Een trilogie blijft een fascinerend fenomeen. Maar weinig schrijvers durven het aan een trilogie aan te kondigen. Ik heb het al vaker beschreven: wat als de respons op het eerste of de eerste twee delen tegenvalt? Voelt een schrijver zich dan verplicht? Kan hij stilletjes de aftocht blazen? Correct me if I’m wrong, maar heeft Oscar van den Boogaard niet ooit de boel de boel gelaten en is hij voor het laatste deel gestopt?
Wat een schrijver kan doen, is zeggen – zo er al naar gevraagd wordt – dat de volgende delen wat later komen, in de hoop dat er inderdaad nooit meer naar gevraagd wordt.
Javier Marías kondigde zijn trilogie aan, deed er tien jaar over en heeft daar nooit spijt van gehad. Wel kwamen daarna de romans in hoger tempo, maar achter die tien lange jaren zaten ook persoonlijke redenen.
Jón Kalman Stefánsson had graag een trilogie aangekondigd, maar dat vond de uitgever niet wijs. Voor het geval deel 1 het niet zou doen. Bij deel 2 verklaren dat het een trilogie is, is toch minder sterk. Daar heeft hij wel spijt van gehad, zei hij naderhand. Spijt voor dit gebrek aan moed.

Van de Mexicaanse auteur Yuri Herrera (1970) is zojuist een trilogie verschenen. Dit staat fier op het voorplat: Mexicaanse trilogie. Zo fier zelfs dat de titel De koning De zon De dood naar de rug is verbannen.
Met deze trilogie is iets bijzonders aan de hand. De eerste twee delen waren al vertaald en separaat uitgegeven: Kroniek van een hofzanger en Voortekenen van het einde der wereld. Romans oorspronkelijk verschenen in Mexico in 2008 en 2009. Daar heeft Herrera in 2013 – er zat dus vier jaar tussen de delen 2 en 3 – een derde deel aan toegevoegd dat nu is vertaald. Dit komt niet als los deel in de handel, maar de drie boeken zijn in deze uitgave samengebracht. Kan ook makkelijk, want samen zijn ze maar 287 pagina’s dik. (Ja, wie de eerste twee boeken al had, betaalt andermaal. Het zij zo.)
Ik heb Yuri Herrera een e-mail gestuurd, omdat ik benieuwd was of hij van meet af aan van plan is geweest een trilogie te schrijven. Blijkt dat hij tijdens het schrijven van het tweede deel op het idee kwam. Dit is het betreffende deel van de e-mail:

‘I didn’t think initially about these three books as a trilogy, each one is independent in its story, although they share a certain imaginary and certain way of playing with language. So they were thought out by themselves, but when I was writing Signs, the second one, I already was thinking about Transmigration, so, even though they are independent, from that point on I did start thinking about how they were related, thematically, linguistically, rhythmically.’
(Herrera werkt op de universiteit van Tulane, Louisiana, VS.)

Bijzonder aan deze trilogie is het nog niet genoemde aspect van de mogelijke groei die een auteur doormaakt tijdens de jaren dat hij eraan schrijft. Vooral bij een beginnende schrijver zou dat het geval kunnen zijn en bij Herrera is het zo. Deel 3, De transmigratie der lichamen, is zo veel beter dan de eerste twee dat er sprake is van een heuse finale.
Het klopt wat hij zegt: thematisch, linguïstisch en ritmisch zijn de romans (novelles?)  verwant. Wat ze ook delen is de focus op één figuur. Een soortement hofnar in drugskringen in het eerste boek, een zuster die haar naar de VS ‘verhuisde’ broer wil terughalen naar Mexico in het tweede en een advocaat voor kwade diensten in het derde. Vanaf de schouders van deze drie personages laat Herrera de lezer de verrotte, gewelddadige, koortsachtige, oververhitte, schrale wereld zien die Mexico in zijn schrijversogen is. Dit is de wereld van de drugs, de oorlogen tussen de bendes en de kartels, de vetes van families, de wanhoop die sommigen naar ‘de overkant’ (lees de VS) doet vluchten. Een wereld zonder vooruitzicht, toekomst, hoop. Er is alleen zon, armoede, leegte, geweld, gekte, macht en onmacht. En mescal.

