De Krater van Gerwin van der Werff is wat een Boekenweekgeschenk zijn moet: het kan alle lezers aanspreken.
Binnenkort maar eens weer naar Beieren en dan wel goed opletten. Ooit reed ik op de terugweg van een verblijf in Italië verder geheel onvoorbereid naar Nördlingen. Een plaats, werd mij verteld, met een historische dorpskern zo rond als een pizza – de vorm kwam me eenmaal ter plekke van zeer recent inderdaad nog bekend voor.
De stadsmuur kon worden beklommen en zo liep ik een leuke ronde. De huizen vielen me een beetje tegen. Ik had ze ouder verwacht en dat kwam omdat het verhaal ging dat het dorp was gebouwd in een krater van een meteorietinslag. Wat de vrij perfecte ronde vorm zou verklaren.
Ik reed verder. Ook weer gezien. Niet bijster interessant, maar goed.
En toen kwam De krater, het Boekenweekgeschenk van Gerwin van der Werff. Zoals het een schrijver betaamt heeft hij zijn research wel gedaan.
In Duitsland zijn – sommigen zeggen vrijwel tegelijkertijd; anderen dat er een half miljoen jaar tussen zat (maar wat scheelt dat op de eeuwigheid) – twee meteorieten ingeslagen. Een in de buurt van Nördlingen, die de Ries heet, en een verderop bij Steinheim.
Benji, het jonge broertje van verteller Eden – zij is binair, weet alles van de kraters, omdat hij alles van de aarde, het universum, de ruimte et cetera weet. Het enige, maar vele wat hem interesseert. Eden denkt hem te kunnen opbeuren door met hem een dag naar zo’n krater te gaan. Van het veldwerk zou de nerdy en depressieve Benji opknappen. Gewoon daar eens rondlopen en met eigen ogen zien wat hij al uit boeken en het internet weet.
Maar dan moet Johnny, Eden’s oudere broer, rijden. Hij heeft een auto en een rijbewijs, maar helemaal soepel loopt het allemaal niet in huis. Maar goed, daar gaan ze. Het wordt een roadtrip zoals je je een roadtrip in een boek voorstelt. Ze rijden naar het verkeerde Steinheim, de benzine raakt nog harder op dan Eden’s geld, dat ze van moeder’s rekening heeft ‘geleend’ en zie, daar is de Polizei.
Leuke dialogen zijn ons deel. Van der Werff schrijft vlot en in een directe stijl die een groot publiek zal aanspreken. Door in de derde zin ‘kut’ te schrijven, zet hij de toon. Vooral dat het een verhaal is rond drie jongeren, ieder opgezadeld met hun eigen problemen, maakt van dit Boekenweekgeschenk dat het voor alle lezende leeftijden is. Niet te high brow. Precies zoals het is bedoeld. Voor alle lezers.
Johnny is nogal nors en tegendraads, maar hij ontdooit en blijkt een klein hart te hebben, Benji maakt een ontwikkeling door, en Eden al net zo. Het maakt dat ze als personages niet plat zijn en dat je ze onthoudt.
De krater lijkt een Thelma & Louise-achtig einde te krijgen, maar bedenk je dan dat het Eden is die het verhaal achteraf vertelt. Alle ingrediënten zitten er in. Een boekje volgens het boekje.
Gerwin van der Werff: De krater. Uitgave CPNB. Cadeau bij aankoop van 15 euro aan boeken in de Boekenweek van 12 t/m 23 maart.