Zo één keer in de vijf jaar komt er een nieuw boek voorbij dat je omver blaast en waardoor opeens je vertrouwen terug is: ook nú verschijnt er literatuur die over honderd jaar niet vergeten zal zijn. Voor mij was László Krasznahorkai (1954) een grote onbekende tot zijn internationale erkenning in de vorm van de Nobelprijs voor de Literatuur aan het begin van dit jaar. Een late bloei, want al in 1985 verscheen zijn eerste en later verfilmde boek Satanstango, gevolgd door onder meer De melancholie van het verzet, Baron Wenckheim keert terug en Oorlog en oorlog. Overigens werd in 2015 het werk van de in Duitsland wonende Hongaar al gewaardeerd door de jury van de International Booker Prize.


door Geke Mateboer


En dan is daar Herscht 07769, een werk dat niet alleen moeilijk valt samen te vatten en dat je met een poging daartoe ook tekort zou doen; het is téveel en te gelaagd om het in te dikken tot een uittreksel dat recht doet aan de rijkdom van het boek. 

De intrigerende titel verwijst niet naar een internet-alias maar naar de postcode van Florian Herscht, het adres van zijn treurige Oostblok woonkazerne in het denkbeeldige stadje Kana* in de Duitse deelstaat Thüringen. Daar gaan meteen alle alarmbellen rinkelen want, AfD, het wemelt daar van overtuigde nazi’s, en zelfs zij die het niet van zichzelf weten hangen het bruine gedachtengoed aan. De harde kern van het ‘Democratisch Peloton’ zetelt op de gammele Burg, in de Burgstraße, met de bedoeling om van daaruit het zieltogende vaderland te verdedigen. Het Peloton is in afwachting van het Vierde Rijk, omringd door een vijandige omgeving van smerig gespuis – want ook het dierbare Thüringen is uiteraard door internationale financiële machten met succes in de handen van de on-nationale overheid gespeeld en ‘… alles was immers verloren gegaan, het glorieuze verleden, de offers, de Duitse heilsleer en ras’.

Op dag X zal er geen genade zijn


Aan het hoofd van het geradicaliseerde gezelschap staat de Boss, de potige en veelvuldig vloekende bezitter van een eenmanszaak, gespecialiseerd in het verwijderen van graffiti. Op de Burg staan ze paraat, tot op dag X, de dag waarop ze zullen zeggen tot hier toe en niet verder – dan zullen ze de wapens opnemen en zal er geen genade zijn. Deze nazi’s zitten niet op toetsenborden te raggen, ze lopen niet met vlaggen in demonstraties mee, nee, aan dat soort kinderachtige poppenkast doen ze niet mee, want het is serieus oorlog. Ondertussen doen ze niet veel meer dan roken, bierdrinken, bockworsten verorberen en van de steun trekken. 

Ooit heeft de Boss Florian uit een weeshuis gehaald, hem onder zijn hoede genomen, onderdak en werk verschaft. Florian is een genie of een dorpsgek, een kolos van een jongen, een kast van een vent, naïef en oersterk, hij tilt met één arm een boomstam op en de Opel van de Boss zonder moeite uit de drek van de berm. De Boss brengt hem het gevelreinigen bij en probeert hem te vormen, door hem ontelbaar veel klappen te geven, hij scheldt hem uit, wil Florian bij het Peloton inlijven en ervoor zorgen dat ook hij tatoeages neemt van een IJzeren Kruis of een adelaar met rode tong. De Boss laat hem oefenen op het Duitse Volkslied, en dan niet alleen dat luizige derde couplet, maar voluit vers 1, Deutschland, Deutschland über Alles, über alles in der Welt, wenn es stets zu Schutz und Trutze brüderlich zusammenhält.

Bach ingelijfd in nationalistisch wereldbeeld

Want die hele shitzooi over dat eerste couplet niet meer mogen zingen is hen immers door de strot geduwd door een of andere liberale bende linkse criminelen. Bovendien heeft de Boss Johann Sebastian Bach als held van Thüringen ingelijfd in zijn nationalistische wereldbeeld. Bach, nota bene, er is tóch nog een andere wereld, die van de schoonheid en de troost!

