Mathias Enard vond het gezien de oorlog in Oekraïne niet gepast een roman te schrijven met maar één verhaallijn. In Dans van verraad werden het er twee, over een deserteur in een anonieme oorlog en over een wetenschappelijk congres, maar die vallen in vele verhalen uiteen.
‘Paul Heudeber heeft altijd volgehouden dat de stilistische vorm van ‘De vermoedens van Buchenwald’ (vrije verzen, staccato zinnen met een eigenzinnige syntaxis) verband hield met het formaat van de strookjes papier waarin hij ze had genoteerd’, schrijft Mathias Enard aan het begin van hoofdstuk XIV van zijn roman Dans van verraad.
De lezer bevindt zich in de verhaallijn over Paul Heudeber, een wiskundige communist die de concentratiekampen heeft overleefd, maar daar zelden over in detail trad – zoals zo velen. Van Buchenwald, een te vriendelijke naam, maakte hij ‘kamp Ettersberg’.
Aan zijn nalatenschap wordt bij de Wannsee, ook heel vriendelijk, een congres gewijd. De 83-jarige Maja Scharnhorst, die met Heudeber een even hechte als open relatie heeft onderhouden, steelt de show. Zij heeft ooit, op een cruciaal moment, voor een carrière in het Westen gekozen, terwijl de communist Heudeber in de DDR achterbleef en er in bleef geloven.
Deze verhaallijn is in zoverre intact dat ze los lijkt te staan van de andere verhaallijn, over een deserteur, waarover zo meteen meer, maar Enard vertelt binnen die lijn ook al diverse verhalen. Want het is aan Irina, de dochter van Scharnhorst en Heudebar, om de geschiedenis van haar ouders te ont- en vervlechten en tot een geheel te breien. De perspectiefwisselingen waar Enard mee werkt, zorgen voor een spannend verloop, want met het perspectief wisselt ook de sympathie voor de figuren.
Terug nu naar het citaat. ‘Vrije verzen, staccato zinnen met een eigenzinnige syntaxis’ vond Heudeber van de tekst van zijn hoofdwerk dat hij in Buchenwald had geschreven. Maar in de roman vindt de lezer die vrije verzen en staccato zinnen juist eerder in het andere verhaal, dat over een deserteur in een anonieme oorlog.
Dat levert alinea’s op als:
je bent nog altijd een van hen, je hebt nog altijd wapens, munitie, krijgsherinneringen, /
je zou je geweer en je patronen ergens kunnen verstoppen en gaan bedelen, dan moet je ook het mes achterlaten, want bedelaars hebben geen dolk, /
en het schoeisel met schijtstank, een blootsvoets gaan, /
en de jas met zijn stank van misère, en met ontbloot bovenlijf lopen,/
na zijn maaltijd drinkt hij het bodempje uit zijn veldfles en pist hij voor de lol zo ver mogelijk in de vallei.
Bij ‘je’ zou het kunnen zijn dat de lezer hier de gedachten van de soldaat leest, maar het gebruik van ‘hij’ wijst op een andere verteller.
Ook het verhaal van de deserteur valt uiteen, niet alleen door de verschillende vertellers, maar ook omdat de andere personages zo hun eigen verhaal krijgen, tot aan een ezel aan toe. De naamloze deserteur keert terug op bekend terrein, maar hij durft niet aan zich te melden. Hij weet wel dat hij ook daar een slechte naam heeft, zeker ook bij de vrouw die hij tegenkomt, een vrouw met haar ezel, ook op de vlucht voor oorlog. Beetje bij beetje voedt Enard de lezer met suggesties en details over een agressieve daad van de soldaat tegen deze vrouw, die dan ook doodsbang is voor hem – en hij al net zo voor haar.
In deze verhaallijn komt het moment dat ze alle drie – vrouw, soldaat, ezel – gewond raken bij een bepaald niet zachtzinnig ontploffing op een bergwand. Maar wat er ook explodeert, hun drie levens smelten hier weer samen.
Na de aanslagen van 11 september 2001 wordt het congres bij de Wannsee stilgelegd. Aan het boek weet Irina hoe het zit. De dubbelrol van haar moeder wordt duidelijk, de vergiffenis daarvoor van haar vader. Het is tegelijk ook een van de weinige punten waar de twee verhalen elkaars thematisch kruisen in dit machtige boek. ’Waar zitten de waarheden in een leven van illusies?’
Tot slot nog over de titel. De Franse titel is Déserter. Overlopen, wat vele personages doen in het boek – en de lezer niet te vergeten, die loopt over van de ene verhaallijn naar de andere en terug.
Maar de Nederlandse titel is Dans van verraad, wat een verwijzing is naar een pregnante en betekenisvolle scene in de verhaallijn over het congres. Daar danst een paar en wordt bekeken door onder anderen Irina. Dan staat er: ‘Dansend ontdek je wat de ander voor je verborgen hield. Er valt niets niet meer te verbergen, alles komt ten volle aan het licht, alles wordt vergeven zonder dat je iets hoeft op te biechten, dat is het mooie aan de dans van verraad’.
Prachtig, hier staat veel.
Je zou verwachten dat de auteur is gepolst over de nadruk die door de titel op deze scene wordt gelegd.
Mathias Enard: Dans van verraad. Vertaling: Katrien Vandenberghe. Uitgeverij Oevers.
Naschrift: de uitgeverij bevestigt dat met de auteur is overlegd over de titel. De Nederlandse titel is dezelfde als in Duitsland.