Zeven jaar kwam hij niet op het Boekenbal. Nu moet hij wel. Herman Koch schrijft het Boekenweekgeschenk 2017. In zijn laatste roman, Geachte Heer M. geeft ’s Neerlands best verkopende schrijver alles en iedereen er van langs. Zijn lezers. Zichzelf. En het Boekenbal.


 

Laten we het over het Boekenbal hebben. In Geachte Heer M. zet je Nederlandse schrijvers neer als jaloerse zuipende geile zeikerds. Is het echt zo erg?
,,Kan ik dat zomaar zeggen? Dat heb ik mij ook afgevraagd. Ik zou mezelf niet zo typeren, in ieder geval.”

Hoe zou je jezelf typeren?
,,Soms ben ik iets te vals bescheiden. Want ik kán het gewoon, schrijven. Maar ik kan mezelf goed relativeren. Aan de andere kant kun je de schrijverswereld niet zo op de hak nemen als ik doe, zonder zelf buiten schot te blijven.”
In de passage waarin Herman Koch het Boekenbal aanpakt, laat hij de vrouw van M. met een smoesje thuisblijven. Zij kijkt liever voor de zoveelste keer de tekenfilm Dombo, dan dat ze meegaat naar die poppenkast. Zelf gaat Koch al jaren niet meer. ,,Soms ga ik dezelfde avond uit eten. Dan geniet ik er gewoon van dat ik dáár niet ben. Ik doe vast iets leukers nu, denk ik dan.”
Eerlijk is eerlijk: ,,Ik ging er vroeger natuurlijk met de grootste gretigheid naartoe. Bij mij kwam jaren geleden een verzadigingspunt. Het bier is lauw, je moet in de rij staan voor muntjes; een personeelsfeestje is nog leuker.”

Hoe denk je dat Geachte Heer M. wordt ontvangen?
,,Sommigen zullen de humor ervan inzien, anderen ab-so-luut niet. Maakt mij niks uit, nee. Dat het Boekenbal een overschat middenstandsfeestje is, is gewoon nog nooit door iemand opgeschreven. Ik denk dat veel mensen het een opluchting vinden dat ik het nu eens doe. Bovendien. Tegen wat ik schrijf is moeilijk iets in te brengen. Het valt niet te ontkennen.”
,,De niet-zo-slimme types zullen het meest verontwaardigd zijn.” Harde lach. ,,Dus als er mensen beledigd zijn: Jullie zijn niet zo slim!”

 Je zegt dat het eerste hoofdstuk vertelt wat voor boek Geachte Heer M. is. Is dat ook zo?
,,Ik kreeg gisteren toevallig een WhatsAppje van iemand die het eerste hoofdstuk had gelezen. ‘Dat smaakt naar meer’. Dus het geeft een indruk, maar je weet natuurlijk niets. Je krijgt het idee dat het hele boek een brief is. Toen ik ging schrijven dacht ik ook dat het een brief zou worden.”

Vanuit welk idee ben je gaan schrijven?
,,Het is begonnen met de titel en de gedachte dat ik een ik-personage aan het woord zou laten die zich richt tot zijn bovenbuurman, een schrijver. ‘Nooit verstuurd’, zou ik onder de brief zetten.”
Hij moet erbij zeggen dat hij de eerste hoofdstukken twintig jaar geleden heeft geschreven. ,,Ik wilde een korte roman waarin een man zich als een sluipwesp in het leven van een schrijver zou nestelen, zonder dat deze weet dat hij in de gaten wordt gehouden.”

Je hebt Meneer M. lang met rust gelaten.
,,Opeens vond ik het te beperkt. Ik kreeg een ingeving voor een andere roman. Na Het Diner heb ik het weer opgepakt. Tot ik de inval kreeg voor Zomerhuis met zwembad. Dat was zo urgent, ik kon het niet uitstellen. Intussen bleef Geachte Heer M. groeien in mijn hoofd. Toen ik het weer oppakte wist ik ineens dat ik helemaal geen brievenboek wilde schrijven. De hoofdpersoon had het intussen over zijn vriendinnetje gehad, en over zijn leraar. Die wilde ik óók aan het woord laten. De schrijver zelf misschien ook wel. Het was op een middag, drie jaar geleden, dat ik wist dat ik verschillende stemmen wilde laten horen, verschillende delen zou schrijven, in verschillende stijlen en tijden. Ik ben gaan zitten en heb de eerste tachtig pagina’s gewist. Veel dingen had ik inmiddels gebruikt in Het Diner en Zomerhuis, die moesten eruit. Maar de eerste alinea is nooit veranderd.”

