De fallus is op de keper beschouwd niet meer dan een overschatte paddenstoel

Wie in het kader van de Boekenweek gebaande paden wil vermijden, maar toch iets zeer lezenswaardig zoekt rond het thema Verboden Vruchten, zou de e-mailroman Het Schelling Project van Peter Sloterdijk kunnen proberen. Wetenschappers willen nader onderzoek naar de idee dat het vrouwelijk orgasme het doel is van de evolutie.


Romans met verschillende vertellers gaan nogal eens mank aan het gegeven dat die vertellers allemaal met dezelfde stem spreken. Het is een vreemd verlangen – een soort realismewens – om de personages aan hun eigen stijl, woordkeus en (gebrek aan) eloquentie te willen kennen, dat weet ik, maar dat ieders kant van het verhaal ook gepaard zou kunnen gaan met een eigen stem lijkt me niet te veel gevraagd. De auteur heeft tenslotte zelf bedacht meerdere vertellers op te willen voeren, mogen ze dan ook qua taal mogen verschillen?
Het is een vorm van zelfbedrog, ook dat weet ik, want de personages komen allemaal via die ene auteur tot mij. De naam die op het titelblad staat. En toch.
Er zijn ook voorbeelden waarbij ik dit principiële bezwaar helemaal geen bezwaar vind, en het jongste voorbeeld is Het Schelling Project van de Duitse filosoof en schrijver Peter Sloterdijk (69), de man van Kritiek van de cynische rede en Sferen. Het is een en al Sloterdijk dat van de pagina’s springt. Wat maakt het mij uit bij wie van de vertellers hij zijn kleine en grote filosofieën en -fietjes in de mond legt, zo lang hij ze maar zo lustig rondstrooit als hij doet in deze heerlijke roman.

Na De zevende functie van taal van Laurent Binet ligt hier weer een roman voor waarin flink de draak wordt gestoken met de filosofie, uiteraard zonder dat Sloterdijk de kans laat lopen de nodige serieuze zaken aan te kaarten. De filosofie leent zich heel goed voor satire, want dat er de nodige humbug aan elkaar gedacht wordt, zal zelfs de ernstigste wijsgeer moeten toegeven.
De roman als vorm leent zich bij uitstek voor de combinatie ernst en luchtfietserij. Juist omdat in de roman tussen beide velden geen barrières staan. Meent Sloterdijk het nou of meent hij het niet? Een enkele Duitse criticus vond van deze roman dat de wetenschap er nogal bekaaid vanaf komt. Wat wil je ook als de auteur een vijftal bevriende wetenschappers opvoert die hopen een overheidssubsidie los te weken voor een bijzonder onderzoek. De doelstelling wordt uiteraard verwoord in het verplichte jargon, maar de basisidee die onderzocht zou moeten worden is de stelling dat het vrouwelijk orgasme het doel is van de evolutie.
Wat we te lezen krijgen zijn de e-mails die ze aan elkaar sturen. Het zijn een biologe, etnoloog, twee filosofen, wetenschapsjournalist en er is ook een vrijmoedige dame die conferentiemanagement op haar naambordje heeft staan.  Hun namen zijn geplukt uit de rafelranden van de realiteit. Sloterdijk heet Peer, maar er is ook een stijve heer die Mösenlechzner heet en dat lijkt mij eerder een achternaam die op een particuliere, erotische liefhebberij duidt dan iets anders – overigens is dat bepaald geen liefhebberij van hem, wat de naam des te komischer maakt.

Tot de meer serieuze thema’s in deze roman hoort de passage over overlap en verschil tussen de scheppingsmythes en evolutie.
‘Hieruit ontstaat de zich al sinds onheuglijke tijden ontwikkelende affaire tussen God en ei. God staat hierbij voor de geest- of spermazijde, het ei is de dimensie van de materie of de natuur’. De keuze waarvoor de ontwikkeling zich geplaatst ziet, laat zich eenvoudig schetsen: ofwel God legt als opperreptiel of overvogel het eerste ei in een chaotisch nest. Nadat de schaal is gebroken, komt de wereld tevoorschijn. (…)
Ofwel men kan zich evengoed ook het omgekeerde voorstellen: het eerste ei, een perfect wereld-ei dat al perfect was voordat het werd gelegd, biedt de god de gelegenheid eruit te kruipen.’
Is dit al vrij maf, Sloterdijk voegt er het volgende intermezzo van de notuliste aan toe, overigens tussen haakjes: ‘De kring spreekt inmiddels al enige tijd met elkaar alsof er een joint de ronde heeft gedaan’.

