Mario Vargas Llosa is overleden, de Nobelprijswinnaar is 89 jaar geworden. Hij was de laatste van ‘boom’-auteurs, met Cortázar, Garcia Márquez, Fuentes en voorvader van heel Latijns-Amerika Borges. VersTwee herdrukt een interview met Vargas Llosa uit mei 2007.
Mario Vargas Llosa is een van de grote schrijvers van Zuid-Amerika. Een intellectueel van internationaal aanzien. Zijn bewondering voor Nederland kreeg een douw door de paspoortaffaire rond Ayaan Hirsi Ali. “Je hebt liberalen en liberalen.” Een gastvrije ontmoeting in Salzburg, maar: “Geen vragen over Márquez.”
Hij komt de lobby van Hotel Sacher, het grand hotel van Salzburg, binnen wandelen alsof het zijn huiskamer is. De armen breeduit in een joviaal gebaar. Een grote glimlach. Het handen schudden neemt geen eind, ook al is dit een eerste ontmoeting. Hoe zou het gaan wanneer Mario Vargas Llosa (71) een oude vriend zou verwelkomen?
Misschien is het Sacher in bepaald opzicht ook wel zijn huiskamer, want hij strijkt hier minstens twee lange weekenden per jaar neer om te genieten van de klassieke muziek die, even verderop, aan de overkant van de rivier in de prachtige Altstadt van Salzburg, met grote regelmaat wordt gespeeld door de beste orkesten ter wereld. Hij komt voor de Festspiele, maar pikt bij gelegenheid ook andere muzikale evenementen mee. „Aan het eind van de middag zit ik bij de Berliner Philharmoniker.” Hij heeft tijd voor maar één interview.
Koffie, water, een rustige hoek, dikke leren banken. „Ik voel me thuis hier, zoals ik me eigenlijk overal in Europa thuis voel.” Hij is gewoon niet graag lang op één plek. Zijn briefpapier geeft Londen als woonplaats op, maar hij is uit Madrid komen vliegen, waar hij ook een woning heeft en eind deze maand gaat hij terug naar Lima, de hoofdstad van Peru. Het wordt een weerzien met zijn vaderland, dat hij begin jaren negentig voor destijds onbepaalde tijd heeft verlaten. „Een vrijwillige ballingschap. Ik ben sindsdien wel terug geweest, maar makkelijk was dat niet na de nare ervaringen die ik daar had opgedaan.” Van een trauma is geen sprake, verzekert hij, maar Vargas Llosa geeft toe dat hij diepe krassen in zijn ziel heeft opgelopen toen hij zich in 1990 opwierp als liberale presidentskandidaat en de verkiezingen, tegen de verwachtingen in, verloor van de latere dictator Alberto Fujimori. „Teleurgesteld heb ik Peru toen maar voor een tijdje verlaten.”
Het onbekende onderzoeken
Menigeen had zich vooraf al afgevraagd waarom een van de meest succesvolle schrijvers van Latijns-Amerika zich aan een dergelijk politiek avontuur wilde wagen. „Avontuur is het goede woord. Dat zegt mijn vrouw ook altijd: Mario heeft meegedaan voor het avontuur.” Weer die brede lach. „Mijn vrouw kent mij heel goed. Er zal een kern van waarheid in zitten. Ik houd ervan het onbekende te onderzoeken. Daar leer ik van. Het is altijd op z’n minst goed voor mijn boeken.”
‘Ik had medelijden met mijn land’
Vargas Llosa had grote groepen Peruanen op de been gekregen met enkele kritische artikelen in de kranten. Waarop hij zich met een zeer liberaal programma kandidaat stelde voor het presidentschap. De eerste ronde won hij, maar aanhangers van de verslagen kandidaten schaarden zich achter de Japanse Peruaan Fujimori, die korte tijd later alle macht naar zich toetrok. In 2000 vluchtte Fujimori naar Japan. „Ik had medelijden met mijn land. Het was verbijsterend om vast te moeten stellen dat mensen ervoor kozen een corrupt systeem in stand te houden uit angst voor het onbekende. De verkiezingsstrijd was ongehoord smerig. Valse praatjes zijn tot daar aan toe, maar er zijn bij aanslagen tientallen doden gevallen. Mijn gezin en ik werden constant bewaakt. Op een dag werd een bom aangetroffen in de muur van ons huis. Mijn dochter lag achter die muur te slapen. Het ding had gelukkig een technisch mankement.”
