Als kind probeerde Helen Macdonald te slapen met haar armen op de rug, omdat ze een havik wilde zijn. Een verlangen dat nooit is verdwenen en toen haar vader, fotograaf en valkenier Alisdair Macdonald, plotseling overleed, besloot ze een havik te nemen om het verlies te verwerken. Vijf jaar later schreef ze De H is voor Havik, een meesterstuk over rouw, natuur, liefde en verlies. Het is bovendien een zoektocht naar zelfkennis, met de geschiedenis van de tragische valkenier T.H. White als contrapunt.  ,,Er zit nog veel havikheid in mij.”

 


Voor De H is van Havik is Helen Macdonald onderscheiden met The Samuel Johnson Prize for Non-Fiction en de Costa Book of the Year. Ze is naast schrijfster historicus, werkzaam aan de universiteit van Cambridge. Na het succes van het boek is ze door The New York Times gevraagd columns te schrijven over natuur en milieu.

In haar boek beschrijft ze hoe een jonge, vrouwelijke havik (een goshawk) neemt om de rouw om haar vaders dood te verwerken. Met deze Mabel krijgt ze een bijzonder intense band. Ze gaat door diepe dalen. Het kost moeite, geduld, pijn en toewijding voordat de vogel zo ver is dat ze na een vlucht bij Helen Macdonald op de hand terugkeert. Het verhaal over haar jeugd, haar ouders  – met de nadruk op haar vader uiteraard – zit daar onder, achter en tussen.

Heeft het succes van het boek jou verbaasd?
,,Natuurlijk! Terwijl ik het schreef wist ik dat het een raar boek zou worden. Het paste toen al in geen enkel genre. Non-fictie, maar toch heel persoonlijk. Toen ik op de zend-knop drukte om het naar de redacteur te sturen, was ik doodsbang. Maar hij stond te juichen. En blijkbaar is er veel herkenning onder de lezers. Ik heb geleerd dat ik extraverter ben dan ik dacht dat ik was, maar vooral dat iedereen door moeilijke tijden gaat. Mensen praten daar niet snel over. Velen ervaren het als vernederend om over depressie en verlies te praten.”

Wanneer wist je dat je dit boek zou gaan schrijven?
,,Tegen het einde van het jaar dat ik de havik had, realiseerde ik me dat hier een verhaal achter zat dat groter was dan ik. Het was meer dan een verhaal van een vrouw die zich miserabel voelt en een vogel temt. Ik had ook over T.H. White geschreven. Zijn boek over de goshawk, waarin hij open schreef over hoe het hem niet was gelukt een havik te houden, had ik al gelezen toen ik 8 jaar was. Hij zat ook in mijn boek, als contrapunt. Leven, verlies, de natuur. En rouw. Er zijn twee soorten boeken over rouw. Boeken die worden geschreven tijdens het rouwproces, zoals Joan Didion heeft gedaan in The year of magical thinking, met alle verbijsterende gekheid die zo’n proces met zich meebrengt. En boeken die naderhand worden geschreven. Zoals het mijne. Ik heb vijf jaar gewacht omdat ik afstand nodig had.”

Waardoor de vrouw in het boek een personage is geworden?
,,Ja, en dat voelde ook wel eens vreemd. Zeker in het begin is ze een onbetrouwbare verteller, die niet veel weet en traag van begrip is. Wat toch een raar gevoel gaf, omdat het over mezelf ging. Het kreeg een extra lading door de rouw. Mensen zeggen: ‘Je komt er wel overheen’. Dat is een gevaarlijke uitspraak. Je komt er namelijk niet overheen. Je neemt het in je op, waardoor je een ander mens wordt. Ik moest dus over een persoon schrijven die langzaam anders werd.”

Is zij nou jou geworden of ben jij nu haar?
,,Ze is een karakter naar wie ik met compassie en een glimlach kijk. Ze was behoorlijk gek, maar ze is nog steeds mij.”

Mabel, close

(Mabel, de goshawk)

Waarom nam je een havik?
,,Ik was een obsessief kind. Ik heb nu nichtjes die aan Minecraft verslingerd zijn. Ik had dat met roofvogels. Toen ik klein was zei ik tegen mijn ouders dat ik valkenier wilde worden. Ze reageerden met veel geduld. Ze hebben geloof ik maar twee keer gevraagd of advocaat worden niet iets voor mij was.
Op mijn twaalfde kreeg ik al mijn eerste vogel. Hij sliep op de rand van het bed. Ik vond roofvogels de mooiste creaturen die de wereld had voortgebracht. Voor mij hadden ze iets religieus, ik vond ze heilig. Ik heb als kind geprobeerd met de armen op de rug te slapen, omdat ik een havik wilde zijn.”
Helen Macdonald werd historica. Ze schreef, ze ontwikkelde een liefde voor poëzie, voor literatuur. Helemaal weg waren de haviken nooit. ,,Toen de crisis kwam, de dood van mijn vader, ben ik terug gezwommen naar mijn oudere zelf.”
De havik nam ze ,,om te ontsnappen aan het mens-zijn. Mensen voelen rouw en emotie. Daar wilde ik uit weg door me helemaal te richten op een dier die die emoties niet toont. Zo werd mijn oude verlangen een havik te zijn bijna alsnog bewaarheid.” Ze lacht, ze lacht sowieso veel, Helen Macdonald praat vlot en open. ,,Ik kan nog zo in die modus schieten. Loop ik in de natuur en opeens kruist een konijn mijn pad, dan is er meteen dat jachtinstinct. Er zit nog veel havikheid in mij.”

