De fascinatie is blijvend, gezien de overeenkomsten. In 1973 publiceerde Louis Paul Boon een boek, geschreven op basis van krantenknipsels, dat indirect ging over de moord op Sharon Tate. In  1969 verschaften discipelen van de gestoorde hippie annex sekteleider Charles Manson zich toegang tot de villa van Tate, de vrouw van filmregisseur Roman Polanski. Ze was acht maanden zwanger en werd bruut vermoord, evenals vier anderen die min of meer toevallig in het huis in Californië aanwezig waren.

Boon schreef er een boek over dus, getiteld De meisjes van Jesses. Hij koppelde de moordpartij aan het bijbelboek Openbaringen, maar wat hem vooral fascineerde was Tate als cultuuricoon. Zoals hij eerder, veel eerder zelfs, al had geschreven over Marilyn Monroe. Nu was Boon sowieso gefascineerd door vrouwen, maar wat aan de moord op Tate en haar vrienden opviel, was dat drie van de vier daders vrouwen waren. De meisjes van Jesses.

Hoe had Manson deze vrouwen zo ver weten te krijgen dat ze voor hem gingen moorden? Het is ook een van de vragen die ten grondslag ligt aan het debuut van Emma Cline (27), dat zowaar de titel De meisjes draagt. De meisjes verschijnt 15 juni zo ongeveer wereldwijd; het is een van de vooraf geroemde, grote romans van deze zomer. Hype ligt op de loer, maar de roman maakt de reuring waar.

Deze lange inleiding mag niet de indruk wekken dat Cline’s debuut een roman is over de Manson-moorden. Oók over de moorden. Om die verhaallijn in het boek in de tijd te plaatsen moet het worden genoemd – elders zal worden geschreven over de kleine hausse aan boeken die in de jaren zestig spelen. De moorden komen er ook in voor, de hele aanloop, en een deel van het naspel.

Maar De meisjes is in feite niets anders dan een zeer geslaagde coming of age-roman waarin de nadruk ligt op beïnvloeding, loyaliteit, ontluikende liefde, jaloezie, groei en onzekerheid, eenzaamheid, de aantrekkingskracht van waanzin, de dunne scheidslijn tussen gekte en vrijheid en niet in de laatste plaats de relatie met ouders. Sterker nog: de beste delen van het boek zijn juist niet die bij de sekte of de moordpartij. De beste stukken zijn de gesprekken tussen Evie, zoals het hoofdpersonage heet, en haar moeder. En de gesprekken van de latere Evie met twee jongeren die haar aantreffen in een verlaten, tweede huis van een oude vriend. De meisjes is een raamvertelling, waarin de dwarslatjes van het raam zo nu en dan door de andere verhaallijn steken.

Evie kijkt op latere leeftijd terug op de geschiedenis in 1969. Beetje bij beetje komt de lezer er achter dat zij bij de sekte heeft gezeten. Eerst kan zelfs niet worden uitgesloten dat ze bij de moorden aanwezig is geweest of zelfs heeft deelgenomen.

Ze is in een huis van een oude vriend, ze heeft de wereld en haar geschiedenis achter zich gelaten, maar dan komt de zoon van de oude vriend binnenvallen. Hij hoopt er met zijn erg jonge vriendin de nacht door te kunnen brengen. Het zet de machinerie van de herinnering aan 1969 in werking.
Niet in de laatste plaats natuurlijk omdat het meisje dat komt aanwaaien net zo jong/oud is als Evie in 1969. Ze herkent de situatie, ze herkent de rituelen, de machinaties. Het stoer houden. En de beïnvloeding, het meegaan in een handeling waar ze moeite mee heeft. Maar wat je vooral niet wil is uit de toon vallen of uit de groep. Dit is van altijd, zo laat Emma Cline zien.

Het binnenverhaal van de roman is dat van de jonge Evie, veertien is ze. Ze kan moeilijk vriendschappen onderhouden. Ze raakt geboeid door een donkerharig meisje. Deze Suzanne acteert stoïcijns, maar bij een zoveelste ontmoeting kan Evie zich toch bij haar aansluiten. Van Evie’s kant is er sprake van verliefdheid, ze is tot alles bereid, maar Suzanne is de leider van een clubje jongeren dat rondhangt bij ene Russell.

In hem mogen we een Manson-achtige figuur herkennen, al geeft Emma Cline weinig voorbeelden van de rabiate gekte die Manson voortdreef. Nog een indicatie dat de moorden niet op de voorgrond staan in deze roman.

Evie doet wat Suzanne zegt. Of ze doet wat Russell wil. Om aansluiting te krijgen, steelt ze geld uit moeders portemonnee. Want soms gaat ze nog naar huis. Deze scènes zijn de beste in het boek, de gesprekken tussen de jonge Evie en haar moeder, die wanhopig op zoek is naar een nieuwe man. Waar Evie bij de sekte enorme naïviteit tentoon spreidt, is ze thuis de geslepenheid zelf. Ze doorziet alles.

Over haar uiteindelijke rol bij de moorden, kan hier niet worden geschreven. Wel wordt het tijd de schrijfster te prijzen voor de fenomenale zinnen waar ze de lezer op trakteert. Elke zin is goed, elke zin bevat iets onverwachts in formulering, logica, verbeeldingskracht. In het middendeel is de brille even weg, wat te maken moet hebben met het gegeven dat Emma Cline zich daar echt op het moordverhaal moest richten. Later mag het weer mooi, afwijkend en kleurrijk. Laat ik het nog een keer zeggen: onwaarschijnlijk mooie, knappe zinnen.

Over het moordverhaal nog dit. Ze heeft de daders en de slachtoffers, de opdrachtgevers en verder echt iedereen een andere naam gegeven. Geen hinten naar de echte namen. Het effect hiervan is dat Emma Cline ervan uit te lijkt te gaan dat iedereen precies weet wie wie is. Alsof het een feitelijk verslag zou kunnen zijn. Wat helemaal niet zo is. Een van de vele, vele positieve aspecten van dit spectaculaire debuut. Mogelijk dat het om de verkeerde reden – de moord – gelezen gaat worden, maar dan is de lezer wel door ruim driehonderd pagina’s in prachtige stijl geschreven proza gegaan.


 

Emma Cline: De meisjes.
Vertaling: Tjadine Stheeman
310 blz., 19,99.
Lebowski

foto Tom Simpson