Taal is een van de bindende factoren binnen de trilogie. Vertaler Heijo Alting verdient een pluim voor hoe hij de straattaal en particuliere woordenschat van de personages heeft vertaald. Neologismen te over. De grootste vondst is finsteren. Het woord is hiermee aan het Nederlands toegevoegd. Het staat voor: plotsklaps verdwijnen, of: in een handomdraai wegwezen. Zo mooi omdat er het Duitse ‘finster’ in doorklinkt: duisternis. Wat dan in deze boeken betekent: in het donker opgaan. Want dat is zo apart aan deze uitbeelding van Mexico. De wereld hier is zonovergoten, maar duister tegelijk.
Voor wie de beeldspraak (te ver) wil doorvoeren: achter finsteren zit een echo van fistera en Finisterre. Spaans voor het einde van de wereld. Wat weer heel goed van toepassing kan zijn op de onherbergzame romanwereld van Herrera. Of deel 2 nou speelt in de woestijnen van de VS en deel 3 in een door een epidemie stilgevallen stad, alles voelt afgelegen, als een wereld verderop.

Deel 3, het nieuwste deel, is het beste. Waarschijnlijk omdat Herrera in die vier jaar veel heeft bijgeleerd. Het is in dit deel dat de mooiste beschrijvingen zitten, de fijnste oneliners. Hier weet hij de personages in een bijzin weg te zetten.
De Mediateur, zoals de gesjeesde rechtenstudent heet rond wie het verhaal zich afspeelt, woont in het Grote Huis. Daar woont ook Driedubbelblond, een ouderwetse Mexicaanse stoot die hij graag eens vleselijk tot de zijne zou maken – wat hem zowaar lukt. Nooit meer zeggen dat over seks niet te schrijven valt, lees Yuri Herrera over de poging tot paring, met voor- en naspel. Zo kan het, nog steeds.
De koorts in de stad komt in de overtreffende trap nu er een epidemie heerst. Een mug, mogelijke een Egyptische, zaait dood, bloedhoesten en verderf. Iedereen draagt mondkapjes, zelfs de strippers in de bordelen en danshuizen. Helemaal naakt, maar wel met een mondkapje.
Hij wordt geroepen bij twee verdwijningen uit families die ooit berooid waren en nu de dienst uitmaken. Een zoon van de een, een dochter van de ander. Ja, de zoon heet Romeo, maar dit is niet zo’n verhaal. Dit is eerder een hard-boiled detective, waarin De Mediateur als een Mexicaanse neef van Philip Marlowe rondrijdt en een eigen plan trekt. Hard-boiled volgens de regels. Expliciete seks, een duistere stad, meer nadruk op sfeer en decor dan op plot en rappe gesprekken. Lekker.
Knap hoe Herrera soms dicht op de man zit, soms in zijn hoofd, soms hem van afstand beschrijft. Hij schrijft niet met een mondkapje, maar onvervaard en met dampend proza. Strak en hard qua verhaal, maar niet zonder kwetsbaarheid van de personages. Wat een fijne diepgang verleent aan hun lijden, want dat ze het niet makkelijk hebben in deze wereld waarin de macht en hiërarchie vast liggen is evident.
Een wereld zonder vooruitzicht, waar De Mediateur klusjes opknapt. Hij is als een schroevendraaier, schrijft Herrera ergens, die men na gebruik weer terug legt in de gereedschapskist. In een wereld waarin men zich niet druk maakt. Waarom zou je? De tijd is te kort om je voor je naasten te interesseren. Maar wel goede omgangsvormen s.v.p. Dat helpt bij het afstand houden van elkaar. En anders is het een kwestie van op het juiste moment te finsteren.

Yuri Herrera: Mexicaanse trilogie: De koning De zon De Dood.
Vertaling: Heijo Alting.
287 blz., 19,99 euro.
Wereldbibliotheek