Van de 149 ingezonden novellen voor het Boekenweekgeschenk zijn er nog maar weinig naderhand verschenen. Mathijs Deen heeft zijn inzending lichtelijk uitgebreid. Gras is nu een roman over drie generaties tuinbazen. Gebaseerd op een familieverhaal van moeders kant.

door Theo Hakkert

Het is een prikkelend idee dat zich ergens op externe harde schrijven, in clouds en mogelijk onderste laden van bureaus – of zelfs shredders – zo’n honderdveertig verse novellen bevinden die nog niet zijn uitgegeven. Het gaat om de novellen die werden ingezonden nadat de CPNB een wedstrijd had bedacht voor schrijvers die al hadden gepubliceerd. Stuur een tekst in en wordt mogelijk auteur van het Boekenweekgeschenk. De jury zou de ingezonden schrijfsel anoniem beoordelen.
Gerwin van der Werf won het pleit. 148 auteurs bleven achter.
Boos, gedesillusioneerd, schouder ophalend, briesend, gelaten, gefrustreerd – het hele spectrum aan menselijke reacties die volgen op een afwijzing, ook al wisten ze dat de kans miniem was. Voor een aantal was het lief van de CPNB dat ze een brief kregen met lof voor hun inzending, maar hoe dan ook benadrukte dat het verlies, want zo werd het toch door een aantal auteurs gevoeld. Er was zelfs sprake van een shortlist.

Ik had van meet af aan de hoop dat die ingezonden novellen stuk voor stuk zouden worden uitgegeven. De J.M.A. Biesheuvelprijs is in het leven geroepen om het (korte) verhaal te ondersteunen. Hoe nodig dat is, mag blijken uit het feit dat er nog maar bitter weinig is geschreven over de nieuwe verhalenbundel van Arnon Grunberg – ‘Wat, heeft Grunberg een verhalenbundel gepubliceerd, echt?’ ‘Ja, echt’. Had hij een roman gepubliceerd, alle sites en bijlagen hadden er al vol mee gestaan.

Een opkontje voor het genre novelle

De wedstrijd rond het Boekenweekgeschenk zou een opkontje kunnen betekenen voor die andere verhaalvorm die zelden op een omslag of titelpagina staat: de novelle. Er waren er 148 over. Maak daar een reeks van, dacht ik, of geef ze hoe dan ook uit, maar het is slechts mondjesmaat gebeurd. Een gemiste kans, al leeft de hoop nog. Een aantal is de afgelopen maanden uitgegeven en met succes. Laat het de anderen op een idee brengen, vat moed!

Zo is Mira Feticu enthousiast op televisie, en daardoor op Instagram, verschenen om over Gewone Hollandse jongens te praten, haar boek vol rouw na het overlijden van haar partner. Ze mist hem. Aan hem denken kan natuurlijk, in haar geest is hij nog bij haar, maar zijn lijf is er niet meer. En zij lijdt aan huidhonger. ,,Het was zo’n mooie man.” Het boek is een succes. ,,Ik gun iedereen huidgeluk.” Woord van het jaar alvast.

Succes ook voor Het geschenk van Gaea Schoeters. Een politiek pamflet opgehangen aan een verhaal over twintigduizend olifanten die op een dag door Berlijn lopen, een geschenk van de president van Botswana. Het boek haalde de longlist van de Boekenbon Literatuurprijs.

Herman Brusselmans had ook ingestuurd. Zonder enige terughoudendheid heeft hij De Promotie gewoon doen uitgeven. Prima.

Van novelle tot kleine roman: Gras

Mathijs Deen heeft zich erover verbaasd dat sommige collega-schrijvers boos werden nadat ze geen winnaar waren geworden. ,,Je weet hoe klein de kans is,” vertelde hij recent bij interviews in Haaksbergen en Enschede. Hij kondigde bij beide gelegenheden aan dat zijn inzending, getiteld Gras, in oktober zou verschijnen en dat is gebeurd.

Gras is er, en op het omslag en de titelpagina staat ‘roman’ als genre vermeld. De tekst van het schitterend uitgegeven boek is dan ook iets langer dan de originele novelle. Met 173 pagina’s is het ook veel dikker dan hoe een Boekenweekgeschenk (maximaal 96 pagina’s) wordt uitgegeven: grotere letter, meer wit, veel wit zelfs tussen de hoofdstukken door, maar dus ook meer tekst. Deen heeft het tweede deel van zijn novelle uitgebreid. Het is ook nogal wat om in zo’n kort bestek een verhaal te vertellen over drie generaties. Andere auteurs wijden daar vuistdikke romans aan.

