‘T BLOG – ACTUELE ZAKEN DE KUNSTEN BETREFFENDE
(Muziekkrant) Oor stelde een lijst samen met de 154 beste albums in het post-punk genre. Onmogelijk natuurlijk, maar dat maakt het nou juist zo leuk.
Genres zijn handige hokjes om de mens te bedienen die zoekt naar overzicht. Metalliefhebbers zullen – in het algemeen, oei, gevaarlijk dit – geen behoefte hebben aan easy-listening en punkers niet aan jazz, maar Johnny Rotten hield dan wel weer veel van (dub)reggae, dus je weet het niet. Eenkennigheid kan zich uitstrekken over genregrenzen heen.
Punk begon in 1976, als we de eerste periode overslaan in de jaren 60, die pas als punk bekend is geworden na de punk van 1976, maar wat kwam erna? Post-punk. Maar dat noemden we toen niet zo. New-wave, zeiden we. Dat was doorontwikkelde punk: wel het grondidee, maar met toelating en het aftasten van andere ideeën en invloeden. Een nieuwe golf aan nieuwigheden waarin de vonk van de punk nog het vuur had veroorzaakt. Maar hoe lang is new-wave nieuw? Van zo’n term is het nieuwe snel af.
Nu heet het: post-punk. Maar post-punk in de nauwe, letterlijke betekenis van het woord is alle muziek die na punk kwam.
Enfin, over genre-indelingen valt al net zo te discussiëren als over smaak. Muziekkrant Oor – ik krijg die combinatie niet uit mijn kop – heeft een lijst samengesteld met de honderd beste post-punkplaten, aangevuld met de 54 die daar niet in pasten om zo getalsmatig te komen tot de titel van de nummer 1: 154 van Wire.
Een keuze die geen discussie behoeft, wat voor sommigen juist het argument zou zijn om hier: ‘Onzin!’ tegenin te brengen.
Maar dan, op 2: Joy Division – Unknown Pleasures. Ook goed. Al had het natuurlijk nummer 1 moeten zijn, maar dan was Muziekkrant Oor niet logisch tot een lijst van 154 gekomen.
Alleen dan begint het. Closer van Joy Division staat maar op 13. ‘Onzin!’.
Hier komen we niet uit, en dat zal altijd zo blijven bij lijstjes. Zo is het bespottelijk hoe laag Pere Ubu’s The Modern Dance staat – 69! Ga je smaak spoelen met zeep.
Een paar keer wordt in deze Muziekkrant Oor gepoogd post-punk te definiëren. Vaak op basis wat destijds, in de originele recensie van een elpee is geschreven: ‘ Killing Joke brengt ‘de punkbeweging een stapje verder en voegt er een eigentijdse, wat modernere vorm van agressie en realiteitszin aan toe’.
Of bij 154: ‘Wire vond vanuit de losbandigheid van de punk een volmaakt eigen startpunt’.
Waar plaats je het hek om het hok? Onmogelijk te bepalen.
Zo vroeg ik me in de dagen voordat ik dit nummer van Muziekkrant Oor kocht af of Galaxie 500 er in zou staan. Ik luisterde gefascineerd naar hun nalatenschap getiteld Uncollected Noise New York ’88-’90. De band uit Boston (genoemd naar de mooiste Ford) heeft maar kort bestaan, maar hun album On Fire is een classic vanjewelste. Indie? Ja, maar wie is dat niet of pretendeert dat niet ook te zijn? Stelling: een lijst met de beste Indie-platen gaat er nooit komen, vanwege genregrenzen.
Galaxie 500 post-punk? Niet dat de punk-vonk dit tot ontbranding heeft gebracht, maar wie luistert hoort wel waar Galaxie 500 de inspiratie aan heeft ontleend. Aan Velvet Underground, en dat is dan weer een van de bands met onnoemlijk veel invloed op punk, new-wave en post-punk. De tot hallucineren toe repeterende gitaarakkoorden van Galaxie 500, juist in deze demo’s – want meer is het vaak niet – lijken te zijn gespeeld met de partituren van de Velvets nog op de muziekstandaard. Het beroeren der snaren doet de gedachten soms afdwalen naar The Feelies en Television, die soortgelijke gitaarpartijen lieten rinkelen.
Trouwens over Television gesproken. Elke lijst met post-punk zonder Marquee Moon is een vergissing. Kwam die plaat te vroeg? Waarmee het pre-punk post-punk is?
Afijn, volksvermaak.
(28 september 2024)
Pavese en Möring en de zwarte man
Nog in 2001, en mogelijk ook daarna, had De Bezige Bij geen problemen met het woord neger. Nu scheiden om dit woord de wegen tussen de uitgeverij en Marcel Möring.
Het moet eind 1981 zijn geweest dat ik bevangen raakte door de boeken van Cesare Pavese (1908-1950). Zijn dagboeken, Il mestière de vivere, las ik in de vertaling: Leven als ambacht. Ooit zal dit aangrijpende meesterstuk worden opgenomen in Privé-domein, als gerechtigheid bestaat, maar dit voor nu terzijde.
