Chuck Prophet was heel ziek, maar hij kwam er zowaar bovenop. Op zijn ziekbed ontdekte hij niet ‘de zwoele cha cha cha’, maar wel iets soortgelijks: cumbia. En die Latin dansmuziek speelt hij nu zelf.

Hij is wat pips om de neus en de berichten op BlueSky beloven vooraf niet veel goeds. Donderdag was Chuck Prophet (61) verkouden, klonk schor en volgens de concertgangers maakte hij  weinig contact met het publiek. Oftewel: hij draaide plichtmatig zijn show af, deze sympathieke rock-’n-roller uit Californië. Maar in Hengelo heeft hij geen loopneus en ook zijn stem doet het en houdt het vol.

Sterker nog: Prophet heeft er zin in. Hij zal grappen en grollen, en hij zal spelen en zingen, en hoe, en dat is vanaf de eerste noot te zien en te horen.

De eerste noten en, naar later blijkt, de laatste komen van covers van legendarische hits uit een ver, ver verleden. Come On Everybody (hier: Aviéntense Todos) van Eddie Cochran en Wooly Bully van Sam The Sham & the Pharaohs.

Het hadden ook 96 Tears van Question Mark & The Mysterians kunnen zijn en iets van Doug Sahm – dat orgeltje, hier klinkt het precies zo.

Voordat hij later het eerste nummer van de toegift inzet, kijkt hij lachend het publiek in en zegt: ‘Bij het nummer dat nu volgt, waren de meesten van jullie nog niet geboren’. Dat gold misschien voor Come On Everybody en Wooly Bully (en voor Barry Mann’s Who Put The Bomp), maar niet voor Time Ain’t Nothing, een van de signature songs van Green On Red, de band waar Prophet in de jaren 80 al in speelde. Een golf van herkenning overspoelt de zaal, en of de bezoekers het herkennen.

En wat doet hij tussendoor, ingeklemd tussen deze oude hits? Cumbia spelen. En dat heeft alles te maken met zijn gezondheid. Hij was doodziek – lymfeklierkanker, vierde fase-, vreesde voor zijn leven, maar zijn dokter kon hem geruststellen en repareren. Tijdens het lange herstelproces luisterde hij weer naar muziek en wat hem – en zijn lichaam, zo vertelde hij in interviews – het best beviel was cumbia. De van oorsprong Colombiaanse mix van Latin folk, salsa en heupwiegende dansritmes. Soms bumpt het tegen reggae aan, ik denk dat er ook zo maar op gebuikdanst kan worden.

Met cumbia vier je het leven, wellicht is dat de verklaring voor zijn liefde voor het genre. Eenmaal uit bed ging hij cumbia spelen, net zo gemakkelijk. Hij vond twee leden van de groep Qiensave bereid hem te begeleiden. ‘Het kostte me wel enige moeite om ze in het vliegtuig te krijgen,’ zegt hij in Hengelo, maar zijn band heeft er al net zo veel lol aan als hij.

Zuivere cumbia is het natuurlijk niet. Prophet mengt het met de alternatieve countryrock die hij met Green On Red speelde. Culturele toeëigening? Niet eens over beginnen, muziek leeft van crossover, dit is pure verbinding.

(meer tekst onder de foto)

Wat volgt is een heerlijk dansfeest. Dat een enkeling er in slaagt stoïcijns toe te kijken is een mirakel. Dit is geen avond voor standbeelden. Stoïcijns is alleen de bassist uit Mexico City, al lacht hij van oor tot oor. Daar komen ze, al die lekkere nummers van het album Wake The Dead, met die veelzeggende titel voor iemand die de Hades al bijna was overgestoken. Chuck Prophet is living on borrowed time en dat wil hij vieren met alles en iedereen.

Een enkel nummer eindigt in de dub-versie ervan, het wiegt en knalt en bonkt. Niemand zou er bezwaar tegen maken als die dub nog een kwartier door zou gaan.

Hij speelt In The Shadows, voor ‘Elonia Musk’. De band is blij dat de uitra-rechtse ondernemer naar Texas is verhuisd. ‘Laat ie zijn geld maar verbrassen in een ander universum,’ roept percussionist Mario Gomez.

Gomez kan goed het publiek lezen, vertelt Prophet, en vraagt hem wat hij van de Hengeloërs vindt. Goed volk, alleen loopt er iemand op crocs. ‘Security!’, roept Prophet met een grijns, maar Gomez vindt het prima: ‘Ook op crocs kun je dansen’. Het tekent de uitgelaten sfeer, en hup, daar gaan ze weer.

Na zeven kwartier is het klaar. ‘Ik herken alle gezichten’, waarschuwt Prophet, ‘dus ik zie jullie allemaal bij de merchandise.’

De lichten gaan aan en de Tukkers kijken elkaar aan. ‘Nou?’ ‘’t Kon minder’. Veel groter wordt een compliment in Twente niet.