Naar Parijs
Ontgoocheld, maar ook opgelucht ging Mario Vargas Llosa terug naar Europa. Terug, want hier had hij gestudeerd. Hier was hij gepromoveerd, op een proefschrift over nota bene zijn illustere collega Gabriel García Márquez – en hier was hij schrijver geworden. „In Parijs om precies te zijn. Parijs heeft altijd een grote aantrekkingskracht op mij uitgeoefend. Vanuit Peru gezien was de stad het centrum van de wereld en de hoofdstad van het schrijven. Zonder Parijs had ik niet geschreven. Daar is trouwens niets van over. De Franse literatuur is helemaal dood.”
Houellebecq? ‘Tweederangs auteur’
Wie Vargas Llosa’s jongste roman leest, Het ongrijpbare meisje, krijgt wel een idee wie hij daarvoor verantwoordelijk houdt. „Ik wil een uitzondering maken voor Roland Barthes en een enkel boek van Michel Foucault, maar het zijn de onleesbare filosofen geweest die de Franse literatuur om zeep hebben geholpen. Derrida voorop. Jacques Derrida heeft de Franse literatuur vermóórd. Je merkt, ik kan daar boos over worden.” Michel Houellebecq misschien? „Een tweederangs auteur.” Punt.
Met het echec van de verloren verkiezingen heeft Vargas Llosa zijn bekomst van de actieve politiek, maar in woord en geschrift mag hij zich nog altijd graag met actuele kwesties bezig houden. Zo mengde hij zich in de paspoortaffaire rond Ayaan Hirsi Ali. ‘Niet Ayaan, maar Nederland is de verliezer’, was kop en conclusie van een artikel van zijn hand dat vorig jaar verscheen in de Spaanse krant El Pais. Citaat: ‘Het is Nederland dat een deprimerend en lamentabel schouwspel van morele bekrompenheid, politieke schijnheiligheid, schande en lafheid ten beste heeft gegeven.’
‘Sommigen zijn alleen liberaal in naam’
„Ik was zo teleurgesteld in jullie land. Wat jullie allemaal gedaan hebben voor mensenrechten, homohuwelijk, euthanasie. Een gidsland waar ik als liberaal grote bewondering voor had, en nog wel heb, maar door de manier waarop minister Verdonk Ayaan Hirsi Ali heeft behandeld heeft die bewondering een flinke knauw gekregen.” Niet onopgemerkt mag blijven dat ook Verdonk een liberaal is. Snerend: „Je hebt liberalen en liberalen. Sommigen zijn het alleen in naam.”
„Ik heb overigens een reprimande gehad van de Nederlandse ambassadeur in Spanje. Hij schreef in een brief in El Pais dat mijn bewering dat Ayaan Hirsi Ali het Nederlanderschap is ontnomen, niet klopt. Dat mag zijn, maar die bewering was niet de kern van mijn betoog.” De kern was, volgens Vargas Llosa: ‘de schaamteloze capitulatie van de regering en de publieke opinie van een democratisch land tegenover de chantage van een fanatiek terrorisme.’ Het optreden van de regering tegen Ayaan Hirsi Ali noemde hij ‘een grote overwinning voor de moslimfundamentalisten’ die haar bestrijden.
‘Ik schrijf graag grotere verhalen’
„Politiek”, vervolgt hij, „is in mijn ogen ook in mijn romans essentieel. Ik probeer diepere lagen aan te boren en ik schrijf graag grotere verhalen die langere periodes beslaan en beschrijven. Dat is altijd een van de attracties van de Latijns-Amerikaanse literatuur geweest, maar ik moet helaas vaststellen dat de jongere generaties meegaan in de tendens van sneller, oppervlakkiger en korter. Een enkel gegeven, op één bepaald moment, is tegenwoordig genoeg voor een roman. De grotere verbanden worden niet meer gezocht. Het uitdiepen van karakters is niet meer nodig.”