Ik ging op zoek naar zijn andere werk. Nog zonder internet, dus dat werd een rondgang langs antiquariaten. Ik haalde er heel wat tevoorschijn, maar Pavese’s laatste roman, La luna e i falò, gepubliceerd vlak voor zijn zelfmoord en in 1968 als De maan en het vuur vertaald door Max Nord, kon ik domweg nergens vinden. Dus kocht ik de Engelse vertaling, in maart 1983: The Moon and the Bonfire.
Recent heeft Cossee de roman opnieuw uitgegeven. Omdat ik de verzamelde romans heb, Jouw land, door De Bezige Bij uitgegeven in 2001, wilde ik voor de vakantie niet die nieuwe versie ook nog eens kopen. Ook de pil van 861 pagina’s was me te gortig, dus pakte ik op het laatste moment de Engelse pocket nog in.
Ik las het, in Pavese’s land, andermaal met grote bewondering, maar mij viel al in het tweede hoofdstuk deze zin op: ‘…uproar in the street would have made even a nigger hard to pick out’.
Nigger, dat zie je tegenwoordig niet snel meer.
Terug thuis pakte ik Jouw land uit de kast en zocht de passage op. ‘…de volte en het lawaai op het plein hadden het moeilijk gemaakt een neger te herkennen’.
De Bezige Bij had gewoon de vertaling van Max Nord uit 1968 gebruikt. Maar niet zo maar, dit was de ‘derde herziene druk 2001’. Bij het herzien was dit woord blijven staan.
Het maakte nieuwsgierig naar de nieuwe editie van Cossee. Zowaar ook de vertaling van Max Nord. Snel de passage opgezocht. Hier staat nergens dat er sprake is van een herziene druk. Strikt genomen is dat wel zo, want het n-woord is vervangen door ‘zwarte man’.
In het Italiaanse origineel staat: ‘il baccano della piazza, avrebbero mimetizzato anche un negro’ . De editie die ik geraadpleegd heb, is van 2020. Daar staat het woord dus nog in.
In Marcel Mörings nieuwe roman, Mordechai, heeft hij in het manuscript het woord gebruikt, maar de uitgeverij heeft hem meer dan eens gevraagd het te vervangen. Het werd een principekwestie. Möring zegde uiteindelijk de jarenlange samenwerking op en vertrok naar Prometheus. Op het literair weblog Tzum zegt hij over de wens het woord te vervangen: ‘Dat leek me niet juist binnen de historische context van die passage die speelt in 1967. Bovendien reageert mijn hoofdpersoon juist op die racistische uiting’.
Onder schrijvers – en bij dit blog – is veel begrip voor Möring. Pieter Waterdrinker zette op Twitter: ‘Möring heeft groot gelijk. Nooit wegduiken voor censuur. Zeker niet van je eigen uitgever’.
(2 september 2024)
Oasis, moet dat nou?
Don’t look back in anger. Maar dat hebben ze wel ruimschoots gedaan, de broers Noel en Liam, de Kaïn en Abel van de rockmuziek. Tot vervelens toe, terwijl iedereen op zijn wooden shoes kon aanvoelen dat het ooit tot een hereniging ging komen, niet in de laatste plaats omdat ze los van elkaar bepaald niet de magie hadden van hun samen.
Naar verluidt moeten ze straks 400 miljoen verdelen, wat het gemakkelijk ruziën maakt. Tot die tijd lachen ze iedereen uit.
Oasis doet een reünie in de tijd dat de rockmuzikant het moet hebben van live-optredens. Het leukste filmpje blijft dat van Liam die zelf door zijn koffie moet roeren, terwijl ze vroeger voor elke stap ‘a bloke’ hadden die het deed. Malen, vers water, het apparaat aanzetten, inschenken. Maar door het downloaden was dat financieel niet vol te houden.
En nu is het de tijd van downloads.
Valt er muzikaal iets te verwachten? Natuurlijk niet. De hits, de hits, de hits. Geen van de solo-liedjes zal te horen zijn, is verwachten.
Het is vrijwel omgekeerd met hoe het tot nu toe ging. Allemaal eigen werk en dan afsluiten met een paar Oasis-krakers.
Op 5 november 2023 was ik bij een concert van Noel met zijn High Flying Birds. Na 11 nummers klonken tot het eind Oasis-nummers, 5 tot de break, waaronder The Masterplan, en na de pauze Dylan’s The Mighty Quinn, om er vervolgens nog twee superkrakers tegenaan te gooien: Live Forever en Don’t look back in anger.
Daar kwam iedereen dus voor. Een beetje triest.
Noel heeft Don’t look back in anger solo dik 500 keer gespeeld. Zucht.
Ooit zag ik ze in Londen in hun hoogtijdagen. Prima bandje, leuke nummers, lekker meebrullen – Liam kan donders zingen, daar niet van – maar verder. Goed vermaak. Ik kijk er niet met anger op terug. Maar moet dit nou? Er is ook muziek van nu. Als ‘we’ de kans krijgen melancholisch te worden zit er geen maat op.
(28 augustus 2024)