Ze schrijft in boeken die ze leest. Zet streepjes in de kantlijn, codeletters voor wat ze ervan vindt (m=mooi, ;-)=grappig, vr= hierover een vraag stellen in het geval ze de schrijver gaat interviewen) en zet ze – als ze uit zijn – in haar boekenkast, op alfabet.


Een klein deel van het antwoord hoe Lidewijde Paris leest, zit daarin al verscholen. Ze leest en denkt tegelijk na over wat ze ervan vindt, hoe de roman in elkaar zit en wat het met haar doet. Lezen lijkt voor Lidewijde Paris geen ontspanning, lezen is actie.
Alleen al daarom is Hoe lees ik?, een antwoord op die vraag in 286 bladzijden, heerlijk. Lidewijde Paris leest veel. Weet veel. En deelt dit met de lezers van Hoe lees ik? Ze strooit met literaire termen die jonge mensen – als ze ze op school moeten leren – van lezen afduwen. Raffung und Dehnung, fabel en sujet, ab ovo, in medias res, post rem… Het zijn de termen die je vroeger uit je hoofd moest leren tot je er dol van werd. Ze smijt met titels en schrijvers die als voorbeeld dienen voor wat ze wil vertellen. Tegen het eind van Sefi Atta, Chicxulub, een verhaal van T.C. Boyle, April van Olaf Olafsson. Maar ook Julian Barnes, Philippe Claudel en Kader Abdolah.
Ze breekt een lans voor Max Havelaar; roman, pamflet en raamvertelling ineen. ,,Multatuli legde Max Havelaar een ongelooflijke verantwoordelijkheid op: het moest de politiek in onze koloniën veranderen, het moest een einde maken aan de onderdrukking. Dat vind ik ook nu nog, telkens als ik erover nadenk of vertel, zoiets geweldigs: dat een man die zijn politieke punt wilde maken, iemand die geen gehoor heeft gevonden bij hét medium van zijn tijd, de krant, zijn toevlucht neemt tot een roman! En dat die misschien niet gewerkt heeft als politieke daad, maar wel voor altijd geschiedenis heeft gemaakt als dé grote vernieuwende roman van de literatuur.” Als ze het nu herleest, maakt het meer dan honderdvijftig jaar na verschijnen, nog steeds indruk op haar.
Met Lidewijde Paris krijg ook ik zin om Max Havelaar onmiddellijk uit de kast te halen en opnieuw te lezen. Want dat is haar grote kracht. Ook wie vertrouwd is met perspectief, personale vertellers, structuur, motief en alle technische literaire termen die je maar kunt bedenken, heeft ze behoorlijk wat te bieden. Het kleine meisje van meneer Linh, een boek van Philippe Claudel, staat nog niet in mijn boekenkast. Maar dat moet onmiddellijk veranderen. Ik wil het lezen, en wel nu!
Dat is wat Hoe lees ik? zo prachtig maakt. Lidewijde Paris mag strooien met de begrippen die veel mensen als saai zullen afdoen, ze doet het met zo’n enorm enthousiasme en flair dat het aanstekelijk werkt. Ze is de lerares Nederlands die je iedere jong volwassene gunt. Zet haar voor de klas en lezen wordt hip, hot en cool.
Je krijgt de argumenten in handen waar je soms om verlegen zit. Want ze heeft het ook over Dan Brown’s Da Vinci Code. Ze stampt de mensen die in het genre zijn blijven hangen niet de grond in, maar laat zien dat het geweldig kan zijn om je te laten uitdagen door Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel Marcia Marquez of Dertien van David Mitchell. Lidewijde Paris daagt uit, en dat is haar grote kracht.
Want het is niet alleen haar eigen plezier In literatuur dat ze wil delen. Wie zich afvraagt waarom ze heel Nederland aan het lezen wil krijgen, kan het tussen de regels door lezen. Haar missie staat ergens tegen het einde van Hoe lees ik? voorzichtig verstopt. Het is een stukje waarin ze zich verontschuldigt voor zo veel aandacht voor de techniek en het vakmanschap van de schrijvers die ze bespreekt. ,,Aan de schoonheid van een vergelijking of een beeld heb ik nauwelijks aandacht geschonken. Het ritme van een sublieme zin, de opeenvolging van klanken die onomatopoëtisch of allitererend een eigen verhaal vertellen… ik heb het links laten liggen.”
Het gaat haar erom dat alle stille signalen die ze zo analytisch heeft doorgenomen, ervoor zorgen dat de lezer emotioneel betrokken raakt bij de helden in het boek. Het is de techniek en het vakmanschap van de schrijver die ervoor zorgen dat de lezer zich identificeert met een papieren personage en elementen van zijn eigen leven herkent. ,,Ik ga meeleven en maak de ervaringen door van de personages in het verhaal.” En door te ervaren, zegt ze, leren we vele malen meer dan wanneer we iets ‘droog’ lezen, horen of zien. ,,Lezen is dus eigenlijk iets leren van het leven en de ideeën van de schrijver.”
Onderzoek heeft aangetoond dat lezen de empathie vergroot. ,,Maar niemand durft hardop te verkondigen dat door lezen terreur kan worden voorkomen.” Ze schreeuwt het niet van de daken, maar eigenlijk is dat haar drijfveer. Betere mensen van ons maken. Een betere wereld krijgen. Dat is wat kunst, literatuur, kan doen.
Waar anderen tekort schieten in hun missie, die elitair kan lijken, maakt Lidewijde Paris kans van slagen. Haar aanpak is enthousiast, nieuwsgierig, bevlogen en interessant. Ja!, ze is belezen. Ja!, ze weet veel. En ja!, je zou haar erudiet kunnen noemen. Ze zou makkelijk op eenzame hoogte kunnen staan samen met al die andere belezen figuren waar veel mensen zich niet mee willen identificeren. Maar Lidewijde Paris haalt de sokkel onder de literaire elite vandaan. En daarmee plaatst zij zich onder de mensen, onder mensen zoals ik en jij.
Ze weet veel, maar zeker niet alles en legt de nadruk op wat ze niet weet. ,,Ik kan een boek literair vinden, maar toch niet interessant. Ik kan de kunst en het vakmanschap ervan bewonderen en er toch niets mee hebben. Dat kan aan mijn gebrekkige of eenvoudigweg andere referentiekader liggen.”
Eerder al merkte ze op: ,,Ik vind dat ik bij het lezen de baas ben, en niemand anders.” En dat is waarom de missie van Lidewijde Paris, haar virus, zomaar iedereen zou kunnen besmetten. Besmetten met het lees-virus.

Lidewijde Paris zou ik voor iedere klas willen hebben. Als leider van elke leesclub. Als spreker in iedere boekhandel. Ze kan zich niet opsplitsen, maar gelukkig hebben we haar boek. Hoe lees ik? is er om gelezen te worden, maar ook om door te geven. Om besmet te worden en het virus weer door te geven. We weten nu hoe dat moet.

Lidewijde Paris: Hoe lees ik?
Nieuw Amsterdam, 17,99 euro

reading