Vijf jaar wachten met schrijven betekent ook opnieuw de pijn van toen nog eens door moeten maken.
,,En pijnlijk was het. Ik moest over duistere dagen schrijven. Over hoe mijn vader was gestorven. Over hoe ik hem zag in het ziekenhuis, nadat hij was overleden. Ik was eigenlijk heel Brits bezig. Met gretigheid schreef ik over de vogel, dan hoefde het niet over mijn gevoel te gaan. Dat werkte even, maar niet lang. Ik moest Californisch worden. Alles moest open op tafel, zonder terughoudendheid. Een vreemde gewaarwording. Ik ben op mezelf, maar dit moest. Schrijven over de havik was makkelijk, over rouw moeilijk.”

Mabel, jouw havik, is de hoofdpersoon van je boek?
,,Vind ik wel, ja. Het boek gaat over hoe wij ons verhouden tot de natuur, meer nog dan over rouw en verlies. En over het genot om te leven met een wild dier dat niets met ons te maken heeft.”

Mabel is onbereikbaar. Je gebruikte net het woord ‘heilig’.
Lacht. ,,Het punt met haviken is dat ze met jou leven. Ze komen terug, ze spelen met propjes zoals jonge katjes dat doen. Op het jachtveld ben je een team, gebaseerd op vertrouwen. Je deelt je leven. Maar uiteindelijk ben je toch op jezelf. Het is een extreme versie van intermenselijk verkeer.”

Intiem ook?
,,Nee. Haviken zijn niet hetzelfde als mensen, naast het feit dat zij kunnen vliegen en niet over taal beschikken. Het is niet een romantische relatie. Intimiteit is er alleen in die zin dat haviken en mensen al sinds 4000 jaar voor Christus met elkaar omgaan. Sommigen zeggen dat het een relatie is van onderwerping en controle, maar dat is het absoluut niet. Dat idee verwerp ik. De vogel kan op elk moment wegvliegen. Een vogel komt terug omdat ze dat wil.”

Is de havik populair geworden door jouw boek? Geen Harry Potterachtige toestanden, toch?
,,Ha ha, gelukkig niet. Ik was wel even bevreesd toen het boek zo’n succes werd dat mensen lukraak een goshawk gingen aanschaffen. Zoals met de uilen bij Harry Potter, wat een nachtmerrie. Is niet gebeurd. Ik liep wel een keer in Cambridge op straat met de havik op de arm. Een jongetje stopte, wees en riep: ‘Harry Potter!’ Dat was onschuldig. Ik heb in het boek blijkbaar heel duidelijk gemaakt dat het bepaald niet makkelijk is een havik te temmen, trainen en onderhouden.”

Vind je Mabel eenzaam?
,,Nee, ze is op zichzelf. Ik weet niet wat eenzaam in haar geval betekent. Het is niet een begrip dat een havik zelf kent. Ze bouwen wel sterke banden met je op. Toen ik een vriend had gevraagd op haar te passen, bleef ze mokkend in een boom zitten tot ik terug kwam. Ze keurde hem geen blik waardig. Een beetje gemeen van me, maar dat vond ik wel grappig.”

Je boek past ook in wat een traditie lijkt die nieuw elan heeft gekregen, het natuurboek. Robert Macfarlane, Olivia Leigh, James Rebank, ze schrijven ieder op hun eigen wijze over natuur. Het strekt zich zelfs tot fictie uit. Denk aan Sarah Hall.
,,Ik ben daar heel blij mee, al is de achterliggende reden er eerder een van zorg en angst. We leven in donkere tijden. In de afgelopen veertig jaar zijn we 430 miljoen vogels kwijtgeraakt. De countryside is leeg. Het is stiller, er is minder leven. Je ziet dat het vooral veertigers zijn die gaan schrijven. Zij herinneren zich de vogels nog, de wilde bloemen, de vlinders, de bijen, de mussen. We moeten erover schrijven, zeggen ze. Als testament van wat er niet meer is.
Ik was met een nichtje van 12 in een reservaat. Ze hoorde uilen, nachtegalen, ze was gefascineerd. Hoe komen ze aan die vogels, vroeg ze, hebben ze die uit de dierentuin gehaald? Ik hoop dat lezers die niet snel een natuurboek oppakken en nu mijn boek lezen om het verhaal van rouw en verlies, iets meekrijgen over de ecologische neergang die bezig is en dat ze daar over gaan nadenken.”

Het verlies in jouw boek treft zowel de mens als de natuur, zo die te scheiden zijn.
,,Absoluut, dat breng ik hier samen. Met nuance. Het is een natuurlijke gang van zaken dat je je ouders verliest. Maar een diersoort zien uitsterven niet. Een boom verliezen kan, je moet alleen geen bos verliezen.”

 


Helen Macdonald: De H is voor Havik
Vertaling: Nico Groen
336 pagina’s, 19,90 euro
De Bezige Bij

Helen Macdonald met Mabel
(Helen Macdonald met Mabel, de havik)