Jason Isbell & 400 Unit is de beste americanaband van deze tijd. Zo bleek deze week in Utrecht waar ze hun sterke vorige optreden in Paradiso van twee jaar geleden nog eens overtroffen. Hoewel, americana? Dat moeten we breed zien. Ze coveren ook The Cure.
In november vorig jaar maakte bassist Jimbo Hart bekend dat hij 400 Unit zou verlaten, de begeleidingsband van Jason Isbell. Mental issues, en het werd tijd voor rehab. Hij was een van de founding fathers van de groep, dus het leek op een aderlating, maar voor de band heeft het juist goed uitgepakt. En dat is nog zacht uitgedrukt. Niets ten nadele van Jimbo Hart, maar de nieuwe bassist(e) Anna Butterss – ‘from Adelaide, Australia’ – geeft de 400 Unit echt een opkontje en nieuw, open elan. Superieur legde ze woensdag in de Ronda, de heerlijke rockzaal van TivoliVredenburg in Utrecht, samen met good old Chad Gamble op drums de basis voor een fenomenaal concert van Isbell’s club. Stevig elektrisch waar het nodig is, subtiel dienend op staande bas als het lied erom vraagt – Butters is echt een aanwinst.
King of Oklahoma
Ja, het zal hier aan superlatieven niet ontbreken. Dit was nog weer beter dan het optreden in Paradiso, twee jaar geleden. Jason Isbell & 400 Unit is in de americana momenteel de topattractie. Hij mag dan in de VS soms in het voorprogramma spelen van Zach Bryan, Isbell is in dit genre de King of Oklahoma om maar een van zijn vele, vele songs te noemen – overigens al eens live gecoverd door Bryan.
Andere setlist
Woensdag speelde Isbell met een andere setlist dan dinsdag. Zijn repertoire is dan ook heel breed inmiddels. Hij putte uit zowel zijn solowerk en als het bandwerk. Het sluit nu eenmaal perfect op elkaar aan. Zijn signature song, Cover Me Up, van Southeastern, zijn solo-doorbraak-album – van elfeneenhalf jaar geleden, zo memoreerde hij – begon op de klassieke, klein gehouden wijze. Maar de band kleurde het alsmaar nader in en voegde van alles toe, zonder te vervallen in overbodige tierelantijnen. Tot aan het eind de twee drummers (!) – gitarist Will Johnson drumt een enkel nummer mee – met ferme paukenslagen het lied afrondden. Mooi hoe Isbell bij de regel ‘I swore off that stuff, forever this time’ het applaus in ontvangst nam dat inmiddels standaard in de zalen klinkt op dat moment in het lied, hij lachte zijn nieuwe tanden bloot.
Hij zette de avond stevig in met Vestavia Hills, gevolgd door Super 8, de song die hij op het laatst nog had toegevoegd aan Southeastern. Een steviger nummer ontbrak, hij ging naar huis en keerde nog dezelfde dag terug met Super 8.
‘I was prepared for the worst‘
Waarna het tempo omlaag ging en hem de akoestische gitaar werd aangereikt voor Strawberry Woman, dat hij dinsdag ook als derde nummer speelde. Het nummer kreeg een tranentrekkend mooie uitvoering, niet in de laatste plaats door de inbreng van gitarist Sadler Vaden. De hele avond toverde hij, al dan niet met slide, de mooiste klanken uit zijn instrument. ,,Ik had je de hele dag niet gezien,” sprak Isbell hem toen het nummer uit was toe. ,,I was prepared for the worst but he delivered.” Vaden haalde onschuldig lachend lichtjes zijn schouders op en maakte een gebaar naar de zaal dat hij de hele dag een boek had zitten lezen.
En hij bleef leveren. Zijn slide-licks deden denken aan die van David Lindley toen die Jackson Browne begeleidde.
Ook anderszins mag Jackson Browne als referentie worden gebruikt. Het nummer Running With Our Eyes Closed, dat hij helaas woensdag niet speelde maar wel te vinden is op het nieuwe live-album Live From The Ryman, Volume 2, is geheel gemodelleerd naar Browne’s Lives In The Balance, tot aan de zanglijn aan toe.
Engagement
Voert dit wat ver, er is een andere overeenkomst tussen Isbell en Browne en dat is hun engagement. Legio zijn de songteksten waarin Isbell zich een chroniqueur toont van zijn tijd en omgeving, van Amerikanen die het moeilijk hebben. De kleine portretten van dichtbij, vaak in huiselijke setting, van alledaagse sloebers en strebers gaan diep. Speed Trap Town, over vaders en zonen. Cast Iron Skillet, waarvoor hij een Grammy ontving, en hier in de toegift werd gespeeld, over racisme. Death Wish, niet gespeeld, over een jonge vriendin die niet meer leven wil. Het hart op de juiste plaats, maar tegelijk is Isbell snoeihard in zijn observaties.
Tot prog-rock en Cure aan toe
Ze bleven akoestisch en elektrisch afwisselen. De gitaren zijn leidend, maar de extra lagen die werden gelegd door Derry deBorja op toetsen, waaronder accordeon, droegen bij aan een wonderbaarlijk mooi geheel.
Miles, het sluitstuk van Weathervanes, het ijzersterke groepsalbum van vorig jaar, kwam tegen het eind voor de toegift. Hij kan zelfs prog-rock spelen, werd gezegd toen de elpee uitkwam. Dat hij in de toegift The Cure coverde (Just like heaven) past precies in het plaatje.
Helemaal aan het eind, zoals ook op de nieuwe live-lp, kwam This Ain’t It. Sadler Vaden en Jason Isbell in een eindeloos-lekker gitaarduel a la The Allman Brothers. Wat een avond. Was ik nou maar naar alle drie concerten in Nederland gegaan. ‘See you soon,’ beloofde hij. Cliché – I bet he says that to every audience – maar we houden hem eraan.