David Vann heeft een lezerspubliek aan zich weten te binden met een serie romans (en samenhangende verhalen) waar zijn familiegeschiedenis flink aan heeft bijgedragen. Waarbij het woord familiegeschiedenis geen valse verwachtingen moet wekken. Vann’s familie is zwaar op de proef gesteld door een aantal zelfmoorden die werden gekenmerkt door een wrede dramatiek.
Een man schoot zichzelf door het hoofd terwijl hij zijn vrouw aan de telefoon had. Dan is er meer aan de hand dan levensmoeheid, ondraaglijk lijden, uitzichtloosheid of wat verder een reden voor suïcide kan zijn.

David Vann (Alaska, 1966) plaatste de personages in zijn romans in aardse decors en situaties zonder luxe, plekken zonder comfort en veiligheid. Zodat er geen hulp van buitenaf mogelijk was en ze op elkaar waren aangewezen. Situaties waarin niets waardevrij is en elke handeling een bedoeling krijgt. Schaken, maar dan met extra dimensies en echter dan levensecht. Kou, zand, droogte. Een eiland, water, afgelegen. Vuur, hitte, druk. Alle varianten kwamen langs in Legende van een zelfmoord, Caribou Island, Dirt, Goat Mountain, Aquarium. Tot hij vond dat hij deze familiegeschiedenis voldoende had uitgeput. David Vann kondigde aan een roman te schrijven over Medea, de tragische Griekse vrouw, berucht uit het theaterstuk van Euripides.

Medea, zij die als ultiem offer haar eigen kinderen doodde. Al millennia nu stelt het stuk makers, beschouwers en toeschouwers voor essentiële levensvragen. Verdient zij begrip of was Medea een verblinde, egocentrische bruut? En alle varianten daartussen, vaak afhankelijk van het tijdgewricht.

De aankondiging van Vann was ferm en zelfverzekerd, waarbij moet worden opgemerkt dat het niet de stijlbreuk is die het lijkt. ‘Al mijn romans zijn Griekse tragedies’, schrijft hij in het dankwoord achterin zijn verbijsterende Medea-roman Klare lucht zwart. Hij noemt zich een ‘neo-classicistisch schrijver’.
De inzet is groot. Wie het genoegen heeft gehad Vann te ontmoeten weet van zijn fanatisme en gedrevenheid. En van zijn vasthoudendheid. Eenmaal ergens door gebiologeerd zal hij het pad niet verlaten. Medea, zo schrijft hij, las hij 25 jaar geleden voor het eerst en wat volgde was: een workshop feministische filosofie, een studie Latijn, het vertalen van Ovidius, de studie van alle werken van Chaucer, Oud-Engels leren, Beowulf vertalen en het bestuderen van de hel in literatuur en beeldende kunst, bij Dante, Blake en anderen. Met al die tijd Medea in zijn achterhoofd, totdat hij kennelijk zo ver was dat hij zijn roman over haar kon schrijven.

Maar eerst deed hij veldwerk. David Vann is geen kamergeleerde, hij gaat als het kan ter plekke. En hoe, in dit geval. Hij kon samen met archeologe Cheryl Ward een reconstructie maken van een Egyptisch zeilschip, inclusief de tuigage. Voor een tv-serie: Building Pharaoh’s Ship. Hij werd gezagvoerder op de reis op de Rode Zee, een reis die de Argo, het schip van Jason en de Argonauten, heeft gemaakt in de Griekse mythen. Daarnaast heeft Vann met zijn eigen zeilschip een tocht langs de Griekse eilanden gemaakt.

Wat gebleven is, in relatie tot zijn eerdere romans, is de aardsheid. Geen centaurs of vliegende strijdwagens, waarschuwt hij. Hij plaatst Medea op de Argos, ze is op de vlucht voor haar vader. Het Gulden Vlies is er. Ze heeft Jason geholpen het te stelen. Waarna hij beloofde haar te zullen huwen. Het hangt, strooiend met haar waarde, achteloos in het tuig. Ze heeft haar broer Absyrtus vermoord, de stukken van zijn lijk liggen rondom haar op het schip. Soms ‘voert’  ze haar vader een been. Haar dode broer als aas, terwijl ze haar vader ook vreest. Hij zal het lichaamsdeel willen opvissen, wat Medea tijdwinst oplevert.

Ze voert een schrikbewind uit over de roeiers. De Argonauten vrezen haar. Ze eist van hen offers aan Hekate, de Godin die Medea vreest en voor zich hoopt te winnen. Jason is er. Hij zwijgt, houdt zich op de achtergrond en laat de furie razen. Soms bezoekt hij haar ‘s nachts. Tot zijn verraad volgt, verraad in Medea’s ogen althans. Waarna ze meent niet anders te kunnen dan haar eigen kinderen te doden.

De verbetenheid en vasthoudendheid van Vann’s eerdere werk werkt ook hier wonderwel. In jachtige poëtische zinnen, meestal zonder persoonsvorm of andere werkwoordsvormen (zie ook de titel), drijft hij de vertelling voort. In het tempo van de razernij in Medea’s getormenteerde brein, niet dat van de roeiers. Dit boek pulseert, de hamerende beelden tonen Medea in haar razernij, twijfel en gekte. De roman overtuigt door stijlvastheid. Geen modernismen, geen relativering, geen alledaagsheid, geen vluchtwegen. Het verbluffende resultaat van lang nadenken, onderzoeken, ervaren en dan de tijd rijp weten. Dit, dit, dit, alleen zo.

David Vann: Klare lucht zwart
Vertaling: Arjaan en Thijs van Nimwegen
238 pagina’s, 19,95. De Bezige Bij.

foto schip Savas