Maar de verlegen en ontvankelijke Florian is met heel andere dingen bezig. Het universum. Daar is hij sinds zijn avondschoollessen van de natuurkundige mijnheer Köhler doodongerust over – de lesstof over elementaire deeltjes slaat bij hem totaal verkeerd aan. Hij is weliswaar intelligent en ontvankelijk, maar begrijpt niet echt iets (of juist wel?) van de kwantumtheorie en vertaalt die naar zijn eigen gebrekkige systeem. Opeens heeft hij het allemaal door: 

‘Het complete heelal berustte op het onverklaarbare feit dat in een gesloten vacuümruimte op elke miljard materiedeeltjes altijd een miljard antideeltjes ontstonden en dat die tegengestelde deeltjes elkaar vernietigden, tot een moment dat het één-miljardste éérste deeltje opeens, niemand weet waarom, achterbleef in het bestaan, het een-miljard-eerste antideeltje niet kwam opdagen, en dat eerste materiële deeltje bleef dus bestaan, als surplus, een overschot – als een fout, en dat alles daaruit en daardoor was ontstaan, hetgeen dus betekende dat het complexe heelal zonder die fout niet zou bestaan –‘

Brieven aan mevrouw de Bondskanselier Angela Merkel

Iets kan dus uit niets ontstaan en dat jaagt Florian enorme angst aan, want dan kan het omgekeerde ook waar zijn en zou de aarde dus op elk moment zichzelf, door hetzelfde toeval, in één klap kunnen vernietigen. Hij draait volledig door en begint met het schrijven van brieven aan mevrouw de Bondskanselier Angela Merkel. Zij -zelf immers natuurkundige- moet zo snel mogelijk de Veiligheidsraad en alle wereldleiders bijeenroepen om de consequenties van zijn ontdekking te bespreken, want de hele boel gaat naar de afgrond.
Op de envelop in de linkerbovenhoek schrijft hij: Herscht 07769.

Er komt geen antwoord van het Kanzlerambt. Maar wel gebeuren er steeds vreemdere dingen.
Niet alleen brengt het nachtelijk bekladden met graffiti van, godbetert, het Bach Haus in Eisenach het nazi-Peloton in opperste staat van paraatheid (wie heeft dat gedaan? De nazi’s, zeggen de bewoners. Joden! zeggen de nazi’s, en zo cirkelt schuld en vergelding hopeloos rond de haatbubbels), ook verdwijnt mijnheer Köhler spoorloos van de aardbodem en verschijnen er wolven aan de rand van het stadje. Met bloederige bedoelingen.

Razend actueel, onweerstaanbaar geestig en treurig tegelijk

Ondanks de apocalyptische dreiging, die je al lezend, ver weg, op de achtergrond zachtjes hoort meedreunen, en naderbij komen, ontkom je af en toe niet aan een schaterlach, of op z’n minst een terugkerende giechel over de absurditeit, de wanhoop, en tegelijkertijd de herkenbaarheid rondom Krasznahorkai’s tragikomische figuren, want die lopen er ook volop in je eigen leven rond – sterker nog, misschien ben je zélf wel zo’n figuur. De absurditeit van macht en bureaucratie, het extremisme, de visioenen van naderend onheil [hoop is een vergissing] alle hedendaagse maatschappelijke angsten: ze worden je als een spiegel voorgehouden, en je weet niet wat je het eerst of het laatst moet doen, lachen, of huilen. Daarmee is Herscht 00769 razend actueel, onweerstaanbaar geestig en treurig tegelijk. 

Dan is er nog de stijl van Krasznahorkai die niet onbesproken mag blijven. Op pagina 36 realiseer je je verbijsterd, dat je nog steeds met de eerste zin bezig bent. Die zin stopt niet. Er zijn komma’s, geen punten of hoofdletters, de zin houdt honderden pagina’s, ja een heel boek lang aan. Je kunt het dan ook bijna niet wegleggen, je moet door. Krasznahorkai breekt in Herscht radicaal met alle redactionele wetten en brengt een extreme taalstroom op gang, die in een bezwerende, meanderende cadans almaar door dendert, tot aan het bittere einde.
En daar, pas daar staat een punt.

Een komma is leven, een punt is de dood.


László Krasznahorkai’s Herscht 07769
Vertaald door Mari Alföldy
Uitgever(s): Wereldbibliotheek
ISBN: 9789028453043

*Kana is niet echt een denkbeeldige stad: het is een fictieve naam voor het stadje Kahla in Thüringen, vanouds een centrum van rechts-extremisme in Thüringen, onder aanvoering van de zelfverklaarde fascist en antisemiet Karl-Heinz Hoffman, oprichter en naamgever van de terroristische groepering Wehrsportgruppe Hoffmann. Er is nog steeds een porseleinfabriek, zoals die in Herscht beschreven wordt.

Foto: Hpschaefer