een ramp die tot zelfinzicht leidt.
Honderd uur nacht is een bouwwerk dat zich niet omver laat blazen. Een architectonisch hoogstandje dat een brug slaat tussen serielezers en de  liefhebbers van de betere YA-literatuur. Anna Woltz laat jonge mensen goede boeken lezen zonder dat ze het zelf in de gaten hebben.
Maar ook voor de oudere of meer ervaren lezer is wat ze doet hartveroverend en interessant tegelijk. Volwassenen kunnen het verhaal als spiegel gebruiken én de mooie zinnen opmerken. Tegelijk geeft Honderd uur nacht inzicht in de ziel van de jongere generatie: ze zien scherp, voelen diep. Ze zijn, kortom, veel meer dan kind alleen.

Had Honderd uur nacht veertig jaar geleden bestaan, ik zou er veel aan hebben gehad. Mijn vader zoende de buurvrouw. Ik zag het en ging weer slapen, maar Anna Woltz had mij wakker geschud. Dit boek staaft de moed van iedereen die het leest, door te laten zien hoe anderen struikelen, vallen en weer opstaan.
Emilia speelt de Mijn-vader-heeft-zich-vreselijk-misdragen-en-nu-mag-ik-alles-kaart handig uit. Ook als alles weer de goede kant op gaat, houdt ze ‘m nog even lekker vast. Dat mag namelijk, als je ouders de regels overtreden.
Want dit was de deal: Zíj maakte haar huiswerk, dekte de tafel en nam geen navelpiercing. Haar ouders gaven haar te eten en deden geen dingen waarvoor ze in de gevangenis zouden komen.
Die deal is er niet meer. Dat is duidelijk.