De slechtste seksscène van dit jaar zou zijn geschreven door Morrissey, de zanger van eertijds The Smiths, in zijn debuutroman List of the lost. Iets met een copulerende sneeuwbal. Het bewijs dat popartiesten wel degelijk stomend en origineel over seks kunnen schrijven wordt geleverd door Ali Eskandarian in diens debuut Golden years.
Hoe vreselijk dat het bij dit boek zal blijven. In november 2013 werd de Iraniër, op dat moment 35 jaar oud, het slachtoffer van een bizarre schietpartij in het appartement waar hij met landgenoten verbleef in Brooklyn, New York. Twee leden van de bevriende band Yellow Dogs en Eskandarian werden doodgeschoten door een gek die daarna zelfmoord pleegde.
Daarmee kwam er een einde aan het leven van een zeer talentrijke artiest. Hij was singer-songwriter, kunstenaar en hij had een boek geschreven. Eskandarian behoorde in Iran tot een groep outcasts die het land uit kon komen en politiek asiel kon krijgen in de VS. Ze vonden een duiventilachtig appartement in Brooklyn. De zoete inval voor vrienden, aangeloop, vage figuren, muzikanten, emigranten. Weinig of geen geld, maar wel drank, drugs, seks. En muziek en kunst.
Ali Eskandarian had de Nederlandse uitgever Oscar van Gelderen leren kennen, eigenlijk via de beeldende kunstenaars in de groep. Hij vertelde Van Gelderen dat hij een boek had geschreven. Ja, ja. Maar het bleek een vondst. Meteen na de moord zei hij al te hopen dat het boek alsnog kon verschijnen. Het manuscript werd door Lee Brackstone van de Engelse uitgeverij Faber & Faber ge-edit. Golden years werd gepresenteerd tijdens Crossing Border, twee jaar na de dood van de schrijver.
De wrange ironie is dat het boek van Eskandarian gaat over en grotendeels speelt in het appartement waar hij werd vermoord door een andere muzikant, die zojuist uit een van de bands was gezet. Nog wranger wordt het wanneer blijkt hoe vitaal dit boek is, en hoe geweldig dit is geschreven. Wat een talent. In Eskandarian’s pen zat de zon.
Hij heeft het leven van de Iraanse undergroundvluchtelingen beschreven, hun hoop en wanhoop, die dicht tegen elkaar aan liggen. Visioenen, dromen, dagdromen, de artistieke drang, Ali Eskandarian heeft het op soms magische toon beschreven. Hier en daar is hij vergeleken met Kerouac. Niet zo gek, want dit is pure beatnik, maar dan eerder met rock dan met jazz.
De mooiste passages zijn die waarin Eskandarian bespiegelingen vastknoopt aan anekdotes die op zich al zo fijn zijn. Bijvoorbeeld wanneer zijn vriend Koli de kamer binnenkomt en helemaal smoorverliefd blijkt op een Deens meisje dat hij heeft leren kennen.
‘He’s in a trance, there’s no use talking to him now. Surely he will stay that way for a week or more. Every once in a while a girl comes along with a golden, magical, supernatural, paranormal, phantasmagorical vagina. Koli seems to have come across one of these surrealistisch vaginas and it has completely friend his circuitry. The top of his head is about to blow off. He is in a world of trouble now because those vaginas are attached to a living, breathing human being of the female sex and not some abstract concept. A man doesn’t have sex with, make love to, fuck, marry, or divorce a vagina but another human being. Cock or cunt makes no difference. Above the sex is the other stuff. If you wish to enter the realm of life eternal, which you are a part of anyway, then you must understand certain elementary concepts. You know if you fuck the right way babies get made, don’t you. Babies are alive. They are life. It’s a big thing this fucking and sucking. It’s the end all, be all of it all. No bullshit.
Het is een vreemd idee over het bruisende alles-of-niets leven in dit appartement te lezen in het besef dat er op die dag in november 2013 iemand binnenkwam en om zich heen begon te schieten. Het is alsof dat bij iedere pagina die je omslaat kan gebeuren. Wat een extra lading aan dit toch al emotierijke boek. Deze vitaliteit en hoe er een einde aan kwam, wat een wrang contrast.
Ali Eskandarian: Golden years
(Editor: Lee Brackstone
Nawoord: Oscar van Gelderen)
Faber & Faber
Vertaling: Maarten van der Werf
244 blz., 19,90
Lebowski