Is het afbeelden van een blote vrouw op een kunstwerk altijd fout? Door de eeuwen heen is talloze malen het Bijbelse tafereel van Susanna en de ouderlingen geschilderd of anderszins afgebeeld. Nu, door #MeToo, worden daar vraagtekens bij geplaatst. In Gouda wordt de geschiedenis op een rijtje gezet.
Het verhaal van Susanna en de ouderlingen stamt uit de Bijbel, meer precies uit het boek Daniël, nog preciezer: uit het dertiende hoofdstuk. De badende Susanna wordt belaagd door twee mannen – rechters, Joden, volksoudsten – wanneer ze haar hulpen heeft weggestuurd om olie te halen. De mannen eisen seks, anders zullen ze haar beschuldigen van overspel. De jonge man zou zijn weggevlucht.
Maar ze geeft niet toe, schreeuwt om hulp, waarna de mannen het dreigement ten uitvoer brengen. Ze wordt de volgende dag tijdens het proces niet geloofd en wordt ter dood veroordeeld. Ze bidt fervent en als een reddende engel duikt de jonge Daniël op, die de rechters vraagt de zaak te heropenen en de mannen te vragen waar in de tuin ze haar hadden betrapt. Ze noemden ieder een andere plek, waardoor hun verraad duidelijk werd en zij zelf ter dood werden veroordeeld.
Een simpel verhaal, maar de interpretaties zijn legio. Susanna kreeg allerlei rollen toebedeeld. Ze werd een symbool van huwelijkse trouw, van vertrouwen in God, van kuisheid. Maar ze werd ook een lustobject toen kunstenaars in de eeuwen die volgden haar in al haar naaktheid gingen afbeelden. Maar ze is ook sterk, want ze heeft de belagers weten te weerstaan.
Rond haar belagers ontstond weer een heel andere dynamiek. Het waren twee Joodse mannen en toen ze karikaturaal werden afgebeeld werden zij ook slachtoffers. Zeker toen het antisemitisme opkwam. De aandacht verlegde zich van de blote vrouw naar de voyeurs en belagers, die met stereotiepe eigenschappen werden afgebeeld.
Al deze, soms tegengestelde of deels overlappende aspecten komen aan de orde in de aardige tentoonstelling ‘Susanna – van de Middeleeuwen tot Me Too’ in Museum Gouda, een aanscherping van een eerdere Susanna-tentoonstelling in Köln in 2022.
Als er een constante aan te wijzen is in alle schilderijen, beelden, prenten en andere objecten – zelfs huwelijksgeschenken en huishoudelijke voorwerpen – is het dat Susanna altijd naakt wordt afgebeeld, soms wordt haar een bedekkende lendendoek gegund. Het is seksueel geweld, zo simpel is het. Moest het de 21e eeuw worden voordat het besef kwam?
Was het de kunstenaars te doen om een alibi te hebben, uit de Bijbel nog wel, bij het afbeelden van een naakte vrouw? Het is wel een gedachte die opkomt bij menig kunstwerk dat er hangt. Een Bijbels tafereel, ja ja, maar vooral een gelegenheid om een blote vrouw te schilderen. Met altijd haar rechtschapenheid, trouw en vroomheid als smoes achter de hand.
Een mooi – letterlijk en figuurlijk – voorbeeld is ‘Na het bad’ van Gustave Vanaise (uit 1902). We zien een blote vrouw op haar rug. Op de achtergrond een schilderij van Rubens – met het Susanna-motief.
Subtiel heeft Alfred Hitchcock dit motief verwerkt in de film Psycho. Anthony Hopkins bespiedt de vrouw, die hij even later in de beroemde badkamerscène zal vermoorden, door voor een kijkgat een schilderij opzij te schuiven. Een schilderij van Susanna en de ouderlingen.