‘Er is niets komischer dan een erectie’

De onderlinge verhoudingen van de vijf blijken complex. Een van de heren schrijft in een e-mail over zijn deelname aan een bizar, vrijmoedig ritueel waarbij hij op een gegeven moment gemeenschap met een deelneemster heeft. Hoe hij zijn best ook doet: ‘De ironie wilde niet werkelijk wijken van het gezicht van de vrouw’. Na interventie van de cursusleidster beleeft de vrouw, terwijl de man in een lachbui is uitgebarsten, tot een climax die ongekend is. ‘Ik heb van mijn leven niet meer zo’n hoogtepunt bijgewoond’. Waarop hij, buiten de groepsmail om, een bericht ontvangt van filosofe Desiree von Lippe dat zij deze vrouw was.
En zo zijn er meer dwarsverbanden. (Nog los van het feit dat dit verhaal gespiegeld wordt door een verhaal van Harold Brodkey waarover ik verderop nog te schrijven kom.)

Het is dezelfde Desiree die met een prachtige uiteenzetting komt over de geschiedenis van het ei in de evolutie. Eerst was het ei het enige voortplantingsmechanisme. Een ei, dat zich naar buiten het lichaam heeft verplaatst. Bij vissen kan het mannetje er vervolgens met gemak zijn zaad over uitstorten.
Maar toen kwam het zoogdier en werd het ei naar binnen verplaatst. Het mannetje moest vanaf dat moment maar zien dat hij tot het ei aan toe wist binnen te dringen. Dat gaat met minder gemak en gaat alleen met toestemming. Waarvoor tact en verleidingskracht nodig is. ‘Soeverein is diegene die beschikt over de toegang tot het binnenste’. De vrouw.
‘Elk mensenvrouwtjeslichaam bevat een afgeschermd binnenste. (…) Zie, vrienden, de evolutie is nooit voor idioten geweest. Als ze tot doel had gehad de vrouwen van een tweevoetige zoogdierensoort aan de zichtbare macht te brengen, zou de promotie van de man tot haar povere pralerij nooit hebben plaatsgevonden’.
De man?
‘Het fallische gedrag van de man is niets anders dan een manoeuvre om de vernedering als gevolg van het wegstoppen van het ei in de baarmoederlikje bijna-onbereikbaarheid te verdoezelen. Wat is een erectie anders dan een merkwaardige vlucht naar voren? (…) Er is niets komischer dan een erectie. De fallus is op de keper beschouwd niet meer dan een overschatte paddenstoel.’

 

‘Geen mens kan van gassen afstammen’

Het Schelling project bestaat uit drie delen. Het middelste is de stevigste kost, alsof Sloterdijk het toch niet kon laten. Terwijl hij op z’n sterkst is in passages in de delen 1 en 3 als hij serieuze thema’s weet onder te brengen in het discours tussen de wetenschappers. Bijvoorbeeld de passage over water.
Al vanaf de oertijd, schrijft hij, wist de mens niet beter dan dat het water wel het oerelement moest zijn waaruit al het leven was ontstaan. Tot de scheikundige Lavoiser in 1783 aantoonde dat water is samengesteld uit twee gassen. ‘Vanaf dat moment zijn wij wezen. Geen mens kan van gassen afstammen’.
De Nederlandse denker des Vaderlands, René ten Bos, heeft in zijn hoofdwerk Water hier ook al over geschreven. Ten Bos wees er op dat Sloterdijk doet aan ‘ amfibische antropologie’. Hij zou de mens zien als een wezen dat niet aan land is gebonden.

En passant ontrukt Sloterdijk de Amerikaanse schrijver Harold Brodkey aan de vergetelheid door de loftrompet te steken over diens verhaal ‘Onschuld’, te vinden in de bundel Verhalen op vrijwel klassieke wijze. Een verhaal over het seksleven van de studente Orra, die als verteller optreedt en ondanks alle inspanningen nooit een orgasme heeft beleefd. Zie je wel, concludeert ze, het heeft nooit aan haar gelegen; haar minnaars hadden gefaald.’Er bestaat in heel de erotische literatuur, dat weet ik zeker, geen passage die kan tippen aan die waarin Brodkey Orra’s bevrijding beschrijft’.

Dat maakt het gemakkelijk. Deze Boekenweek antiquarisch op zoek naar die oude Brodkey, een van de mooiste verhalenbundels van de vorige eeuw, of naar de nieuwe roman van Peter Sloterdijk.

Peter Sloterdijk: Het Schelling project
Vertaling: Huub Stegeman
218 blz, 20,- euro
Uitgeverij Boom

foto Peter Sloterdijk: Fronteiras do Pensamento | Greg Salibian