De tentoonstelling hier, in het Kunstpalast van Düsseldorf, volgt de chronologie van eerdere beeldculturen. Net als bij de fotografie, film en televisie is het begin van Verborgene Schätze, met zelden tentoongesteld werk van Gerhard Richter (92), in zwartwit.
Mede door te kiezen voor chronologie krijgt het het karakter van een overzichtstentoonstelling. In 1966 ontstaan de eerste beelden van kleur, maar Richter maakt geen abrupte overgang, ook in zwartwit blijft hij werken – hij maakt zelfs een keer een film, in zwartwit.
Wat hij in 1968 gerust nog doet, en menig amateurkunstenaar doet het nog zo, is een ansichtkaart of foto naschilderen. Maar niet zonder te abstraheren. In twee jaar tijd schildert hij vijftig stadsgezichten, gebaseerd op wat hij ziet in architectuurtijdschriften, meestal luchtopnames. De steden laten zich niet identificeren. Vermoedens van straten blijven, de lijnen daarvan, met daartussen dus gebouwen. Het is eerder een vlekken- en lijnenspel, zoals op een koe – die hij dan ook schildert.
Het eerste blauw verschijnt wanneer hij zich in wolken verdiept, waar natuurlijk net zo goed sprake is van een lijnen- en vlekkenspel waar geen rationeel idee achter zit, maar slechts het toeval is van wind, licht, warmte.
Richter verzamelt wolken in een Atlas, die hij vanaf het midden van de jaren zestig bijhoudt – hallo, David Mitchell. Soms wordt zo’n doek wandvullend.
Abstracte steden, wolken en ook landschappen. Hij zag het toen als een geheel. Op de wand staat, in woorden van Richter: ‘Landschaften sind meine Art Sehnsucht, Sehnsucht nach eimem unbeschädigten, schlichten Leben. Ein bisschen nostalgisch. Die Abstracten sind meine Gegenwart, meine Wirklichkeit, meine Probleme, meine Schwierigkeiten und Widersprüche. Sie sind für mich sehr aktuell.’
Actueel heeft voor Richter een bredere betekenis dan ‘wat nu, op dit moment speelt’. Daar houdt hij zich niet mee bezig, wat de schok des te groter maakt als hij in 1988 plotsklaps – en in zwartwit – komt met 18 Oktober 1977, een cyclus van 15 werken naar aanleiding van de dood, elf jaar eerder, van leden van de Rote Armee Fraction.
Gebaseerd – ook dit weer – op foto’s uit kranten en van de politie. En ook weer geabstraheerd. Weliswaar staan bekende RAF-leden als Ulrieke Meinhof, Gudrun Ensslin, Andrea Baader en Holger Meins afgebeeld, maar te identificeren zijn ze niet. Jammer dat deze cyclus hier niet is te zien, het is immers een tentoonstelling van ‘verborgen schatten’, maar voor het verhaal van Richters procedé had het gepast. (De cyclus is in Boymans te zien geweest.)
Zijn ze wel in zwartwit? Grijstonen is wellicht een beter woord. Op een dag schildert hij een klein paneel grijs. Dat fascineert hem. Hij schildert er nog een stel. In 1974 wordt in Mönchengladbach een tentoonstelling gehouden met alleen maar Graue Bilder. Hier hangen er vijf ook een rijtje. Gemeld wordt dat ze onder verzamelaars uit het Rijnland bijzonder in trek zijn.
Gerhard Richter is sowieso een schilder die sterk streekgebonden is. Hij is wereldwijd een grootheid, maar het Rijnland is zijn alma mater, biotoop en thuisland. Alleen al in Düsseldorf is werk van hem bij maar liefst 155 tentoonstellingen te zien geweest.
Zijn betrokkenheid bij de streek bewijst hij, die er vanuit Dresden is komen wonen, in 1985 met een serie landschapsschilderijen van Troisdorf, een dorp tussen Köln en Bonn. Weer foto’s, dit keer schiet hij ze zelf en begint dan te schilderen bij een op honderd foto’s, schat hij. Wat hem tot deze gevolgtrekking brengt: ‘Ich ruche also etwas ganz Bestimmtes; ich kan daraus schliessen, dass ich weiss was ich will.’ Wat dan precies? Nou, kijk zelf maar.
En dan begint het kleurenfestival. Beroemd zijn zijn strakke mozaïeken met vierkante stukjes kleuren die hij van kleurstalen haalde zoals een huisschilder die gebruikt. De mozaïeken langs de Rijnpromenade, even verderop, lijken erop geïnspireerd.
Soms zijn de kleurrijke schilderijen zo glad dat het wel lijkt op ze gespoten zijn in plaats van met een kwast geschilderd. Met overheersend groen-geel tegen een blauwe achtergrond – of andersom. Rode V-tjes daar overheen. ‘Vogels’ heet het dan ook. Totaal abstract, maar naar de natuur, suggereren de kleuren.
Op een doek dat ‘staand’ hangt is voor, wie het per se wil, in het blauw een vlag te zien – wat mij even aan Kiefer deed denken, in Voorlinden was dat bijvoorbeeld mooi te zien. De associatie verder volgend kom ik op een zeer voorzichtige vergelijking van deze twee Duitse grootmeesters. Waarbij Richter de meest afstandelijke, meest rationele van de twee is. De toeschouwer moet zelf, desgewenst, de emotie meebrengen.
Gerhard Richter: Verborgene Schätze. Kunstpalast Düsseldorf. Nog tot en met 2 februari 2025.
Foto: Gerhard Richter, 1024 Farben, 1974, Lack auf Leinwand, 96 x 96 cm, Sammlung Henkel (c) Gerhard Richter 2024 (0041). Via: Kunstpalast, Düsseldorf