De variëteit is dus groot. Op het ene kunstwerk raken de mannen haar aan, op andere loeren ze alleen verlekkerd. Naar de drijfveren van de makers is het vaak raden. Wanneer de belagers karikaturaal als Joden worden afgebeeld, is de politieke dimensie duidelijk. Op zo’n moment is Susanna feitelijk bijzaak en staat ze in haar blote onschuld voor alle vrouwen die door foute Joden worden belaagd, of erger. Maar ook als de mannen het eigenlijke onderwerp zijn, doelwit zelfs, blijft zij bloot afgebeeld. Eenduidigheid is er niet.
De Zwiters-Italiaanse Angelika Kaufmann (1741 – 1807) had mogelijk een andere reden om twee keer een ets te maken met Susanna als thema. De eerste ets, zo staat vermeld, is ‘een zelfportret met ontblote borst en een oudere man die zijn hand op haar schouder legt’.
Op de tweede versie, van een jaar later, staat ook de tweede man en probeert Susanna haar lichaam te bedekken.
De laatste alinea van de toelichting aan de wand is merkwaardig. ‘Het is verleidelijk om de invloed van een persoonlijke ervaring te veronderstellen, maar dan doen we haar kunstenaarschap tekort’. Een boude suggestie, onderzoek dat eerst.
Van Kaufmann is bekend dat ze in haar Londense tijd een slecht huwelijk sloot, maar dat was vele jaren nadat ze deze twee etsen had gemaakt. Goed, laat ik zelf ook niet gaan speculeren.
Hoe anders, en duidelijker, ligt het bij Artemisia Gentileschi (1593 – 1653), de grootste vrouwelijke kunstenaar uit de 17e eeuw – wat goed dat Rijksmuseum Twenthe nu alweer een paar jaar geleden een grote tentoonstelling aan haar kon wijden.
Zij schilderde Susanna maar liefst zes keer – vorig jaar is er nog een ontdekt in Engeland – en hier ligt die ‘persoonlijke ervaring’ voor de hand. Op haar zeventiende werd ze verkracht door haar leermeester, en gemarteld om haar verhaal te verifiëren. Haar schilderij van Susanna en de ouderlingen uit 1694 – het hangt in Brno – is de finale en het kunstzinnige hoogtepunt van de tentoonstelling. Wat een schitterend doek!
Let op de gebogen lijnen waarmee Gentileschi haar heeft geschilderd. De beweging van haar linkerarm, waarmee de kwetsbare Susanna de belagers van zich afhoudt, loopt langs haar rechterschouder door tot haar linkervoet. Vanaf haar hoofd vloeit de lijn langs de linkerkant van haar lichaam tot aan haar rechtervoet.
De draaiende beweging is ook te zien in de rand van de kleine ronde wasbak aan haar voeten. Haar borsten en schoot zijn niet zichtbaar, maar bloot is ze wel. Ook wie de afschuw wil uitdrukken, komt niet altijd om naaktheid heen. Maar haar gekwelde blik laat niets aan duidelijkheid te wensen over.
Op zo’n moment, bij een kunstwerk als dit, gaat het even niet om de boodschap, om het thema, om trouw en eerbaarheid, om Joodse stereotypen, om slachtofferschap, maar om de schoonheid van een superieur kunstwerk.
Vooraf heeft de Goudse museumdirecteur Femke Haijtema op welkomingouda.nl verklaard: ‘Tijdens het maken van deze tentoonstelling bekroop me steeds meer het ongemakkelijke gevoel dat we als beschaafde kunstliefhebbers al eeuwenlang naar de verbeelding van een aanranding zitten te kijken. Best vreemd eigenlijk’.
Klopt. Zo werkt kunst.
Elders in het museum hangt de onthoofding van Jacobus de Meerdere. Een ‘afgrijselijk tafereel’, en niet om iets af te doen aan welke boodschap dan ook: kunst beeldt nu eenmaal vaak leed, pijn, dood en gruwelijke taferelen uit. Aanklacht of slinkse agenda, het blijft lastig.
‘Susanna – van de Middeleeuwen tot Me Too’ in Museum Gouda. Nog tot en met 23 maart.