Het album De levenslijn van Corto Maltese riep bij Jona Lendering de herinnering wakker aan wat hij de beste roman vindt van Graham Greene: The Power and the Glory.
door Jona Lendering
Ik weet nooit goed wat te doen in een boekhandel. Voor al die boeken hebben mensen zich ingespannen: de schrijver, de meelezers, de redacteuren, de persklaarmaker, de vormgever, de drukker. Respect voor hun inzet en liefde zou je dwingen álles te lezen. Hier staat het puikje van onze beschaving. Mijn oplossing: neem in dubio iets mee van Graham Green. Er zit weliswaar wat kwalitatief minder materiaal bij (laat Travels with my Aunt staan, maar meestal is Greene aangename lectuur.
Zijn beste roman is The Power and the Glory (1940). Ik moest er onlangs aan denken omdat een recent album van Corto Maltese, De levenslijn (2024), speelt tegen dezelfde achtergrond: de Cristero-oorlog in Mexico. De overheid heeft in de jaren twintig een reeks anticlericale maatregelen genomen waardoor katholieke geestelijken hun leven niet zeker waren. Greene vertelt hoe een priester in het geheim rondzwerft door de zuidelijke deelstaat Tabasco, waar de maatregelen in volle heftigheid werden uitgevoerd, en langzaam maar zeker in een fuik geraakt. Zijn uitwegen worden een voor een afgesneden.
Spijt dat hij geen spijt voelt
Ondertussen worstelt de man met zijn tekortkomingen. Hij drinkt, hij heeft een kind verwekt, en als hij dat meisje ontmoet, voelt hij geen spijt – waar hij dan weer wél spijt van heeft. Bovendien schiet hij tekort in de pastorale zorg voor de straatarme boeren. De biecht afnemen lukt nog wel, maar door de drooglegging is er geen wijn te koop, terwijl hij die nodig heeft om de mis op te dragen. Whisky weet de priester dan weer wel te bemachtigen.
Hij wordt op de hielen gezeten door een onberispelijk handelende luitenant. Het is geen kwaaie man; hij stopt de priester zelfs wat leefgeld toe als hij hem, zonder te herkennen wie hij voor zich heeft, als dronken zwerver heeft gearresteerd en weer vrij laat. De luitenant is er echter wel van overtuigd dat de bestrijding van bijgeloof en irrationaliteit niet kan zonder afschrikwekkende voorbeelden. Hij zal uiteindelijk de priester tegen de muur zetten, maar de luitenant staat zijn slachtoffer ook toe een stervende bij te staan.
Dit is natuurlijk een van de troeven van het boek. Als de luitenant een schoft was, zou dit melodrama zijn geweest. Vergelijk het met Hamlet: zijn dilemma’s zouden ongeloofwaardig zijn als wij Claudius dronken op het podium zien. Maar Claudius is, van het eerste tot het laatste bedrijf, every inch a king en dat maakt Hamlets twijfel invoelbaar.
Katholicisme
The Power and the Glory is al vijfentachtig jaar oud en het katholicisme is dat van lang geleden. Ik neem aan dat niemand nog zal denken dat het sacrament ongeldig is als een geestelijke de mis opdraagt zonder wijn. Maar in het Mexico van de “whisky priest” was het dat wel. Dit oude katholicisme betekent tevens dat een stervende zijn nooit opgebiechte zonden mee zal moeten nemen naar het hiernamaals. Dat maakt het lot van de priester wel heel wreed. Weliswaar staat de luitenant hem toe te biechten, maar de afvallige priester die de biecht zou moeten afnemen, kan dit uiteindelijk niet doen.
Zonder vergeven te zijn, staat de veroordeelde voor het vuurpeloton. Hij is een martelaar voor het geloof, maar de man is in alles mislukt. Hij heeft gefaald als priester, hij heeft gefaald als vader, en hij heeft zelfs zijn eigen ziel niet kunnen redden. Ik ken weinig boeken waarin de schrijver zijn personage zo onbarmhartig te pakken nam.
Eigenlijk vind ik dat behoorlijk schokkend. Een boek hoeft voor mij niet per se goed af te lopen, maar er moet voor de slachtoffers enige hoop zijn, iets dat hun lijden betekenis geeft. In het gijzeldrama La casa de papel is er geen rechtvaardiging voor Ariadna, die in doodsangst een relatie begint met een van de gijzelnemers, en feitelijk wordt verkracht. Dat maakte voor mij de reeks met terugwerkende kracht weerzinwekkend.
Het zegt veel over de kwaliteit van The Power and the Glory dat ik zó geschokt was door het lot van de whisky priest, dat ik een priester ben gaan vragen hoe dit eigenlijk zat. Die kon me geruststellen. Als iemand als martelaar sterft, dan zijn z’n zonden vergeven, ook als ’ie niet kon biechten, en de priester van The Power and the Glory is iemand die het martelaarschap noch vermijdt noch opzoekt. Ik ga ervan uit dat Greene, die katholiek was, dit heeft geweten toen hij dit boek maakte; ik weet dat hij tijdens het schrijven van The Power and the Glory met een geestelijke correspondeerde.
Twee waarheden
Kortom: een schitterend boek, dat u zeker lezen moet. Maar misschien moet u de laatste bladzijden overslaan. Tot vlak voor het einde blijven twee waarheden naast elkaar bestaan, namelijk enerzijds dat de al te menselijke priester zijn energie en talent efficiënter had kunnen inzetten door naar een andere deelstaat te gaan waar hij langer in leven zou zijn gebleven en meer mensen had kunnen helpen, en anderzijds dat hij in een regio zonder hoop of kans op vergeving iets goeds heeft gebracht. De lezer die ik ben, waardeert een boek dat die twee waarheden naast elkaar laat bestaan, ongeveer zoals Greene in Monsignor Quixote het socialisme en het katholicisme gelijkwaardig presenteert.
The Power and the Glory eindigt met de aankomst van een andere priester, die de zielzorg meteen overneemt van z’n gefusilleerde voorganger. Als christen mag Greene natuurlijk aangeven dat de voorzienigheid aan het werk was en dat Gods zegen rustte op de whisky priest. Maar literair vind ik het eigenlijk jammer.
