VanWyck is de bandnaam rond zangeres en gitariste Christine Oele. In haar bezwerende songs is ze veelal onderweg. Op haar vijfde album, Dust Chaser, valt alles samen, en in Hengelo gaf ze, begeleid door een strakke band, een meer dan indrukwekkend concert.
In de popmuziek is het niet ongebruikelijk dat de debuutelpee later de beste uit het oeuvre blijkt te zijn. Dire Straits, Television, Steve Forbert, zelfs John Prine. Plaats daar gerust acts tegenover die zich ontwikkeld hebben. Beatles, Radiohead, Wilco.
Zet in dit laatste rijtje ook VanWyck, de artiestennaam van Christine Oele – of is het de bandnaam waar ze onder opereert? Na een aantal aardige albums die slechts bij een select publiek de aandacht trokken (vier sterren in Mojo), verraste ze vorig jaar met Dust Chaser, een plaat waar alles op samenvalt. Er zit folk in, zoals op de eerste albums, maar er is country, rock, elektronica. Al die akelige labels: dit is bezwerende indie die bloeit op de humus van een rijk verleden. Je zoekt, je werkt hard, je durft naar binnen te kijken, en ineens klopt het. Je hebt de vorm gevonden.
Zaterdag stond ze in de kleine zaal van Metropool in Hengelo op het Heartlands Festival. Nou ja, stond; ze bewoog en danste en verleidde en zong. Ze zong teksten uit haar eigen heartlands, doorleefd en doorwrocht. Prachtig om te zien en te horen hoe ze gelooft in wat ze doet en niets dat haar daarin tegenhoudt.
Ze stond en bewoog er niet alleen. Ze heeft een perfecte band om zich heen. Allereerst de ritmesectie. Gortdroge swing. No nonsense. Rowin Tettero noemde ze ‘de leukste drummer van Nederland’. Hij is een van de beste. Retestrak, zeggen we dan. Marco van Os baste ‘in dienst van’ op zijn nieuwe bas. Stefan Wolfs op zijn blauwe gitaren ‘lickte’ dat het een lieve lust was, gedoseerd grommend. En hij speelde pedal steel. Links in beeld Henk Hulzebosch, toetsen, zang en een grote glimlach – de hele band genoot. Hulzebosch zit ook in The Grand East.
Van Wyck heeft andere samenstellingen gekend, op de plaat Dust Chaser doen van deze line-up alleen Tettero en Hulzebosch mee. Plus Reyer Zwart en onderschat nooit de inbreng van meester-producer Frans Hagenaars.
Ze opende met de opener van het album: Unravel.
‘I have no name
I have no heart
I have no aim
But to fall apart’.
Hoe dat lied is opgebouwd. Het is breekbaarheid versus zelfbewustzijn. Tegen een decor van toetsen op een straf ritme kronkelde ze achter de microfoon en stuurde haar diepe vocalen de zaal in.
Unravel, en lied over een road trip, zoals ze ook op weg was toen ze in de woestijn de vrouw tegen kwam die haar inspireerde tot Desert Bride, een lied zo goed dat het er eigenlijk altijd al was en alleen nog door VanWyck moest worden vormgegeven. In Towards The Sun is ze ook onderweg. ‘Fire at my heels and I am gathering speed’, nog zo’n voorbeeld uit het schitterende Flowers In The Field – zeg, radiomakend Nederland, waarom is dit geen hit?
Soms neemt ze de akoestische gitaar ter hand: zweem van country en – omdat het aanpalende genres zijn – soul in bijvoorbeeld het bevrijdende My Deliverance.
VanWyck is op tournee met een theaterprogramma waarin ze naast de songs ook verhalen vertelt, maar daarvoor was op een festival als dit geen plek. Elf nummers kregen we. Een rockconcert zonder weerga. Nog betoverd schuifelde het publiek de zaal uit. Het zou nog een flink deel van de avond vergen om dit te verwerken.
Voor VanWyck geldt: als de ontwikkeling zo gestaagd is, als elke stap een hogere is, waar ben je dan verder toe in staat en waar eindigt dit?

Foto: VersTwee