Wel gelezen, maar geen tijd gehad voor een bespreking. Of pas later aan toegekomen. Een eindejaarsselectie van wat om welke reden dan ook is blijven liggen.

2. Freek de Jonge: De Zeeuwse jaren. Memoires 3.

Het ene dubbeltalent is het andere niet. Als het schrijvers betreft moet hun andere kunde liefst beeldende kunst zijn of muziek. Ooit interviewde ik Armando en voordat het gesprek begon was zijn vraag of het over schrijven, theater of beeldhouwen zou gaan en ik zei: viool spelen, want hij zou samen met Tata Mirando in Enschede komen optreden.

Freek de Jonge (80 geworden dit jaar) is cabaretier, zo staat het er (of, ook mooi: publiek figuur), en omdat cabaret vaak op basis van geschreven teksten is, wordt hij amper als schrijver gezien, ook al publiceerde hij een roman en inmiddels drie delen memoires. Deel 3, De Zeeuwse jaren, verscheen in 2024 en liet zien dat zijn andere talent dat van schrijver is.

Uiteraard volgt deel 3 qua chronologie op de eerste delen van Memoires, Reikhalzend verlangen en Kom, verder! Te beginnen in 1962 wanneer vader De Jonge zijn gezin, zo ging dat toen, de kinderen werd sowieso niets gevraagd, besloot van Noord-Holland naar Zeeland te verpoten. Om daar zelf godsdienstleraar te worden. Freek in De Zeeuwse jaren: ‘een opvoeder was hij niet’. En niet zo’n goede leraar.

Wel bleef hij ook preken. ‘Het leek wel of hij compensatie zocht of hij op de kansel goed kon maken wat hij in het lesgeven miste’.

Zoon Freek wordt geacht het HBS-b-diploma te halen, een streven dat zwaar wordt gehinderd door zijn verlangen op het podium te staan. In zijn studententijd wordt de kiem gelegd voor zijn grootse carrière in het cabaret. Grondlegger, God- en founding father en wat al niet meer werd hij van het naoorlogse cabaret, in de jaren na Kan, Hermans en Sonneveld – zoals er ook in de letteren een grote drie heeft bestaan.

De Statenbijbel die zijn vader bij tante Dien heeft laten staan, fungeert als een rode draad in de memoires – het boek (Boek?) lijkt lange tijd onbereikbaar. Hier mag enige symboliek in worden gezien. Maar dan gebeurt het. Klara, een van zijn vriendinnen, pakt hem tijdens een wandeling bij zijn lul. Zo staat het er, inclusief de witregel:

Ze trok me tegen zich aan en greep me in mijn kruis. Ze had mijn lul

ander woord voor lul

Het is 12 juni 1968, maar Freek de Jonge kan, schrijvend in 2023, niet op deze chronologische voet doorgaan. Het moet actueel, er is te veel aan de hand waar hij als cabaretier altijd een reactie op gaf en nu als schrijver niet? Voelt niet goed. ‘Ik wil niet langer nostalgisch veinzen’.

En zo onderbreekt hij zijn herinneringen en houdt hij vanaf 1 januari 2023 een dagboek bij, of hij deed dat al, maar hoe dan ook krijgt de lezer het dagboek voorgeschoteld. Een dagboek waarin hij niet alleen op de actualiteit reflecteert, maar – vooral – ook op zijn gezondheid en die van zijn vrouw Hella. Zij ligt in het ziekenhuis voor een hartkatherisatie, hij begint op het podium zijn teksten te vergeten. In interviews voorafgaande aan zijn oudejaarsconference van dit jaar zei hij het niet ernstig te vinden wanneer hij zijn eigen grappen vergat. De oorlog in Oekraïne, het overlijden van Paul van Vliet, een prostaatoperatie in Deventer. Maar bovenal de steeds prangende vraag: stoppen of doorgaan? Als hij de knoop denkt te hebben doorgehakt bij de aanblik van een slapende Hella herstelt zij bij het wakker worden de knoop in no time.

Doorgaan doen vanaf dat moment ook de memoires. In 1968 maakt vader De Jonge kennis met Bram Vermeulen die Freek een jaar eerder heeft ontmoet. De ommekeer en het succes van Neerlands Hoop, zoals ze zich hadden gedoopt (sic), kwam toen ze geen winnaar werden van Cameretten. Deze coda moet worden gezien als de aanloop naar deel 4 van Memoires, als het de Jonge gegeven is dit te schrijven. Dan kan en moet en zal hij Bram recht doen. Hij heeft zich de laatste jaren steeds positiever over hem uitgelaten. Ergens in De Zeeuwse Jaren, in een bijzin, staat dat er een volgend deel komt. Daar houden we hem aan, deze schrijver.

Freek de Jonge: De Zeeuwse Jaren. Memoires 3. 461 p’s. Atlas Contact

Foto: Hans Bos