Édouard Louis en Didier Eribon zijn bevriende Franse auteurs. In het nieuwe boek van Louis komt Eribon handelend voor en er staat een citaat uit Eribon’s nieuwe boek in. Boeken over hun moeders. Moeders die ook nog eens ongeveer hetzelfde meemaken.
Eerder al schreef Didier Eribon over zijn moeder. In de internationale bestseller Terug naar Reims. Een van de vele, vele moeder-boeken van de afgelopen jaren. Nederlandse schrijvers hebben zich uitgeput in het belichten van hun moeders – hun regelmatig moeizame omgang met elkaar, hun eigenaardigheden, hun afhankelijkheid vaak, hun pijn en verdriet – in romans, verhalen en non-fictie. Geen toonaard die niet is beproefd. In Frankrijk al net zo, met het indringende Rouwdagboek van Roland Barthes als het oerboek der moderne moederboeken. De filosoof had dan ook zijn hele leven bij zijn moeder gewoond.
Didier Eribon (71) en Édouard Louis (32) moesten daar niet aan denken. Ze hebben zich ontworsteld aan hun ouderlijk milieu, de arbeidersklasse, en sindsdien kijken ze om in verwondering. ‘Leven, ouderdom en sterven’ is de ondertitel van Eribon’s Een vrouw uit het volk. Sterven, ja, want zijn moeder overlijdt al vrij snel nadat ze in een verpleeghuis moest worden opgenomen. Elke fase is een lijdensweg geweest.
Sleutelwoord: vrijheid
Eribon schetst een nietsontziend beeld van zijn moeder, een beeld dat we al kenden uit Terug naar Reims. De relatie tussen moeder en zoon Eribon was harteloos en totaal kil. De homoseksuele geaardheid van Eribon speelde daar een grote rol bij. Zij heeft altijd hard gewerkt, heeft vastgezeten in een liefdeloos huwelijk en, zoals uit Een vrouw uit het volk blijkt, heeft ze veel te kort van haar vrijheid kunnen genieten.
Vrijheid, een van de drie sleutelwoorden uit het Franse devies, egalité en fraternité, staat ook centraal in Monique ontsnapt, al het derde boek dat Édouard Louis aan zijn moeder heeft gewijd, die hij ‘een vrij harde vrouw’ noemt.
‘De situatie die mijn vader haar liet ondergaan dompelde haar in een staat van voortdurende onderdrukking en angst, die een wreed iemand van haar maakte’.
Maar dan, in dit boek, durft ze het aan haar tweede man – een geregistreerd partnerschap – te verlaten. Twee keer heeft ze een partner gehad die gewelddadig was, bij voortduring dronken, denigrerend en onderdrukkend. En dat haar zoon homoseksueel was, kreeg ze ook steeds voor de voeten geworpen.
Didier helpt moeder van Édouard
Terwijl haar zoon in Egypte zit bij een schrijfproject verlaat ze het huis met een koffer en haar hondje. Louis weet vanuit Egypte te regelen dat zijn vriend Didier zijn moeder opvangt en toegang verschaft tot Louis’ appartement in Parijs, haar tijdelijke adres. Die Didier is Didier Eribon. Louis citeert uit dit actuele boek van zijn vriend. Diens moeder had ook willen vertrekken, maar had dat uiteindelijk niet aangedurfd. Om allerlei redenen, van ‘het vertrouwde lijden’ (liever blijven dan de onzekerheid van een volgend bestaan) tot geld.
Waar de romancier Louis en de socioloog Eribon elkaar treffen is bij het begrip vrijheid. ‘In welke mate had geld de moeder van Didier kunnen helpen om te ontsnappen?’ vraagt Louis zich af. Hij verwijst naar Jamaica Kincaid, die met de opbrengst van haar boeken de medicijnen voor haar broer had kunnen bekostigen, terwijl haar moeder haar voor die boeken had bekritiseerd omdat ze uit de school had geklapt over het gezinsleven. Iets soortgelijks is hier het geval.
Ook Louis kreeg dat verwijt, maar hij is daardoor wel in staat zijn moeder financieel te ondersteunen. Maar goed dat zijn jeugd zo slecht was, beseft hij op een cynische toon. Wat hem brengt tot de haast wiskundige formule: geen leed = geen boeken publiceren = geen geld = geen vrijheid.
En als we dan toch de gevoelens terzijde schuiven: ‘Zou het mogelijk zijn om een soort van prijs voor de vrijheid vast te stellen, een rationeel en wiskundig te kwantificeren prijs?’
‘Er is geen beweging van oude mensen’
Eribon, als socioloog, trekt de thematiek breder, overigens niet zonder zich te verliezen in loze bespiegelingen, en schrijft aan het eind van zijn boek over het begrip ouderdom. En dan met name over de onmogelijkheid voor ouderen om gezamenlijk, als een ‘wij’, een stem te laten horen. ‘Er is geen beweging van oude mensen’. Om het populistische jargon te gebruiken: ze worden niet gehoord, niet in de zin van gezamenlijk. Omdat er na ouderdom niets meer is. In het eindstadium heeft niemand nog iets te wensen of te verwachten van de samenleving. Als ‘de kwetsbaarsten’ zelf niet meer hun stem kunnen laten horen, ligt daar een taak voor ‘schrijvers, kunstenaar en intellectuelen om over en voor hen te spreken’.
Triomf in de theaters
Het derde boek van Édouard Louis over zijn moeder Monique eindigt op een hoge noot. Hij was met een boek over een broer bezig toen zij hem als het ware opdroeg opnieuw over haar te schrijven. Omdat ze vrij was, omdat ze een triomf had beleefd. Een triomf zoals die ook, zoals te lezen valt in Terug naar Reis, de moeder van Didier Eribon te beurt was gevallen. Het is haast te komisch hoe beide vrouwen, die elkaar zo’n veertig jaar scheelden, op vrijwel dezelfde manier uit de anonimiteit naar de spotlights werden gebracht.
Eribon’s moeder werd gefilmd door regisseur Thomas Ostermeier, die de opnamen vervolgens verwerkte in een theatervoorstelling. Ze werd uitgenodigd om de voorstelling in Berlijn bij te wonen. Het zou haar eerste buitenlandse reis zijn geweest, maar ze werd ziek en moest afzeggen.
En wat gebeurt met Monique, de moeder van Louis? Zij wordt uitgenodigd een theatervoorstelling in Hamburg bij te wonen. Ook haar eerste buitenlandse reis. De voorstelling is gebaseerd op het boek Strijd en metamorfose van een vrouw, het vorige boek van Louis over haar. En zij gaat wel, ze gaan samen. Aan het eind van de avond wordt ze op het podium uitgenodigd. Een staande ovatie is haar deel en haar zoon schrijft: ‘Ze heeft gewonnen’.
Didier Eribon: Een vrouw uit het volk. Vertaling: Jeanne Holierhoek. Athenaeum – Polak & Van Gennep
Édouard Louis: Monique ontsnapt. Vertaling: Kiki Coumans. De Bezige Bij