Bert Wagendorp heeft zich heel wat op de hals gehaald. De hoofdpersoon van zijn trilogie in losse delen, Abel Sikkink, zou 104 worden, heeft de schrijver in een te optimistische bui verklaard. Maar hoeveel delen moet Wagendorp dan wel niet schrijven?! In deel 3, Paris, is Sikkink nog zo jong: 34 jaar. Zorg voor later.

We schrijven het jaar 1867. Journalist Samuel Longhorne Clemens scheept in op de SS Quaker City, een luxe cruiseschip dat een reis van vijf maanden naar de Middellandse Zee en het Heilig Land gaat maken. Hij zou er een boek over schrijven, maar niet onder zijn eigen naam. Hij ging zich Mark Twain noemen.

Het idee voor de excursie kwam van de oudere broer van de schrijfster van Uncle Tom’s Cabin, Harriet Beecher Stowe. Hij wilde over Jezus schrijven en meende daarvoor naar Palestina te moeten reizen. De boot ging, Beecher niet.

Deze laatste informatie komt uit Paris, het derde maar niet laatste deel van de trilogie (die minstens een tetralogie wordt, als we tijd van leven hebben) met de memoires van Abel Sikkink, geschreven door Bert Wagendorp (Groenlo, 1956).

,,Abel heeft een beetje genoeg van de krant waar hij werkt. Na de oorlog in Amerika zie je hem veranderen,” vindt Wagendorp bij een gesprek in Amsterdam.

Sikkink is oorlogscorrespondent geweest, maar hij weet het correspondentschap Parijs voor de New York Herald te bemachtigen, en zo kan hij mooi inschepen op de SS Quaker City. Om zo gauw Franse bodem is bereikt spoorslags naar Parijs door te reizen. Zo heilig is het Heilige Land ook weer. Het doel, Parijs, heiligt alle middelen, dat dan weer wel. ,,Ik moest hem op een geloofwaardige manier in Parijs krijgen. Dit was mijn manier om Abel uit Amerika te halen.”

Want opeens was Europa the place to be. In 1871 had de Parijse volksopstand plaats, La Commune ,,De stad was vatbaar voor revoluties.” Parijs was bovendien het decor van een legendarische wereldtentoonstelling en ook de Frans-Duitse oorlog komt in de memoires van Abel Sikkink terecht. Maar ook begint in die jaren de Belle Epoque.

Meteen op de eerste pagina van Paris (zowel Engels als Frans uit te spreken) komt Wagendorp met een belangrijke voetnoot.

‘Abel Sikkink schreef zijn herinneringen niet in delen. Zijn memoires werden me als een handgeschreven manuscript toegezonden. De eerste twee delen werden door sommige lezers beoordeeld alsof het romans betrof. Dat leidt tot misverstanden.’

Net als Wagendorp was Sikkink zijn hele leven journalist. Wagendorp: ,,Ik doe niet anders dan wat ik altijd heb gedaan.” Daarbij hoort veel research. Maar, zegt hij: ,,Het moet geen geschiedenisboek worden. Het moet decor blijven.”
Bovendien heeft hij best wel een beetje haast. ,,Ik onderzoek terwijl ik al schrijf. Ik ben heel ongeduldig.” Deel 4 is behoorlijk op streek. Hij kan verklappen dat Abel weer in Amerika komt en dat Sitting Bull en Crazy Horse hun opwachting zullen maken.

De periode die in dit deel van de nieuwe roman – oh, sorry, memoires – staat beschreven, is ook die van de opkomst van de actrice Sarah Bernhardt, die grote triomfen zou vieren. Al verhuurde ze ook gerust haar lichaam als ze in geldgebrek kwam. Wagendorp: ,,Dat deden meer vrouwen. Zo’n dame werd een ‘grande horizontale’ genoemd.”

Het is een bruisende tijd in Parijs. Abel’s vriendin Sandra is na aanvankelijke aarzeling mee en vermaakt zich kostelijk in de theaterwereld waarin ook Sarah Bernhardt zich beweegt. Als journalist heeft Abel Sikkink toegang tot belangrijke, invloedrijke figuren (die Wagendorp op deze manier geloofwaardig de memoires binnen kan schrijven). Een daarvan is de anarchiste Louise Michel, die langzaam Abel’s wereldbeeld doet kantelen – en zijn krant is nog wel zo conservatief.

De drie delen met memoires zijn los van elkaar te lezen, al zijn er rode draden en verbindende elementen. Zo blijft Abel ook in dit boekdeel zoeken naar zijn verdwenen broertje Antonie. En, altijd aardig, hij keert ook voor even terug in de Achterhoek, de geboortegrond die hij deelt met de schrijver.

Dat Abel 104 gaat worden, is een ‘uitdaging’ voor later. Wagendorp zou natuurlijk, indachtig de eerste voetnoot, kunnen beweren dat hem niet alle memoires ter hand zijn gesteld, maar dat is niet zijn stiel. ,,Ik ben gebonden aan de geschiedenis.”

Bert Wagendorp: Paris. Uitgeverij Pluim