In Het ongrijpbare meisje, Llosa’s jongste roman, spelen de jongen Ricardo en het meisje Lily de hoofdrol. Hij wordt op jonge leeftijd, in Peru, verliefd op haar, maar opeens is ze verdwenen. Waarna hij haar op allerlei plekken in Europa, in steeds andere, steeds duurdere kringen, toevallig tegen het lijf loopt. Zij heeft telkens een andere identiteit. Hij ziet haar in Parijs, Londen en Madrid – niet toevallig de steden waar Vargas Llosa heeft gewoond. „Ze volgen mijn levenspad in Europa. Ik wilde dicht bij mijzelf blijven, maar autobiografisch is de roman niet.” Van beide karakters is Lily het meest aan Vargas Llosa verwant, knikt hij. „De manier waarop ze Ricardo behandelt, zeg maar rustig misbruikt en schoffeert, daar wens ik mij van te distantiëren. Maar het rusteloze dat zij heeft, dat deel ik met haar, absoluut. Van jongs af aan heb ik me al niet op mijn gemak gevoeld op één plek. Weg uit Peru stond al vroeg op mijn programma.” Maar goed dus dat hij geen president is geworden. „Dan had ik niet weg gekund, nee. Het zou een serieus probleem voor mij zijn geweest.”
‘Geen vragen over Márquez’
Hij heeft zijn koffie koud laten worden. Ook het water heeft hij niet aangeraakt. Er moet een heikel punt ter sprake worden gebracht. Het is alsof hij de vraag aan voelt komen. „Ik wil u vragen…” „Nee, geen vragen over Márquez.” De glimlach blijft, maar de gebaren laten geen twijfel. Nog eens: „Geen vragen over Márquez.” Een aantal weken geleden is een oude kwestie actueel geworden. Vargas Llosa was tot in de jaren zeventig bevriend met Gabriel Garcia Márquez. Politieke tegenpolen, maar literaire bloedverwanten. De twee grote schrijvers van de Zuid-Amerikaanse ‘boom’ uit die tijd. Hoe de vriendschap ten einde kwam, is onduidelijk en is dus met geruchten omgeven. Het hardnekkigste daarvan is dat Vargas Llosazijn vriend zou hebben geslagen in een Mexicaanse bioscoop. Reden: al dan niet vermeende intimiteit van Márquez met Vargas Llosa’s vrouw. Van de betrokkenen geen woord. Totdat recent een foto opdook van Márquez met een duidelijk gekwetste wang. „Geen commentaar, mijn vriend. Stel een andere vraag.”
Steeds weer een dictator
Nou vooruit. Of hij optimistisch is over Latijns-Amerika. „Wat mij moedeloos maakt is dat het continent er maar niet in slaagt zich van ‘de dictator’ te ontdoen. Ik heb dat fenomeen van alle kanten doorgelicht, geanalyseerd en beschreven in wat ik mijn beste en meest ambitieuze boek vind, het moeilijkst te schrijven ook: Gesprek in De Kathedraal (naam van een kroeg; niet een kerk – red.) We weten precies hoe een dictator te werk gaat, ze zijn allemaal hetzelfde, maar we kunnen niet even de andere kant op kijken of er zit er weer één. Chávez, Castro. Elke generatie voert strijd tegen de dictator en elke generatie opnieuw verliest. We leren niks.”
‘Goede leiders zoeken het debat’
„En naar intellectuelen wordt niet geluisterd. Steeds minder is mijn indruk, en dan heb ik het niet over Zuid-Amerika alleen. Moet je zien wie in de VS aan de macht is. Het is een slechte tijd voor intellectuelen. Terwijl democratie niet kan zonder een voortdurend debat op niveau. Goede leiders zoeken dat debat, roepen anderen op daaraan deel te nemen. Dat zie ik steeds minder. De intellectueel heeft het gedaan, lijkt het. Ze maken de wereld te ingewikkeld.”
Het is tijd. Vargas Lllosa wil gaan douchen en zijn pak aantrekken. „Op naar de muziek. Drie concerten in drie dagen. Je hoort mij niet zeggen dat ik niet bevoorrecht ben.”
De boeken van Mario Vargas Lllosa verschijnen bij uitgeverij Meulenhoff.