Geachte Heer M. gaat over een oude schrijver die veertig jaar geleden een bestseller heeft geschreven – losjes gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen – waarin een leraar van een middelbare school spoorloos is verdwenen. Twee van zijn leerlingen, Herman en Laura, zijn er destijds zonder bewijs van beschuldigd dat zij er de hand in zouden hebben. In zijn bestseller suggereert M. hun schuld.
Op een dag richt iemand zich tot de schrijver met de woorden: Hoe zou het zijn om nog één keer zo’n succesvol boek te schrijven? Een boek waarin een aantal feiten over de verdwenen leraar aanvullingen krijgt? Die iemand is Herman, een van de leerlingen destijds en daarmee schrijft Herman Koch tegelijk over het schrijven zelf.

Geachte Heer M. is een mozaïek. Wat is voor jou de hoofdgedachte?
,,Niet één. Ik wilde een rijker boek dan alleen een ik-verteller die 200 pagina’s tegen een schrijver aan praat. Ik wilde weten waarom zo’n mooi slim 17-jarig meisje als Laura valt voor een slungelige puber. Maar ik heb me ook afgevraagd wat er eigenlijk zo fout is aan zo’n leraar. Zo’n klef type. Niet autoritair of streng, maar een populaire, goedlachse man waarmee iedereen het goed kan vinden. Ik wilde hem veel facetten geven, zonder dat ‘ie letterlijk onaangename trekjes kreeg. Dat je denkt: oh nee, man, flikker op!”

Je vindt het nog steeds leuk hè?
,,Ja! Die leraar is zó irritant. Hij moet gewoon weg! Het is helemaal niet zo erg dat hij verdwijnt. Ik wist ook niet precies wat er met hem gebeurd was. Dat heb ik lang voor mezelf geheim gehouden.”

Wat wilde je eigenlijk te weten komen?
,,Ik was het nieuwsgierigst naar wat Laura, zijn vriendinnetje destijds, eigenlijk van Herman vond. Ik wilde graag eens een 17-jarig meisje aan het woord laten. Had ik nog nooit gedaan. Dat gaf een kick. Maar ook bij het stuk over schrijver M. die een lezing geeft in de bibliotheek – zelf zou ik nóóit naar een optreden van een schrijver gaan, al was het Herman Koch – heb ik enorm zitten gniffelen. En zijn ervaringen op het Boekenbal… Dat was ook genieten!”

Je houdt de spanning tot het laatst vast. Maar doet het einde ertoe?
,,Het enige wat ik voor ogen houd is dat het geloofwaardig moet zijn en dat het moet kloppen met de rest van het boek. De motor is dat je wilt weten wat er met die leraar is gebeurd. Maar je wordt tussendoor zó opgehouden, dat de ontknoping in wezen onbelangrijk is. Maar het kan ook weer niet zo zijn dat de lezer denkt: ja zeg, wat krijgen we nu?”

Hij zou zo een pocket kunnen uitgeven, zegt hij, met vijf ontknopingen. ,,Een bonustrack, zoals je bij dvd’s ook wel ziet. Ik heb van alles uitgeprobeerd. Ik had het ingewikkelder kunnen maken. Maar dan zou het een show-off worden van ‘kijk mij eens goed kunnen schrijven’.

Toch zit je hier en daar onbeschaamd op te scheppen over jouw kwaliteiten als schrijver.
,,Die schrijver M. ben ik in sommige opzichten zelf. Hij zegt ook best zinnige dingen.”

Alles klopt. Hoe krijg je dat voor elkaar?
,,Dat was nog best veel gedoe. Om de eenheid te bewaren heb ik mijzelf gedwongen om het eens per maand helemaal door te lezen. Soms tot vervelens toe. Gadverdamme, daar gaat ’ie weer. Om geboeid te blijven, verzon ik dan een nieuwe lijn of hield ik abrupt ergens op. Now something completely different. Dat maakt het spannend. Ik heb me geen moment verveeld. Eigenlijk heb ik vijf korte romans geschreven.”

Het is een oer-Nederlands boek. Kan het  – net als Het Diner – in Amerika een bestseller worden?
,,Geachte Heer M. is zonder meer geschikt voor het buitenland. Het eerste hoofdstuk is al in het Engels vertaald en ligt bij de uitgevers. ‘Sounds very exciting’, hoor ik wel. Ik kan me niet voorstellen dat het ze tegenvalt. Hooguit zal ik achterin een lijstje met verklarende woorden moeten zetten. Uitleggen wat een Boekenbal is. Maar de kinnesinne onder schrijvers bijvoorbeeld, is overal herkenbaar. Het Diner is net zo Hollands. Zo’n restaurant bestaat alleen in Amsterdam.”

(foto Annina Romita)