Toen Al Stewart, sinds begin september 80 jaar oud, 15 was, leerde hij gitaar spelen van Robert Fripp. De man die later King Crimson zou oprichten en platen zou maken met Brian Eno en David Sylvian, leerde hem jazzy akkoorden aan. ,,Mijn vingers bloedden ervan.” Even goede vriendjes, en dat zijn ze nog altijd, zei Stewart maandagavond in Carré, maar hij wilde een andere kant op. Liedjes met een melodie en een poëtische tekst.
Tegen de tijd dat hij de gitaar onder de knie had, kwamen de Beatles op. ,,En 50.000 jongeren gingen muziek maken. Lawaai met harde gitaren.” Hij grinnikte erbij – de man heeft zijn Britse gevoel voor humor goed weten te conserveren gegeven het feit dat hij al dik vijftig jaar in de VS woont.
Jazz was het niet voor hem. Beat ook niet. De redding en de richting kwam van ‘de man uit Minnesota’ en hij zette, zonder de naam van Bob Dylan te noemen, ‘Love Minus Zero/No Limit’ in. Een straffe, strakke versie, als toegift van een heel aardig concert in een niet geheel uitverkocht Carré.
Al Stewart’s laatste concertreeks in Europa begon deze maandag in Amsterdam. The Farewell Tour, al maakte hij daar verder geen woorden aan vuil. Liever vertelde hij tussendoor geweldige verhalen, doorspekt met humor die soms zelfs zijn band verraste. Zo beweerde hij dat hij eerder op de dag was opgewacht door een fan die hem om handtekeningen vroeg op platenhoezen. ,,Heb ik gedaan, al waren het platen van Wilson Pickett.”
,,Echt waar?” vroeg een stomverbaasde Erika Brett, zangeres en toetseniste van The Empty Pockets, eigenlijk een bluesband uit Chicago. Stewart lachte en zei: ,,Ach, dat is nou Engelse humor.”
Wat The Empty Pockets er deden? Zowel het voorprogramma verzorgen als Stewart begeleiden. En dat deden ze niet verkeerd. Josh Solomon, tevens toetsen en zang, wist de oorspronkelijke gitaarsolo’s op Stewart’s platen aardig te benaderen. Zoals saxofonist en dwarsfluitist Chase Huna, die was toegevoegd aan het geheel, de geblazen solo’s voortreffelijk uitvoerde. De originelen, door Phil Kenzie, behoren tot de klassieke saxsolo’s uit de popmuziek. Kenzie, die eerder voor de Beatles en later voor Eagles sax heeft gespeeld – en voor nog tientallen anderen die om een vurige riedel altsax verlegen zaten.
Al Stewart zelf was behalve grappig ook goed bij stem. Hoog haalde hij niet alles meer, maar zijn dictie heeft hij altijd nog. Er zit een aantrekkelijke zachtheid in zijn stem. Het zou een studie waard zijn om na te gaan hoe dat werkt bij hem, of heeft gewerkt. Wat opviel bij het lied ‘Dark and rolling sea’, maar bij andere ook, zijn de vele woorden waar een s in zit of op een s eindigen. Die s’en glijden zo soepel zijn mond uit, nog eens extra bij lange lettergrepen.
Now the thunder rails in the great mainsails
And the stars desert the skies
And the rigging strains as the hands of rain
Reach down to wash your eyes
And your oarsmen stands with his knife in hand
And his eyes spell mutiny
Don’t call my name when your ship goes down
On the dark and the rolling sea
Het lied gaat eigenlijk, zo verklapte hij, over een verloren liefde. Hij gunde de vrouw in kwestie een zeemansgraf. Bij ‘Antarctica’ hetzelfde verhaal. Veel teksten gaan over geografie en/of geschiedenis. Deze bijvoorbeeld over de concurrerende poolreizigers Robert Falcon Scott en Roald Amundsen, maar op een ander, minder verheven niveau over een ijskoude vrouw die niet met hem naar bed had gewild.
Natuurlijk kon hij niet om ‘The year of the cat’ heen, het intro deed tientallen smartphones uit het publiek oprijzen. Een mooie, uitgesponnen versie. Fijnzinnig gezongen, met net iets andere accenten op de lettergrepen, en met Chase Huna op altsax (en fluit) in een vriendelijke battle met Josh Solomon op gitaar.
Er werd deze avond geen grens verlegd, alles werd keurig uitgevoerd, geheel in lijn met de elegante, verfijnde arrangementen die we kennen van de albums van Stewart, met name The Year of The Cat en Time Passages – waarvan het titelnummer ook een mooie uitvoering kreeg.
Hij kriskraste door zijn oeuvre. De avond was te kort om alle highlights te spelen. Op ‘Song on the radio’ had Huna nog eens kunnen excelleren, maar ja. Favoriet ‘Carol’, van zijn wellicht mooiste album, Modern Times, ontbrak ook. En ook de stiekeme hoop dat hij voor zijn afscheid van Nederland, en nog wel in Amsterdam, zijn vroege radiohitje ‘Amsterdam’, van het album Orange (1972) zou spelen, bleef ijdel. Waarschijnlijk geen moment bij hem opgekomen.
Had hem dit graag horen zingen:
And though it seems some days that all my ways are /
bound to lose / I tell you right now /
I’m going to make it back to Amsterdam
Al gebeurt dat natuurlijk niet en speelt hij hier nooit meer. Het is mooi geweest.