Gazon als triomf op de natuur

Gras draait om drie generaties tuinlieden. Tuinbazen om preciezer te zijn, want ook hier bestaat een hiërarchie. De tuinbaas is de link tussen de landgoedeigenaren wier tuinen worden onderhouden en de mannen die het werk uitvoeren. Drie generaties van de familie Valks bewerken tuinen, met de nadruk op het gras. ‘Het gras dient gevoed, belucht, gewalst, geverticuleerd, bewaterd en vooral vakkundig gemaaid, zodat een gazon ontstaat waaruit het landhuis oprijst als een triomf op de natuur’.

Alleen al door te kiezen voor drie generaties heeft Mathijs Deen (Hengelo, 1962) de grenzen van het genre van de novelle behoorlijk opgerekt. Wat een ieder vrij staat.
In zijn zuivere stijl – de drie blurbs op de achterkant benadrukken stuk voor stuk dat Deen een groot stilist is – vertelt hij over de vaders die hun werk in de tuinen, met de nadruk op het secuur maaien van het gras tot het de naam gazon verdient, langzaam overdragen aan hun zonen. Het werk blijft, want de natuur trekt zich weinig aan van de mens, maar de mens en de samenleving veranderen juist wel. De landgoedeigenaren verliezen hun status en geld. Mechanisatie zou het maaien moeten vergemakkelijken, maar machines zijn ook maar machines.

Deen heeft in kort bestek een grote greep gedaan. Jaartallen boven de hoofdstukken geven aan hoe lang de chronologie is. Van 1848 tot 1954. Hier en daar is een hoofdstuk daardoor te summier gebleven en was enige uitweiding op zijn plaats geweest. Laat onverlet dat de worsteling van de zonen, de eer die werd ingelegd met een perfect gazon, de verstandhouding tussen de eigenaren en de tuinbazen en de teloorgang van deze traditie prachtig is getroffen.

Reeks Waddenthrillers stopt met het vijfde deel

We kennen Mathijs Deen als auteur van onder andere De Wadden, Onder de mensen, Over oude wegen en – over briljante novelles gesproken: Het lichtschip.
Nadat Het lichtschip in het Duits was verschenen vroeg de Duitse uitgever of Deen geen Krimi kon schrijven. Na enig aarzelen is hij daar op in gegaan. Het werd een uiterste succesvolle reeks Waddenthrillers waarvan tot nu toe vier delen zijn verschenen. Wat nog niet iedereen weet is dat het vijfde deel, dat hij inmiddels heeft afgerond (maar nog door de redactionele mallemolen moet), het laatste van de reeks wordt. De rode draad door de serie, de vraag hoe het precies zat met de verdrinkingsdood van de vader van rechercheur Liewe Cupido (en de mogelijke rol van Liewe daarin), wordt hierin afgehecht.

De delen van de reeks Waddenthrillers dragen namen als De duiker, De redder en De loods. Zo bezien had Gras net zo goed ‘De tuinbaas’ als titel kunnen hebben. Ware het niet dat Gras niets met de reeks heeft uit te staan, behalve dan natuurlijk de herkenbare zachte toets van Deen’s stijl, die net zo secuur is als de gemaaide banen op een perfect gazon.

De grasmaaier van opa

Gras komt bovendien voort uit het verhaal van een deel van de familie Deen. Van moeders kant. Voorin het boek staat een stamboom van de familie Valks. Een gefingeerde naam. De familienaam van Deen’s moeder is Gussekloo. Hij heeft boek aan zijn moeder opgedragen, Wil Gussekloo (1930-2023).

Het idee voor een boek over tuinbazen had hij al langer. Hij mailde op verzoek dit:
‘De wereld van de tuinbazen is de wereld van de familie van mijn moeder. De voornamen van de stamboom zijn de voornamen van mijn voorouders. Ik heb met bestaande biografische details een nieuw verhaal gemaakt, waarin toch een aantal karakteristieken van mijn familie naar gelogen waarheid verteld zijn. 
Zoals dat gaat met fictie.’

Ook de landhuizen gaf hij andere namen. ‘Broeckvoorde is Duivenvoorde (Voorschoten), Maraisdoux is Broekhuizen (Leersum). Opa was ook tuinbaas op Verwolde in Laren (Gelderland).’
‘Ik was nogal dol op mijn opa, wilde altijd wel over hem schrijven, maar wist als scholier en student nog niet hoe. Toen mijn oom Matthijs me vertelde over het gazon van Broekhuizen en de grasmaaier van mijn opa, viel het kwartje. Bovendien had ik van Lenneke Berkhout ook heel wat opgestoken. In haar boek over tuinbazen is een heel hoofdstuk gewijd aan mijn voorouders op Duivenvoorde.’

En kom nu maar op met al die novelles. Stuw het genre op!

Mathijs Deen: Gras. 173 p’s. Hardcover. Alfabet Uitgevers.

Foto: frscspd