Recensie: Mathias Enard - Kompas

Het zal ergens in de jaren tachtig zijn geweest dat het bij sommige tijdschriften gebruikelijk werd om de leestijd van een artikel van tevoren aan te geven. In Nederland bij Oor onder andere. Interview met Tom Petty: leestijd 13 minuten. Gemiddeld uiteraard, maar dat is een andere discussie.

In de literatuur zie je dit zelden tot nooit. De Franse auteur Mathias Enard (1972) speelt nu al minstens voor de tweede keer met de leestijd in een roman. De in Nederland helaas niet vertaalde roman Zone (uit 2008) is één lange zin, een monoloog van 500 pagina’s, maar hij gunt de lezer rust door wel met hoofdstukken te werken. Zone beschrijft een treinreis van Milaan naar Rome. De lezer zou één minuut over een pagina moeten doen om het lezen en de reis-monoloog te laten samenvallen. Een soort realtime lezen, te vergelijken met de tv-serie 24, die ook in realtime was gefilmd – met inbegrip van pauzes voor reclame.

In Boussole, zijn nieuwe roman, waarvoor hij vorig jaar de Prix Goncourt kreeg toegekend en die nu is vertaald als Kompas, doet Enard iets soortgelijks. Hier is de aanbevolen leestijd anderhalve minuut per pagina. Niet dat het moet – dat zal de lezer toch potjandorie zelf wel uitmaken. En wie het dan helemaal goed wil doen, zou ‘s avonds laat moeten beginnen om de nacht door te lezen. Zo beleeft de lezer met de verteller samen die doorwaakte, koortsachtige nacht.

De verteller is Franz Ritter, musicoloog te Wenen. Hij is ziek. Wat hem mankeert wordt nog onderzocht, maar hij is aan bed gekluisterd. Om de pijn en dood op een afstand te houden mijmert hij deze nacht over zijn leven. De herinneringen komen af en aan. Herinneringen aan Sarah vooral, zijn even grote als onbereikbare liefde. Samen hebben ze veel gereisd, vooral door de Oriënt.
De vraag die de roman stelt is wat oriëntalisme eigenlijk is. Suggereert alleen het woord al niet dat het een westers concept is? En zo dat het geval is, hoe kijken Arabieren, Noord-Afrikanen, Iraniërs, Syriërs hier dan naar?
Ritter laat zijn leven de revue passeren. Zijn reizen, de boeken die hij las, de mensen die hij ontmoette. Door de koorts is er weinig structuur in het denken deze nacht, zo herinneringen zich überhaupt laten sturen.

ActuaLitté Mathias Enard
(Mathias Enard. Foto ActuaLitté)

Plot zit er bijna niet in. Maar wie maalt om plot zo lang Enard in de van hem bekende lange, gloedvolle, melancholieke, sensuele zinnen een panorama schetst van de cultuurclash tussen westerlingen en het Midden-Oosten. Een soms ijlende verteller is dan handig. Wie en wat er langskomt: schrijvers, boeken, wetenschappers, musici – als het niet zo denigrerend klonk zou je de roman een omgevallen boeken- en cd-kast kunnen noemen.
Maar hoe fascinerend, dit is een niet weg te leggen boek. Een boek ook dat je onwillekeurig naar andere boeken leidt. Het is vrij gewaagd wat Enard al in de eerste bladzijden doet. Hij geeft de zogenaamde inleiding van het proefschrift van Sarah, waarin ze vooral leunt op de roman De blinde uil van de Iraanse schrijver Sadeq Hedayat. Pagina’s lang gaat deze roman eerst over een andere roman. Helemaal achterin, bij de bronnenlijst, wordt De blinde uil dan ook ‘bijpassende lectuur’  genoemd. Niets staat op zich in Kompas, omdat culturele uitwisseling en beïnvloeding de kern ervan vormt.

En zo gaat het maar door met andere boeken, van bijvoorbeeld de Duitse schrijver Jörg Fauser, maar ook met muziek. Zich aan de aanbevolen leestijd houden lukt dan niet, maar het loont de moeite om de roman te (her)lezen met Spotify (of een goed gevulde platenkast) bij de hand. Om te luisteren naar Berlioz, naar Bénédiction van Liszt en naar de onbekende componist Félicien David. Kunst in alle vormen waarin de invloed van de Oriënt voelbaar, zichtbaar, hoorbaar is. Prachtig. Als lezer raak je al net zo in koortsachtige vervoering als Ritter.

Ja, de roman haakt ook aan bij de politieke realiteit van nu. Bij Syrië. Enard dankt in het nawoord andere oriëntalisten, zijn vrienden in Parijs, Damascus en Teheran. “Voor de Syriërs”, zo sluit hij af.
Het om het zo te noemen ‘doorschrijven’ op andere romans, zoals in Kompas gebeurt op De blinde uil van Hedayat, is een klein handelsmerk van Mathias Enard. Eerder deed hij dat, al even subtiel, in de roman Boevenstraat (uit 2012). Deze roman is veel klassieker van opzet. Geen leestijd; wel veel plot. Een roman over de Arabische Lente, die nog niets aan zeggingskracht heeft verloren. Wie zich in wenst in te leven in wat er omgaat in de geest van een jonge Marokkaan, wil voelen hoe Europa aan hem trekt, maar het vaderland evengoed, kan hier terecht. Een leven tussen wanhoop en vrees. Tussen optimisme en fatalisme.
Het ‘doorschrijven’  gebeurt hier met de memoires van Casanova. Lakhdar, de jonge Marokkaan die in Boevenstraat als verteller optreedt, heeft op een gegeven moment een baantje waarin hij allerlei teksten moet overtikken. Van alles wat, maar opeens ook de memoires van Casanova. Op gezette tijden, zelfs als Lakhdar allang in Barcelona woont (in de Boevenstraat), spiegelt hij zijn gedrag aan dat van Casanova.
Literatuur en leven zitten dicht op elkaar in het werk van Mathias Enard. Een verbluffende auteur die, in vliedende zinnen, de grote greep niet schuwt. De dwarsverbanden die hij aanwijst getuigen van een lange, diepe uitwisseling van de westelijke en oostelijke culturen. Wat in Kompas allemaal samenkomt. Deze roman laat zien wat literatuur vermag.

Mathias Enard: Kompas
Vertaling: Katrien Vandenberghe
447 blz., 24,99 euro. (gebonden)
Arbeiderspers

Foto Kathleen