‘Freak!’ Ilja Leonard Pfeijffer zei het met een glimlach. Bij een interview in boekhandel Broekhuis had ik hem verbaasd met de opmerking dat ik in zijn magnum opus Alkibiades eerst de noten had gelezen en daarna pas de hoofdtekst.

Het ging eigenlijk nog verder. Ik vond dat hij die noten – inclusief de namenlijst en verantwoording zo’n 165 pagina’s – als aparte ‘roman’ had kunnen uitgeven. Omdat ze zo tot de verbeelding spraken, iedere bron hield een mogelijkheid in voor de lezer om de eigen verbeeldingskracht aan het werken te zetten, maar vooral omdat Pfeijffer bij een flink aantal van de bronnen al een korte uitleg of samenvatting had gegeven. Door achterin te beginnen had ik de scherven gelezen van de gerestaureerde vaas die de hoofdtekst was geworden.

Zonder ook maar voor 0,001 promille te claimen dat ik er iets mee te maken heb gehad, heeft Pfeijffer nu warempel zowaar de bronnen voor zijn roman uitgegeven. In De luimen van de leeuw staan de belangrijkste fragmenten uit de antieke Griekse ‘originelen’ waar hij Alkibiades op heeft gebaseerd. Met een fascinerende rondgang langs de grote geschiedschrijvers en chroniqueurs tot gevolg. Voor freaks en anderen.

Invoelbaar maken wat de mooiste man van Griekenland dreef

In ‘Een woord vooraf’ wijst Pfeijffer erop dat er relatief veel antieke bronnen zijn die over Alkibiades (de historische figuur) hebben geschreven. Maar: ‘over het algemeen zijn ze bijzonder zwijgzaam over zijn drijfveren, zijn wensen en frustraties, zijn strategieën en gevoelens, zijn angsten en dromen, terwijl ik daar uiteraard wel nadrukkelijk in was geïnteresseerd.’

Zijn doel werd ‘invoelbaar te maken’ wat de hoofdpersoon, ‘de mooiste man van Griekenland’, dreef en voelde.

Waarmee wij ons op het breukvlak van fictie en non-fictie bevinden. Het is onmogelijk te weten, en al helemaal om te verwoorden, wat Alkibiades heeft gedacht en gezegd. Een historicus zal zich daar niet aan wagen, maar een romancier staat juist trappelend van ongeduld voor de slagboom te wachten en als die niet omhoog gaat sluipt hij er onderdoor, springt er overheen of koopt de grenswacht om. En ook zal de romancier vervolgens de vervolgstap zetten en bluffen dat hij desondanks de waarheid heeft gevonden. Pfeijffer doet dat in ieder geval wel: ‘Want zoals Alkibiades’ leven in mijn roman wordt verteld, zo is het werkelijk gegaan.’

‘Ik heb mijn pen en mijn talent in dienst gesteld van zijn missie

Om deze bewering kracht bij te zetten neemt hij ook een volgende slagboom, een grandioze oxer: ‘Dat weet ik zeker, want hij heeft het mij zelf zo verteld. Hij heeft bezit genomen van mijn hoofd en mijn pen om eens en voor altijd de waarheid te openbaren.’ (…) ‘Ik heb mijn pen en mijn talent in dienst gesteld van zijn missie.’

De grote Griek heeft hem uitgekozen om recht te zetten wat de antieke geschiedschrijvers over hem hadden geschreven, wat niet altijd objectief is gebeurd, want ook 2500 jaar geleden bestonden er al eigen agenda’s. De bronnen zijn gekleurd en nu was het aan Ilja Leonard Pfeijffer om het verhaal naar waarheid op te tekenen waarbij zijn geest, hand en pen werden gestuurd door de man zelf, Alkibiades.

Bluf en bravoure – heerlijk.

Wat volgt is een chronologische bloemlezing van de inscripties en andere vindplaatsen van de informatie over Alkibiades die Pfeijffer heeft gebruikt. De lezer zou nu zelf zijn eigen roman kunnen schrijven over de legendarische Griek, stelt hij. Vindplaatsen bij Thucydides, Aristophanes, redenaars – het hele palet, van toentertijd en in de jaren erna. Van elk fragment is keurig aangegeven wie het heeft vertaald.

‘Geen keuze dan zich schikken naar de luimen van de leeuw’

De titel is ontleend aan een komedie (we zouden nu eerder spreken van cabaret) van Aristophanes: De kikkers. Daarin legt hij Aischylos een beroemd geworden karakterisering van Alkibiades in de mond: ‘Men moet geen leeuwenwelp koesteren in de boezem van de stad. Maar wanneer er een is grootgebracht, heeft men geen keuze dan zich te schikken naar de luimen van de leeuw.’

Alkibiades heeft bezit genomen van zijn hoofd, schrijft Pfeijffer – hij heeft al eens gezegd dat hij Alkibiades was geworden – of was het zijn partner, die het gevoel had dat ze met Alkibiades in bed lag? Hoe dan ook gaat de verpersoonlijking ver, zodat we ook, als we in deze lijn verder denken, mogen stellen dat Pfeijffer zelf de leeuw is – de manen heeft hij al. In de boezem van de stad der Nederlandse letteren was hij de leeuwenwelp, en nu hebben de inwoners ‘geen keuze dan zich te schikken naar de luimen van de leeuw’.

Ilja Leonard Pfeijffer: De luimen van de leeuw. De bronnen voor Alkibiades. 454 p’s, gebonden. Athenaeum – Polak & Van Gennep.

foto: Martin Stierand